| |
| |
| |
sheldon cholst
over het gebruik van hasjisj
19 januari 1965
Ik schrijf nu over de uitwerking van hasjisj. Ik rookte het in een gerolde sigaret. Kreeg wat kinderlijke gedachten of herinneringen: hoe ik als kind eerst een ijskast omverwierp en toen mijn moeder een klap gaf omdat ze boos op me was & hoe ik in de open haard sprong en er ongedeerd weer uitkwam en zei ‘kijk wat een krankzinnig genie ik ben’. Ongedeerd - nu kan ik alles. Ik hield op met hypnotiseren toen ik een patiënt een leeftijds-regressie gaf en hij er helemaal van overstuur raakte - het bleek dat hij weer een tekening voor zich zag, die hij maakte op de kleuterschool toen hij vijf was. Hij herinnerde zich ook dat Coolidge toen president was, iets wat hij zich niet herinnerde toen hij weer wakker was. Hasjisj doet, geloof ik, iets dergelijks & maakt je ‘Veel jonger nog, dan je bent’.
Het maakt je dus weer kind - in geest of gevoelens of ziel, of niet-vervelend lusteloos gedrag. Je beweegt je gemakkelijk in gedachten en fantasiën - van de ene in de andere, als een kind. Eerlijker (alsof je een schilderij bekijkt zonder de hersenspoeling, prestige of geleerdheid). Maar je bent nog steeds volwassen. Kind en volwassene tegelijkertijd. Lothar. Gidro-Frank, een vriend van mij en psychiater, deed jaren geleden een experiment waarbij hij iemand een tijds-regressie liet ondergaan en ontdekte dat zijn proefpersoon elektronische veranderingen in zijn spieren kreeg, lijkend op een Babinski-reflex. (De grote teen gaat omhoog als men op de voetzool een half-elliptische figuur beschrijft van de hiel naar de grote teen met een sleutel, of de achterkant van een potlood.)
| |
| |
Nu vertoonde mijn grote teen toen ik hasjisj op had, een soortgelijke neiging. Mijn spieren waren totaal ontspannen en mijn reflexen waren over het algemeen sterker (knie & elleboog). Nu de uitwerking afneemt, heb ik het stellige gevoel dat de Babinski-reaktie ook verdwenen is en dat mijn reflexen bij de knie & de ellepijp net zo zijn als gewoonlijk. Met enige reserve zou men dus kunnen zeggen, dat hasjisj ingrijpt in de pyramidenbaan, hetgeen de kleine veranderingen tengevolge heeft die ik hierboven heb genoemd en lijkt op leeftijds-regressie onder hypnose. Ik was dus volwassene en kind tegelijkertijd. De Bron der Jeugd was gevonden. Het kind leeft in een wereld van wonderen, het zoekt, vindt, verwerpt en is soms bang door volwassenen pijn gedaan of ‘down-ge-put’ te worden. Maar nu is hij beide - zodoende voelt hij zich ‘high’, groot als een volwassene en toch nog altijd een kind. O wonder boven wonder! Wat kan dit ‘kind in de mens’ nog te verlangen hebben - want dat is wat een ‘roker’, die echt ‘on-ge-turnd’ is, in feite is. Hij heeft de werkelijkheid van de volwassenen - ‘wat moet ik doen, waar kan ik heen, wat mag ik doen?’ - verlaten, & is teruggekeerd naar het leven van het vrije, onnozele kind dat in zijn geluk loopt rond te stappen. Het is het best-werkende middel tegen de verveling. Want het hoogste type mens is rusteloos.
