| |
| |
| |
De ‘overeenkomst van Potsdam’
Geallieerde legers brengen de bezetting van geheel Duitsland tot stand en het duitse volk begint de vreselijke misdaden te boeten, die werden begaan onder leiding van hen, wier daden het ten tijde van hun suksessen openlijk heeft goedgekeurd en aan wie het blindelings gehoorzaam is geweest. Op de konferentie werd een overeenkomst bereikt ten aanzien van de politieke en ekonomische principes van de gemeenschappelijke politiek der geallieerden met betrekking tot het overwonnen Duitsland in de periode van de geallieerde kontrôle.
Deze overeenkomst heeft ten doel, de bepalingen ten uitvoer te leggen, die op de Krimkonferentie ten aanzien van Duitsland werden vastgesteld. Het duitse militairisme en nazisme worden uitgeroeid, en de geallieerden nemen volgens onderlinge afspraak nu en in de toekomst ook andere maatregelen, die noodzakelijk zijn opdat Duitsland nooit meer zijn buren of het behoud van de vrede in de gehele wereld kan bedreigen. Het is niet de bedoeling van de geallieerden, het duitse volk te vernietigen of tot slavernij te brengen. De geallieerden willen het duitse volk de mogelijkheid bieden om zich erop voor te bereiden, dat het op een demokratische en vreedzame basis zijn bestaan opnieuw zal kunnen opbouwen. Wanneer de eigen inspanningen van het duitse volk voortdurend op het bereiken van dit doel gericht zullen zijn, zal het de Duitsers mogelijk zijn, te gelegener tijd hun plaats temidden van de in vrijheid en vrede levende volkeren der wereld in te nemen.
De tekst van deze overeenkomst luidt:
Politieke en ekonomische beginselen, waarvan in de beginperiode van de kontrôle moet worden uitgegaan bij de behandeling van Duitsland:
| |
A. Politieke beginselen
1. | Overeenkomstig de afspraak over het kontrôlesysteem in Duitsland wordt het hoogste gezag in Duitsland uitgeoefend door de opperbevelhebbers der strijdkrachten van de Ver- |
| |
| |
| enigde Staten van Amerika, het Verenigd Koninkrijk, de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken en de Franse Republiek, volgens de aanwijzingen van hun onderscheiden regeringen, en wel door ieder in zijn eigen bezettingszône en bovendien door allen gemeenschappelijk als leden van de kontrôleraad in de op Duitsland als geheel betrekking hebbende kwesties. |
2. | Voorzover dit praktisch uitvoerbaar is, moet de behandeling van de duitse bevolking in geheel Duitsland dezelfde zijn. |
3. | De doeleinden van de bezetting van Duitsland, door welke de kontrôleraad zich dient te laten leiden, zijn:
(I) | Volledige ontwapening en demilitarisering van Duitsland en uitschakeling of bewaking van de gehele duitse industrie, die voor enigerlei vorm van oorlogsproduktie kan worden benut. Tot dit doel:
a. | worden alle land-, zee- en luchtstrijdkrachten van Duitsland, ss, sa, sd en Gestapo, alsmede al hun organisaties, staven en bureaus, met inbegrip van de Generale Staf, het officierskorps, de reservisten, de krijgsscholen, de verenigingen van strijders en oud-strijders en van alle andere militaire en half-militaire organisaties tezamen met hun verenigingen en suborganisaties, die dienen tot instandhouding van de militaire traditie, volledig en voorgoed ontbonden, om daarmee voor altijd de wedergeboorte of wederoprichting van het duitse militairisme en nazisme te verhinderen; |
b. | moeten alle wapenen, munitie en oorlogstuig en alle middelen die tot de vervaardiging daarvan dienen zich in de macht van de geallieerden bevinden of vernietigd worden. Het onderhoud en de vervaardiging van alle vliegtuigen en alle wapenen, oorlogsuitrusting en oorlogstuig zal worden verhinderd. |
|
(II) | Het duitse volk moet ervan worden doordrongen, dat het een totale militaire nederlaag heeft geleden en dat het zich niet kan onttrekken aan de verantwoordelijkheid voor datgene, wat het zich zelf op de hals heeft gehaald; het zijn de eigen meedogenloze oorlogsvoering en het fanatieke verzet van de nazi's, die de duitse ekonomie
|
|
| |
| |
|
| verwoest en chaos en ellende onvermijdelijk gemaakt hebben. |
(III) | De Nationaal-Socialistische Partij met al haar aangesloten organisaties en suborganisaties moet vernietigd worden; er dienen waarborgen te worden geschapen, dat zij in generlei vorm kunnen herrijzen; iedere nazistische en militairistische aktiviteit en propaganda moet worden verhinderd. |
(IV) | Er dienen voorbereidingen te worden getroffen voor de uiteindelijke hervorming van het duitse politieke leven op demokratische grondslag en voor een eventuele vreedzame medewerking van Duitsland aan het internationale leven. |
|
4. | Alle nazistische wetten, die de grondslagen voor het Hitler-regiem hebben geleverd of die tot diskriminatie op grond van ras, religie of politieke overtuiging hebben geleid, moeten worden afgeschaft. Geen diskriminatie, noch van juridische noch van administratieve of van welke aard ook, zal worden geduld. |
5. | Oorlogsmisdadigers en al diegenen die hebben deelgenomen aan het ontwerpen of uitvoeren van nazistische maatregelen, die gruwelen of oorlogsmisdaden met zich meebrachten of ten gevolge hadden, moeten worden gearresteerd en aan het gerecht overgeleverd. Nazistische partijleiders, invloedrijke nazi-aanhangers en de leiders van de nazistische instellingen en organisaties en alle andere personen, die voor de bezetting en haar doeleinden gevaarlijk zijn, moeten worden gearresteerd en geïnterneerd. |
