Maatstaf. Jaargang 15

[binnenkant voorplat]

[Nummer 1]

[p. 4]

gevangene in vught / schetsontwerp voor een monument (1947) van willem reijers / 1910-1958; foto hans wolf

[p. 5]

j.w. schulte nordholt
4 mei

Innige stilte, hangend in de handen
als lange bloemen, met een geur van dood.
Er dralen wolken in het avondrood,
een schaduw schuift over de lage landen.

Wij kunnen de geliefden niet vergeten.
Statig en droevig staan wij in een kring
van stilte rondom de herinnering
en bidden woorden die wij zelf niet weten.

Wat doen wij hier? Van dag tot dag beklemmen
ons tijd en werkelijkheid, wij zijn te klein.
De toekomst waarvoor zij gestorven zijn
zweeft als een adem boven onze stemmen

terwijl wij bevende het volkslied zingen
en wordt vervluchtigd in de voorjaarswind.
De grote bloei die om ons heen begint
zal niet tot in hun diepe graven dringen.

Terwijl de doden worden opgeheven
in een volmaakt verborgen koninkrijk,
vinden wij een verlegen vergelijk
met al de schoonheid van het dwaze leven.