‘De mens is een rusteloos dier’ - en het hoogste type is het meest rusteloos - altijd op zoek naar een uitdaging om te aanvaarden - verre landen bereizend - nieuwe dingen kreërend - want wat gedaan is is al gedaan en zou dus vervelend zijn om te doen - maar de beperkingen van het leven als volwassene - geld, bindingen (emotionele en andere), tijd, plaats, de aan- of afwezigheid van de geliefde - dit alles wordt met één klap weggevaagd - want een paar trekjes aan een sigaret geven iemand een nieuwe kinderlijke levenshouding. Zijn geest is vrij om te gaan en te staan waar hij wil, om aan om het even wat te denken, en alle rusteloosheid kan zich in de geest uitleven. Het is niet meer nodig, er op uit te trekken en de tijger te schieten of bruintje beer of te zien wat er achter de bergen ligt - ofschoon dat natuurlijk ook kan - maar hij kent nu een
| |
| |
geluk en een bevrediging die niet om zulke handelingen vragen. De beperkingen van bewegingsvrijheid van de grote-mensen-wereld (realiteit, wetten, etc.) verdwijnen als sneeuw voor de zon, en zodoende worden de motorische zenuwen ontlast, waardoor ze een meer primitieve funktie kunnen gaan vervullen. Kinderen vertonen Babinski-reakties tot ze een maand of zes zijn - voor ze goed kunnen lopen, want de zenuwschachten zijn alleen gedurende het eerste levensjaar geheel myeloïede. Men keert in zekere zin terug tot een zeer jeugdige toestand en heeft zijn motorische zenuwen niet nodig om te vluchten, rond te trekken, te zoeken, vinden, experimenteren, denken, vechten, weg te lopen, tegemoet te gaan. Men is waar men wezen wil, en zodoende schakelt de hasjisj het deel van de hersenschors dat voor de motoriek zorgt uit, op ongeveer dezelfde manier waarop dat ook gebeurt bij iemand die een attaque heeft, of bij iemand met een tumor die het betreffende pyramidale deel van de cortex en de hersenen aantast. Iemand die ‘stoned’ is, is te beschouwen als op een als aangenaam ervaren wijze, geheel of gedeeltelijk verlamd, zonder dat die behoefte aan motoriek optreedt die zo kenmerkend is voor het leven van de volwassene. Wanneer een kind een leeftijd heeft bereikt van twee jaar, is het (in de meeste gevallen) in staat, gevaren te ontlopen en genoegens tegemoet te treden; vóór die tijd is het overgeleverd aan zijn ouders en de omgeving waarin het verkeert. Nu, onder invloed van hasjish, hoeft hij zich niets meer aan te trekken van de gevaren in zijn omgeving waarmee hij eerst te maken had, en waarmee hij het moest zien klaar te spelen. In het dagelijks leven hebben zijn ontmoetingen met gevaren - onzekerheid, angst voor het kwaad - hem zich op een bepaalde wijze doen kleden, hem aan regels doen gehoorzaken, hem zichzelf laten frusteren, hem ervan weerhouden vrij te zijn - ‘vrij te doen wat hij wil op het ogenblik dat hij het
doen wil’. Als hij dit als volwassene zou zijn - en alleen de goeden en deugdzamen willen dit werkelijk - zou hij zich voortdurend ‘high’ voelen en zou hij geen verschil in bewustzijnstoestanden kennen. Het spreekt vanzelf dat de maatschappij absolute vrijheid onmogelijk maakt, en dus verlangt
| |
| |
de kunstenaar - dat individu met het sterkste verlangen naar vrijheid, om het even met welke tak van kunst hij zich bezighoudt - het sterkst naar de bevrijdende werking van hasjisj, die hem in staat stelt zich los te maken en blij te zijn met zichzelf als een kind - want het kind is het meest vrij van allen, omdat het nog niet de brainwashing tot konformiteit heeft ondergaan - en de kunstenaar (ook de heel groten, de genieën) blijft altijd gedeeltelijk dit nieuwsgierige, naïeve, kinderlijke zelf, het zelf dat onderzoekt, dat niet gauw geneigd is regels te aksepteren, dat niet gelooft voor het zelf heeft ondervonden. Wetenschappelijke ontdekkingen worden over het algemeen gedaan door non-konformisten, die zich niet laten beïnvloeden door het geschreven woord of door in aanzien staande personen, en zich niet laten weerhouden het materiaal zelf te onderzoeken en zichzelf een oordeel te vormen) - zij zijn niet bevreesd - net als het kind dat nergens bang voor is, zijn eigen weg gaat, dit probeert & dat & verwonderd & verrast naar de vlinders kijkt, naar de bomen, & zegt waarom staan de sterren aan de hemel & waar gaan we heen & waarom - eindeloze, oprechte vragen waarop de meeste volwassenen pasklare antwoorden hebben gekregen van hun ouders, hun boeken of hun beroemde mensen - of waarom ze niet durven vragen, uit angst een ridikule indruk te maken en zodoende niet te zullen worden geaksepteerd door hun milieu en dan ook van sommige andere dingen - voedsel, geld, prestige - verstoken te zullen blijven. Hasjiisj dus schakelt het motorische deel van de hersenschors uit, remt de werking ervan, maakt het overbodig en gelijk aan dat van de oude verlamde grijsaard of aan het nog onvolgroeide zenuwstel van het kind. ‘Wat zou ik heen en weer rennen als ik daar toch maar in gehinderd word, en ik ook hier in mijn geest kan onderzoeken, vinden, mijn verveling kwijt raken, een uitlaat kan vinden voor mijn
rusteloosheid en werkelijk mens worden, een menselijk wezen dat in deze toestand waarheden hervindt, beelden ziet zoals ze werkelijk zijn en nog steeds een volwassene is met al zijn jaren aan herinneringen en ervaringen om te onderzoeken. Wat is deze toestand zalig - net als de liefde - want van iemand houden wil zeggen volledig jezelf te
| |
| |
zijn in je nobelste vorm en ‘Mijn liefde is als hennep die me brengt naar verten ongedroomd’.
