tekenen van tegenspraak 5
wantoestand
In een gang staat een twintigtal mensen. Telkens gaat de buitendeur open en komt er, vergezeld van een ijzige windstoot, weer iemand binnen. Het wachten is op... het ogenblik waarop men, na een nummertje te hebben gekregen van de portier, in de wachtkamer zal worden toegelaten. Dit duurt voor de meesten ± een half uur. Als het grote moment aanbreekt, wacht men tot een aan een tafeltje gezeten jongedame het nummer afroept en de naam inschrijft, waarna men verder kan wachten op een bank in de gang. Na weer een kwartier tot een half uur: intocht der gladiatoren. De dokter en zijn assistenten verschijnen en gaan ieder hun kamer binnen. Daarop kan met de behandeling worden begonnen. Iedere tien minuten wordt er een naam afgeroepen en kan er iemand naar binnen gaan. Tussen het moment waarop men zich bij de buitendeur opstelt en dat waarop men het gebouw weer verlaat, verlopen twee tot drie uur. Onder de wachtenden bevinden zich jonge en oude mensen, moeders van kleine kinderen, mensen die hun werk in de steek moeten laten en mensen voor wie dit wachten juist in verband met hun ziekte een ekstra kwelling vormt.
Dit gebeurt niet in de 19de eeuw, maar in een tijd waarin we zoveel spreken over ‘menselijke persoonlijkheid’ en ‘verantwoordelijkheid voor de medemens’ en wel in de polikliniek van het gemeentelijk ziekenhuis Zuidwal in Den Haag.
Dat deze minachting voor het publiek - heel duidelijk bestaande uit ziekenfondspatiënten - niet nodig is om de zaak te laten draaien, bewijst het engelse systeem. Daar maakt men telefonisch of ter plaatse een afspraak voor een bezoek aan de huisarts, de tandarts of het ziekenhuis. Uit ervaring weet de sekretaresse hoelang de gemiddelde behandelingstijd is, zodat men zelden langer dan tien minuten behoeft te wachten, mits men op tijd is.