toen, is een aktivist die zijn buit behendig moet besluipen en veroveren. De vegetariër kan rustig zijn principes uitloeien. Zijn gras bijft wel staan! Dezelfde Hillenius, bioloog voor wie het niet wist, heeft nu de tentoonstelling Mens en Natuur samengesteld waarover een krant schreef dat zij beter Mens contra Natuur kon heten.
Een tentoonstelling vol luguber materiaal over de massacres die wij in de loop der eeuwen in naam van de voorutigang (en dan bedoelen we onszelf), in naam van de wetenschap (en dan bedoelen we onszelf) de andere levensvormen hebben aangedaan, die het ongeluk hebben gehad tegelijk met ons op deze planeet te moeten leven.
De uiterst wetenschappelijke grafieken van zijn tentoonstelling brengen Hillenius tot de uitspraak dat wij over een honderdtal jaren alleen nog honden, muizen en ratten in ons gezelschap zullen hebben. De rest heeft de mens niet overleefd. Want de liefelijke vergiften als parathion, HCH-hexamiddelen, lindaan, botyfenol, potasan, toxafeen en zoveel andere (waaronder er zijn die 10-tallen malen gifiger zijn dan sommige zenuwstrijdgassen) doden niet alleen de schadelijke insekten die 5% uitmaken van het totaal, maar ook de overige 95% die dikwijls het tegendeel van schadelijk is. En omdat ieder dier voedsel is voor een ander, en die andere weer voor andere, betekent alleen al het gebruik van deze vergiften op den duur ook zelfmoord voor ons.
Een ander voorbeeld: voor het jaar tweeduizend moet het IJselmeer een enorm voorraadbekken van zoet water worden. Voorlopige kosten: 1,5 miljard. We moeten wel, want straks is er drinkwater, dat nu nog zo vanzelfsprekend uit de kraan loopt, te weinig. Maar waar komt dat water vandaan? Via allerlei zijtakken rechtstreeks uit de Rijn, die in de reisfolders nog altijd als een soort godin geprezen wordt, maar in werkelijkheid