Deze hasjisj, dit chemisch preparaat, deze hars uit de bloemen van de vrouwelijke cannabis sativa plant, deze marihuana-bladeren, dit tegengif tegen de frustererende alledaagse werkelijkheid, tegen rusteloosheid die gefrusteerd wordt, deze ‘instant’-gelukzaligheid en ontspanning, deze chemische regressie die het ons mogelijk maakt jong en oud tegelijk te zijn. Het is als het leven in twee tijdrekeningssystemen tegelijk wanneer men de datumgrens in de Stille Oceana passeert en de uitzonderlijke ervaring heeft in twee werelden tegelijk te leven - het is ditzelfde gevoel van onwerkelijkheid dat de hasjisjroker krijgt. De walm uit de lamp van Aladdin die de geest bevat die alle wensen in vervulling doet gaan, deze rook is net zoiets als de rook van de hasjisj: als men hem inhaleert, inhaleert men tegelijk ook de geest, want de roker wordt helemaal opgefrist & komt tot frisse gedachten & ideeën en hij verblijdt zich lachend in zijn kinderlijke plezier. En als hij met gelijkgestemde vrienden is, voelt hij zich erg gelukkig in hun gezelschap. Hasjisj, de ‘bron der jeugd’, richt geen schade aan - want wat steekt er voor kwaad in, een kinderlijk gemoed èn een kinderlijke geest te krijgen? - en zij die hiertoe niet in staat zijn, zij die te ‘square’ zijn, te beperkt, te konformistisch, te sterk gekonditioneerd, en niet al te helder, deze mensen willen liever de beperktheid van het leven als volwassene - beperkt vanwege de overbevolking en de daaruit resulterende beperkingen van de vrijheid. Deze mensen die om redenen ingegeven, hetzij door hun eigen geestelijke gesteldheid, hetzij door hun omgeving deze bevrijding in een kinderlijker leven niet kunnen of willen beleven - zij zullen niet ‘on-turnen’, zij zullen zich nooit ‘high’ voelen.
Over het algemeen gesproken is het zo, dat zij die willen dat ook al doen, maar er zijn een aantal grensfiguren, die te bang zijn dat ze het te prettig zullen vinden en in een artistiek en vrijer leven betrokken zullen worden, daardoor hun Faustiaans gesjacher verliezend. Zij hebben hun ziel verkocht (hun eer,
| |
| |
hun verlangen naar vrijheid, hun onkreukbaarheid, hun eerlijkheid, hun menselijke waardigheid) in ruil voor dat smerige brouwseltje genaamd materiële weerstand, prestige & sociale aanvaarding. Er is een sterke verwantschap tussen de wetgeving op homosexuele handelingen, verricht met beider instemming tussen volwassenen, en de wettelijke maatregelen tegen hasjisj. Er is geen reden ter wereld voor te bedenken. Je kunt homosexualiteit niet wettelijk regelen, want sexuele driften kunnen niet worden verdrongen, althans niet zonder de ernstigste schade aan het individu aan te richten (en werkelijk alles kan men in feite niet eens onderdrukken), maar deze mensen worden paranoïed, onzeker, en komen zelfs in de gevangenis. Zo staat het ook met de behoefte aan & het verlangen naar hasjisj onder mensen die het middel kennen & er hun ervaringen mee hebben gehad. Wetgeving in een overbevolkte maatschappij zou zich moeten richten tegen hen die afschuwelijke gewelddadige misdaden plegen of zich schuldig maken aan ernstige vormen van bedrog, maar niet tegen het op een bepaalde manier denken of voelen of het zich temidden van vrienden gedragen op een manier die anderen, en zeker de maatschappij als geheel, geen kwaad berokkent. De maatschappij is bang, het hek van de dam te halen, maar het hek is al van de dam, het gaat er alleen maar om in te zien, dat de maatschappij, in een wereld vol beperkende bepalingen, moeilijkheden, en bezocht door minder aangename spelingen van het lot, de mensen toch op zijn minst vrij zou moeten laten plezier te hebben in het spel van hun geest, te lachen zonder bevreesd te hoeven zijn voor gevangenis of andere gevaren. Ze zullen het hoe dan ook tóch doen, want wat zou hun leven anders meer zijn dan een gevangenis - en dat is het voor diegenen die hun vrijheid hebben laten inperken door de maatschappij waarin zij leven en dus hebben zij werkelijk niets te verliezen! Maar zij die roken, winnen een
verrukkelijke vrijheid & vreugde & zouden willen, dat iedereen die daarin kon delen & zich er in verheugen, zich bij hen zou voegen om hun blijdschap nog te vergroten.