6. | Alle leden van de nazistische partij, die meer dan alleen maar in naam hebben deelgenomen aan de aktiviteiten van hun partij, en alle andere personen, die vijandig staan tegenover de geallieerde bedoelingen, moeten worden verwijderd uit de openbare en semi-openbare ambtelijke instanties en worden ontheven van hun post in belangrijke partikuliere ondernemingen. Deze personen moeten worden vervangen door personen, die op grond van hun politieke en morele hoedanigheden in staat schijnen te zijn om aan de ontwikkeling van waarlijk demokratische instellingen in Duitsland mee te werken. |
| |
| |
7. | Op opvoeding en onderwijs in Duitsland moet op zodanige wijze toezicht worden gehouden, dat de nazistische en militairistische leringen volledig worden verwijderd en een suksesvolle ontwikkeling van de demokratische denkbeelden mogelijk wordt gemaakt. |
8. | Het rechtswezen zal overeenkomstig de grondstellingen van demokratie en gerechtigheid worden georganiseerd op basis van de wet en van de gelijkheid voor de wet van alle burgers zonder onderscheid van ras, nationaliteit en godsdienst. |
9. | Het bestuur over Duitsland moet worden uitgevoerd op een wijze die gericht is op decentralisatie van de politieke struktuur en op ontwikkeling van een eigen plaatselijke verantwoordelijkheid. Tot dit doel:
(I) | Het lokale zelfbestuur wordt in geheel Duitsland volgens demokratische beginselen, en wel door kieskolleges (raden) gerealiseerd, zodra dit verenigbaar is met de zorg voor de militaire veiligheid en de doeleinden van de militaire bezetting. |
(II) | In geheel Duitsland moeten alle demokratische politieke partijen worden toegelaten en gesteund, waarbij hun het recht dient te worden toegekend, vergaderingen bijeen te roepen en openbare diskussies te houden. |
(III) | Het principe van kiesvertegenwoordiging moet in de gemeente-, distrikts-, provincie- en landsbesturen worden ingevoerd, zodra dit door de suksesvolle aanwending van deze beginselen in het plaatselijke zelfbestuur kan worden gerechtvaardigd. |
(IV) | Tot nader order zal geen centrale duitse regering worden gevormd. Er zullen evenwel enkele belangrijke centrale duitse bestuursapparaten worden gesticht met aan het hoofd daarvan staatssekretarissen, en wel op het gebied van financiën, transport, verkeer, buitenlandse handel en industrie. Deze apparaten zullen werkzaam zijn onder leiding van de kontrôleraad. |
|
10. | Rekening houdende met de noodzaak tot handhaving van de militaire veiligheid wordt de vrijheid van spreken, van drukpers en van religie toegestaan. De religieuze instellingen moeten worden gerespekteerd. Het oprichten van
|
| |
| |
| vrije vakverenigingen zal eveneens, rekening houdende met de noodzaak tot handhaving van de militaire veiligheid, worden toegestaan. |
| |
B. Ekonomische beginselen
11. | Met het doel, het duitse oorlogspotentieel te vernietigen, moet de produktie van wapenen, oorlogsuitrusting en oorlogsmiddelen, evenals de vervaardiging van alle typen vliegtuigen en zeeschepen worden verboden en voorkomen. De produktie van metalen en chemikaliën, de bouw van machines en de vervaardiging van andere voorwerpen, die direkt noodzakelijk zijn voor de oorlogsindustrie, moet onder toezicht worden gehouden en beperkt, overeenkomstig het goedgekeurde niveau van de vreedzame behoeften van het naoorlogse Duitsland, ten einde de sub 15 genoemde doelen te bereiken. De produktiekapaciteit, die voor de industrie, welke zal zijn toegestaan, onontbeerlijk is, moet overeenkomstig het plan voor de herstelbetalingen, dat door de inter-geallieerde herstelbetalingskommissie is aanbevolen en door de betreffende regeringen bekrachtigd, òf worden verwijderd, òf, voor het geval zij niet verwijderd kan worden, worden vernietigd. |
12. | Op de kortst mogelijke termijn moet het ekonomische leven in Duitsland worden gedecentraliseerd, met als doel de vernietiging van de bestaande overmatige koncentratie van ekonomische macht, die in het bijzonder door kartels, syndikaten, trusts en andere monopolistische instellingen wordt gevormd. |
13. | Bij de organisatie van het ekonomische leven in Duitsland moet vooral het aksent worden gelegd op de ontwikkeling van landbouw en vredesindustrie voor het binnenlands gebruik (verbruik). |
14. | Gedurende de bezettingstijd moet Duitsland als een ekonomische eenheid worden beschouwd. Met dit doel voor ogen moeten gemeenschappelijke richtlijnen worden opgesteld met betrekking tot:
a. | de produktie en verdeling van de produkten der mijnbouwindustrie en der verwerkende industrie; |
|
| |
| |
|
b. | de landbouw, bosbouw en visserij; |
c. | de lonen en prijzen en de rantsoenering; |
d. | het import -en eksport-programma voor Duitsland als geheel; |
e. | de valuta en het bankbedrijf, de centrale belastingheffing en de in- en uitvoertarieven; |
f. | de herstelbetalingen en de uitschakeling van het militaire industriepotentieel; |
g. | het transport en verkeer.
