Maatstaf. Jaargang 14
(1966-1967)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 447]
| |
hans v.d. waarsenburg
| |
[pagina 448]
| |
2in de avond die gewoon zwart
is en voorzien van enkele keurige
onderscheidingstekens trekken ze hun
rechte lijnen de schepen
met moederkroos
en hier en daar de koek
van oorlog
uitgebeten matrozen plakken
als luizen op dek rokend
en soms pratend
maar het bangkok van hun
verbeelding is moe en plat
af en toe staan ze op
lopen wat rond
kijken naar hun oude
kapitein die rust
bleek en met toe-
geknepen ogen
in zeildoek en wier.
| |
[pagina 449]
| |
3in de ochtendbus zitten
de viriele dorpelingen
met hun blozende gezicht
vers uit de bedstee gerukt
het is nog maar nauwelijks
8 uur iedere
dag opnieuw rijden zij
naar de stad
op de weg is het glad
en de weilanden zien bleek
ik knikkebol op de on-
regelmatige kadans van lijn 2
het regent bob dylan.
| |
[pagina 450]
| |
4toen het lichtte
en brandde tot in de zon
(de dode zon / sinds jaar en dag
op / een batterij die zich /
niet meer laadt /.)
en schroeivlekken de
lucht opnamen uit de verschimmelde
borsten der ouden van dagen
en hun vakuum op oversirkulatie stelden
en we ons lieten rijden
in elementaire ekstase met schuim
op de mond
uitsluitend bij vooruitbetaling
snelweg na snelweg
zagen we er steeds meer
van onder tot boven
vol roest en beurse plekken
piepend en krakend van heimwee
naar beneden zakken
onze horloges stonden nog vroeg
de zakkerige maan nog niet onder
en hoewel de woorden al stonken
we hadden hoop.
| |
[pagina 451]
| |
het achterland in puin
en verder naar voren
scheen men het ook al niet
uit te kunnen houden.
| |
[pagina 452]
| |
5de ploegstoffen 7-hoog en
met de lift waar iedere straat
wel zijn sloten voor heeft
naar boven
onderweg vroegere kennissen
uit het dorpje auschwitz
vrienden uit de nederzetting dachau
het is vrij schemerig
we staan dicht bij elkaar
modder tot de enkels
ondertussen wacht het leger
nederlands enige surrealist moesman
komt opdagen
we ontvangen een glimp
breton verzuipt te middernacht
en nonnen bedenk ik zien in het
kruis meer fallus dan kristus
het automatische geknetter op het dak
begint weer
met moeite drukken we terug
en staan vast op b.g.
de deuren gaan vanzelf open.
|