Ze willen de wereld ‘onturnen’ en ze willen dat mensen die daar naar verlangen de vrijheid leren kennen, indien mogelijk door
| |
| |
een goede en toepasselijke ekonomische en politieke wetgeving, en tot het zover is in ieder geval met zo weinig mogelijk opofferingen, door het inhaleren van de rook uit Aladdins lamp. Er zijn veel mensen die bang zijn dat de mens zou verpauperen, indolent worden en bezwijken op de manier van het Oosten, maar de wegen die men ging in het Oosten, voldeden uitstekend tot de komst van de jonge wilden uit het Westen op hun veroveringstochten die het Oosten plunderden en vernielden en het achterlieten zoals wij het nu terugvinden, zo ziek van lichaam als de westerse mens ziek is van geest. De oosterse wereld met haar bevolking en beschaving van veel oudere origine vormde een kultuur die ruimte openliet voor deze privé-vakanties in de vrijheid van de geest. In het Westen was er nog tot in de vorige eeuw een grote hoeveelheid fysieke vrijheid, maar deze is nu bijna geheel verdwenen, en totdat we een manier gevonden hebben om in vrijheid en in vrede met elkaar en met het Oosten te leven, is het minste wat we kunnen doen dat we die artistieke zoekers naar de waarheid, die hasjisj gebruiken als een vlucht in de vrijheid, niet in de gevangenis zetten. Geluk - menselijk geluk - moet het enige doel zijn waar we in dit leven naar streven, en hasjisj kan ons daarbij helpen.
| |
7 februari 1965
Hieraan toevoegend wil ik zeggen, dat er aan de zijde van het grote publiek de vrees bestaat dat dit, of een soortgelijk middel, aanleiding zou geven tot het begaan van gewelddadige of misdadige handelingen. De kwaden zullen kwaad bedrijven, hoe het ook zij. Of ze nu als hun ekskuus hasjisj laten gelden, of geld, macht, een positie in het leger of bij de politie, of het feit dat ze verliefd zijn. Hij die slecht is, is slecht en zal slechte dingen doen wat voor middel of welke baan hij ook neemt. Er zijn lieden die teveel alkohol drinken, achter het stuur van een auto kruipen en ongelukken maken. Dit zouden ze ook kunnen doen als ze onder invloed stonden van hasjisj of alleen maar van psychologische problemen. De man die gearresteerd wordt wegens handel in marihuana is over het algemeen
| |
| |
vervelend tegen andere mensen geweest, zodat hij hun aandacht op zich vestigt & zij zich van hem ondoen - als hij ‘cool’ is wordt hij niet lastig gevallen. Sommige mensen gaan onder bepaalde omstandigheden zo ver in het verkrachten van de welgezindheid van hun omgeving, dat men zich van hen ontdoet. Anderen weten zich te matigen, maar dat stelt hen onder een druk die er niet zou moeten zijn. Zelfs in de liefde zijn er die de ander voortdurend tergen en dwarszitten, op hem vitten of honds behandelen. Er zijn slechte mensen en alles waarmee ze in aanraking komen wordt door hen besmet. Maar dat zal ze niet weerhouden, en sommigen zullen moorden in de naam van de liefde, anderen zullen moorden in de naam van het geld, van regeringen of overheden, van instellingen of godsdiensten. Maar de goede mens zal nooit een moord begaan, hoewel het voorstelbaar is dat zijn daden zonder dat hij zelf bemerkt, in een of andere ekstreme situatie aanleiding kunnen zijn tot moord, of dat hij in een zo uitzonderlijke positie geraakt dat hij een ongeluk veroorzaakt terwijl hij zichzelf verdedigt. Dit komt zo zelden voor, dat ik er nog geen duidelijk voorbeeld van heb kunnen ontdekken, maar de mogelijkheid blijft.