Bij de realisatie van deze richtlijnen dient zo nodig rekening te worden gehouden met de verschillende plaatselijke omstandigheden. |
|
|
15. | Er dient een geallieerde kontrôle over het duitse ekonomische leven te worden ingesteld, evenwel slechts binnen de grenzen die noodzakelijk zijn:
a. | ter uitvoering van het programma van de industriële ontmanteling en demilitarisering, van de herstelbetalingen en de toegestane uit- en invoer; |
b. | ter veiligstelling van de goederenproduktie en van de dienstverleningen, die noodzakelijk zijn om de behoeften te vervullen van de strijdkrachten der bezettende mogendheden en van de naar Duitsland overgeplaatste personen en die essentieel zijn voor het behoud van een gemiddelde levensstandaard in Duitsland, die de gemiddelde levensstandaard van de andere europese landen niet te boven gaat (europese landen in deze zijn alle europese landen, uitgezonderd het Verenigd Koninkrijk en de Sovjetunie); |
c. | ter verzekering - in de volgorde die de kontrôleraad vaststelt - van een gelijkmatige verdeling der belangrijkste waren over de verschillende zône's, teneinde een evenwichtig ekonomisch leven in geheel Duitsland te scheppen en de noodzaak tot importeren te beperken; |
d. | ter kontrôle van de duitse industrie en van alle ekonomische en financiële internationale overeenkomsten inklusief de uit- en invoer, met als doel dat een ontwikkeling van het oorlogspotentieel in Duitsland wordt voorkomen en dat wordt bereikt wat de kontrôle zich verder tot taak heeft gesteld; |
e. | ter kontrôle van alle duitse openbare of partikuliere
|
|
| |
| |
|
| wetenschappelijke instituten en proefstations, laboratoria enz., die met enigerlei vorm van aktiviteit op ekonomisch gebied verbonden zijn. |
|
16. | Ter invoering en ondersteuning van de ekonomische kontrôle, die door middel van de kontrôleraad is ingesteld, dient een duits beheersapparaat te worden geschapen. Aan de duitse instanties moet te verstaan worden gegeven, dat zij het beheer van dit apparaat in zo volledig mogelijke omvang dienen te ondersteunen en op zich te nemen. Zo moet aan het duitse volk worden duidelijk gemaakt, dat de verantwoordelijkheid voor het goed funktioneren van dit beheer èn voor zijn mislukken op de Duitsers zelf zal rusten. Ieder duits beheer, dat niet in overeenstemming is met het doel der bezetting, zal worden verboden. |
17. | Er moeten onverwijld maatregelen worden genomen:
a. | ter realisatie van het noodzakelijke herstel van het verkeer; |
b. | ter bevordering van de kolenproduktie; |
c. | tot een zo ruim mogelijke vermeerdering van de landbouwkundige produktie en |
d. | tot een verhaast herstel der woningen en der belangrijkste openbare instellingen. |
|
18. | De kontrôleraad moet in overeenstemming met dit alles stappen doen om de kontrôle en de beschikking te krijgen over alle duitse kredieten in het buitenland, welke nog niet onder kontrôle zijn gekomen van de geallieerde naties, die aan de oorlog tegen Duitsland hebben deelgenomen. |
19. | De schadevergoedingen moeten aan het duitse volk voldoende middelen laten, om zonder hulp van buiten te kunnen bestaan. Bij de opstelling van de begroting voor Duitsland moeten de noodzakelijke middelen voor de invoer, die door de kontrôleraad in Duitsland is toegestaan, ter beschikking worden gesteld. De inkomsten uit de invoer van de voortbrengselen der lopende produktie en der goederenvoorraden dienen in de eerste plaats tot betaling van deze invoer. De hier vermelde voorwaarden zijn niet van toepassing op de instellingen en produkten, die sub 4a en 4b van de overeenkomst over de duitse herstelbetalingen zijn vermeld.
(vertaling Ad. den Besten) |
|
|