Maatstaf. Jaargang 15(1967-1968)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 125] [p. 125] karel soudijn [Gedichten] vrouwen wat een weemoed als ik liedjes hoor uit de tijd dat ik nachtenlang zingend van genot te denken lag aan het meisje met de vlugge stap aan het meisje met de dikke enkels aan het meisje met de purperen lippen en het meisje met de gouden neus wat een weemoed als ik liedjes hoor want het is er toen nooit van gekomen [pagina 126] [p. 126] arcadië wat een aards land een plakje kaas een stukje worst een likje bovenste beste boter de bijenkolonie gaat zwermen met een lunchpakket op zak regendruppels op je ogen voel eens wat een wind de vogels waaien door de lucht boven een straat in een bosrijke omgeving ieder huis heeft een tuin iedere tuin een eigen beerput en hier en daar een bruingeteerde schuur met een varken voor de gezelligheid Vorige Volgende