Als de wetten dus konsekwent zijn, dan moeten liefde, autoos, geld alkohol en dergelijke evenzeer verboden worden als hasjisj. Als we het kwaad of de kwaden konden uitroeien, zou het probleem van het kwaad zijn opgelost. Maar als dan tenminste de goeden niet worden aangevallen, kunnen ze sterk genoeg worden om het kwaad de baas te blijven, hetgeen wel zo verkieslijk is.
‘Aangezien ingetoomd kwaad geen kwaad is, en het steunen van het goede goeds voortbrengt’.
| |
2 uur later
De wetten zouden zich moeten richten tegen de slechte daden en niet tegen het middel of de substantie dat daarvoor of gelijktijdig gebruikt wordt, in welke naam dan ook. Er zijn een heleboel slechte dingen gedaan in de naam van God, maar dit maakt God niet slecht. Evenmin moet men hasjisj of de
| |
| |
hasjisj-gebruiker slecht noemen; alleen het kwaad moet slecht genoemd worden.
| |
2 uur later
Zij die middelen tot zich nemen als hasjisj, LSD of zelfs heroïne, weten opvallend veel over, en zijn zich merkwaardig goed bewust van de middelen die zij gebruiken, veel meer en veel beter dan zij die zulke middelen af en toe, of zelfs dikwijls, voorschrijven aan anderen. Zij gebruiken het zelf. Zij hebben een kennis omtrent naalden, spuiten, tegengiften, technieken, de funkties van hun organen, die de kennis van de gemiddelde arts ver te boven gaat - want zij hebben er een belangrijke studie van gemaakt - hun leven hangt ervan af - hun leven staat op het spel, elk moment van hun leven. Ik heb vaker gezien hoe een arts een patiënt een overdosis gaf, dikwijls met heel ernstige gevolgen, soms zelfs de dood, dan dat ik niet-artsen zichzelf middelen zag toedienen die gevaarlijk bleken te zijn. Ik heb gezien hoe moeders, die een overdosering demerol hadden gekregen, versufte of onmiddellijk stervende kinderen ter wereld brachten. Ik heb artsen zich door hun eigen zorgeloosheid en slordigheid zien vergissen met doseringen insuline, tranquillizers of zelfs antibiotica en cardiaca.
Ik heb ze zien opereren zonder de nodige voorzorgen in acht te nemen, uit een hongerig verlangen naar prestige en erkenning. Ik heb ze onnodig zien opereren op niet-bestaande indikaties. Ik heb ze vergissingen zien maken. Artsen verschillen in niets van andere soorten mensen. Sommigen zijn uitstekend, sommigen middelmatig en sommigen slecht. Net zoals in de kunst. Er zijn een paar grote kunstenaars, veel middelmatige en een aantal slechts - en ditzelfde geldt overal. Als iemand de bevoegdheid verleend is geneesmiddelen voor te schrijven, wil dat niets meer of minder zeggen dan wanneer iemand de bevoegdheid wordt verleend tot het maken van schilderijen. De kinderen zouden op school uitgebreid moeten worden onderwezen in de medicijnen - en niet in frans of geschiedenis, althans niet in die mate waarin dat nu gebeurt. Jongelui die nu
| |
| |
van de middelbare school komen, weten niets of zo goed als niets over de levensprocessen of zelfs maar over hun eigen lichaam. Menselijke wezens kunnen dus goed of slecht zijn. En elle mensen die het middel van hun keuze willen gebruiken om ‘het bewustzijn te verruimen’, ‘inzicht te verkrijgen’ of alleen maar om zich ‘goed te voelen’, zouden het recht moeten hebben iemands hulp (van een arts bij voorbeeld) in te roepen, of om het middel zelf te verkrijgen en te gebruiken, of men zou ze een eenvoudige test moeten laten afleggen, zoals die ook wordt afgenomen aan iemand die een rijbewijs wil hebben. Ik heb slechte rijders hun rijbewijs zien halen, maar geen goede chauffeur is er (bij mijn weten) niet in geslaagd om zijn rij-eksamen te halen. Hij die zijn rijbewijs wil misbruiken zal dat ook doen - maar het zal allemaal op zijn eigen hoofd neerkomen - en als hij anderen verwondt, zou hij dat anders ook gedaan hebben. Het heeft geen zin de vele goeden onder de paar slechten