Maatstaf. Jaargang 14(1966-1967)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 649] [p. 649] ida g.m. gerhardt [Gedichten] zomernacht Onder de Archipel der sterren lig ik op de allene heuvel, lig ik bij de allene woning. Ik woon alleen, ver van de mensen. Waar denk ik aan? - dat ik moet sterven, want alle schepselen moeten sterven, en dat die éne ik zó liefheb dat deze liefde niet zal sterven, maar wordt gesteld onder de sterren. [pagina 650] [p. 650] sommerferiën Vergeet intijds de oneindige getallen der omgebrachten. Delg wie zijn gevallen. En houd de heerbaan voor de intocht vrij van wie u knechtten. Welvaart zij u allen. [pagina 651] [p. 651] afscheid van holland Twintig jaar vrijheid, twintig jaar verraad aan het edelste. Ik hard u, Holland, niet met dit gelaat, waarop geschreven staat: ziehier die zich voor geld aan ieder biedt. Het valt mij zwaar dat ik mijn land verlaat. 't Ware tè zwaar als ik het niet verliet: gelijk een mens die van een mens weggaat, niet hardend dat hij hem ontluisterd ziet. Ik had u lief en leerde u verachten, Holland. Ik groeide op onder uw stem: het water dat als kind mij wakker riep wanneer het stormde onder Woudrichem. Nòg gaan de wolken over het Hollands Diep. Gij zijt mijn land, gij blijft in mijn gedachten. [pagina 652] [p. 652] [pagina 653] [p. 653] [pagina 654] [p. 654] de vader Het is het liefste aan het blinkend strand, het kind dat nooit zijn eigen vader ziet, die overzee is in dat andere land. Het woont bij vreemden en het went er niet. Zij fluisteren erover met elkaar. Heimwee huist in zijn kleren en zijn haar. En altijd denkt het dat hij komen zal: vandaag niet meer, maar morgen onverwacht en droomt van hem en roept hem in de nacht. Ik wacht U, Vader van de overwal. [pagina 655] [p. 655] het onaantastbare Nooit zal het schending van zijn wet gedogen, sinds het de kolk van Chaos werd onttogen, het vers: een droppel schepping afgerond, bevend van licht en donkerte overvlogen. Vorige Volgende