[Nummer 1]
Erasmus
Over de oorlog
Er zijn dingen in het leven, waarvan men het gevaar en het kwaad niet beseft zolang men ze niet zelf heeft ondervonden.
Zo er nu iets ter wereld is dat men moest schromen te beginnen, ja, dat men geheel en al behoorde te vermijden en uit te bannen, is het stellig de oorlog, daar er niets goddelozers, rampzaligers, hardnekkigers, afschuwelijkere, kortom de mens onwaardigers bestaat.
Een oorlog is iets zo verderfelijks, zo monsterachtigs, dat hij, ook al schijnt hij nog zo rechtvaardig, door niemand kan worden aanvaard. Voeg daaraan toe welk een wandaden onder het voorwendsel van oorlog worden bedreven terwijl de wetten van het goede tot zwijgen zijn gebracht.
Welk een heiligschennis, welk een plundering en andere misdaden, die wij ons schamen te noemen.
Dit bederf der zeden zal nog vele jaren blijven heersen, ook wanneer de oorlog ten einde is.
En als men de kosten berekent, blijkt er, ook wanneer men de overwinning behaalt, veel meer te zijn verloren dan gewonnen.
Trouwens, tegen welke gebiedsuitbreiding zou het leven en het bloed van zovele duizenden ooit kunnen opwegen?
Voorts komt het grootste gedeelte van de