te laten lijden. De mensen die middelen gebruiken blijven ze tóch gebruiken, wat men er ook tegen onderneemt - want het is een levensbehoefte die zij hebben ontdekt & als zij die niet hadden ontdekt zou hun leven zo'n afschuwelijke lijdensweg zijn geweest als met geen pen is te beschrijven. De maatschappij zal uiteindelijk liefderijker tegenover minderheidsgroeperingen moeten gaan staan & hen dezelfde rechten toekennen die zij ook anderen toekent. De wetten tegen het gebruik van hasjisj en marihuana moeten worden ingetrokken & zij die overtredingen begaan tegen het algemeen welzijn moeten net zo worden gestraft als een alkoholikus of willekeurig welke burger, die zich onaanvaardbaar gedraagt. Zij die werken willen, zullen dat ook doen, & een tevreden mens - tevreden, dat wil zeggen bevredigd in zijn eigen, individuele, persoonlijke behoeften - levert meer goede, eerlijke en werkelijk produktieve prestaties, van welke
aard die ook mogen zijn. De goede en deugdzame mens wil dat deze behoeften bevredigd worden, de slechte mens ziet de verscheidenheid in het menselijk geslacht niet en verlangt beperkende maatregelen. Goed-zijn betekent ook aardig-zijn - aardig-zijn wil zeggen dat je de mensen zoveel mogelijk hun gang laat
| |
| |
gaan. Slecht-zijn is vervelend-zijn - er op staan dat jouw levenswijze, de enig juiste is. Hij die werkelijk intelligent is, neemt als met een grote radio-teleskoop de intense verscheidenheid aan mensen waar en zal ze dus geen beperkingen opleggen voorzover hij er al iets aan doen kan, want hij is zich scherp bewust van hun verschillende persoonlijke behoeften. Anderen, die minder intelligent zijn, zien dit niet & denken dat ze het zelf bij het enige rechte eind hebben, en neigen er daardoor toe de vrijheid van anderen om hen heen beperkingen op te leggen. De wereld staat nu voor een soort tweesprong: het kan zijn dat de beperkingen het winnen en er zich een gestruktureerde, in vakjes ingedeelde maatschappijvorm gaat ontwikkelen; het kan ook zijn dat er een doorbraak komt naar een de vrijheid waarlijk liefhebbende maatschappij waarin de vrije mens als de zichzelf aan beperkingen onderwerpende gelukkig kan zijn. Mijn betoog richt zich niet tot hen die aan beperkingen onderhevig willen zijn. Ik heb alleen wat te zeggen tegen hen die mij beperkingen op willen leggen en tot hen die hun goedheid niet geïnhibeerd willen zien.
Een misdaad vindt plaats wanneer de ene persoon de vrije wil van iemand anders, die niemand kwaad doet of iets in de weg legt, dwarsboomt. In het geval van het roken van hasjisj wordt er geen misdaad gepleegd door de roker, maar er wordt wel een misdaad begaan door hen die, hetzij door aktieve bezigheden of steun daaraan, hetzij door instemming of lijdelijk toezien, hebben toegelaten dat er een situatie is ontstaan, waarin het zonder schadelijke gevolgen voor de omgeving van de gebruiker roken van hasjisj & marihuana verboden is. De maatschappij is de schuldige in deze misdaad en als ik dit onderwerp niet ter sprake bracht en probeerde in deze situatie verandering te brengen, zou ik ook een misdaad begaan tegen de mens(elijk)heid, en terwijl ik dit schrijf weet ik dat ik kan worden beschuldigd van het roken van hasjisj, iets wat me zelfs de vernederende ervaring van gevangenschap zou kunnen kosten, of zelfs kan men mij aanklagen wegens het schrijven van deze woorden en ik zou zijn en ben een misdadiger in de ogen van de hier nu geldende wetten. Maar ik gehoorzaam
| |
| |
een hogere wet & zou een misdadiger zijn als ik het bestaan van een misstand zou steunen door lijdelijk toezien. Ik wil geen beschuldiging uitbrengen tegen diegenen die zich van de situatie niet bewust zijn, maar ik zou mezelf schuldig achten als ik niet alles deed wat in mijn macht ligt om deze misstand ten goede te keren.
|
|