H.W.J.M. Keuls
Kwatrijnen
1
Het leven lijkt een voortgezette droom,
Maar 't hart dat zich verliezen wil wordt loom;
De velden van 't geluk liggen vereenzaamd:
Vreugde en verdriet vervloeien in mijn schroom.
2
De hulpelozen schijnen aangepast
In een berusting die henzelf verrast,
Tot plotseling een nieuwe stem gaat juichen:
‘Weest blijde, er komt een hemeling te gast!’
3
De lachenden zijn mij voorbijgegaan;
Zij raken niet mijn wezenlijk bestaan,
Nooit zal hun leeg geschetter in mij doden
Het trillend beeld van den gekwetsten zwaan.