Maatstaf. Jaargang 10(1962-1963)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 668] [p. 668] A. Marja [Gedichten] Bijbelse geschiedenis Die kaïn en abel moeten toch hebben gehoord van het paradijs - abel een vreedzame vreetzak niemand overlast maar wel op zijn tijd een smakelijk stuk vlees hij laat bloed vloeien om zich tegoed te doen hij aanvaardt de mens als wat hij werd - kaïn een wandelaar op de tenen een bleke rauwkosteter die wel even dat paradijs zal herstellen - abel gunt zijn schepper een lekker boutje het beste van de kudde hij watertandt er zelf van - kaïn blijft trouw aan zijn principes hij houdt het bij groenvoer als de rook neerslaat wordt hij zelf groen van rankune het resultaat is bekend - [pagina 669] [p. 669] op katechisatie snapte ik het nooit daarna maakte een mens wat mee - hitler en himmler hielden o zo veel van hondjes het geitje op hun gazon had een herenleven zes miljoen joden werden vergast we moeten niet edeler zijn dan we zijn - humanisten dierenbeschermers vegetariërs - kijk uit naar het kaïnsteken. [pagina 670] [p. 670] Zondaarsbank Er juicht een toon er klinkt een stem door alle eeuwen van mijn leven ik ben belangrijk ik ben een mens ik ben vervangbaar een veldje waar bevend zich krachtlijnen manifesteren er juicht een toon ontwaakt verworpenen der aarde mijn neus kan bloeden ik hoor het donderen als eens herman gorter o god ik sta aan de verkeerde kant ik ga verloren ik kies dus laat ik eerlijk zijn ik eet liever kersen met chroesjtsjew dan kaviaar met [pagina 671] [p. 671] kennedy gedrieën zijn we zondaars we kunnen als stalinnetjes geoordeeld worden we kunnen gedrieën huppelen in de Heer er juicht een toon er klinkt een stem de verworpenen der aarde ontwaken de martelaren dansen van abel tot loemoemba ik kan het niet helpen ik ben erbij. [pagina 672] [p. 672] Ecce homo Ik ben de kleine zelfstandige op zaterdag poets ik fijn mijn fiat - de kinderen doen het aardig het zijn geen nozems ze kijken gezellig televisie - het heelal wordt lekker kleiner en kleiner in de huiskamer komen de astronauten en zelf trekken we dit jaar naar joego slavië - de overbuurman wuift uit zijn volvo hij schept altijd graag op net als die russen waar doen ze het van? er schemert wat oorlog achter en voor misschien heeft moeder toch kanker maar natuurlijk negers en joden zijn mensen en de dokters knap tegenwoordig - [pagina 673] [p. 673] wat kan ik doen ik handel in verlichtingsartikelen ik leef in het heden der genade ik zeg altijd maar we mogen niet mopperen. [pagina 674] [p. 674] Vakantie Een hoofdonderwijzer van licht-rose beginselen tussen morgenrood en avondlicht het krulhaar grijzend de longen krachtig nooit echt ondeugend maar niet verdroogd van de natuur van de historie heeft hij je ziet het een afgerond beeld hij zou een auto kunnen betalen maar zijn zoon studeert sociologie in de oorlog was hij natuurlijk goed een bomscherf toevallig doodde zijn vrouw ik zie hem stappen langs de zandverstuiving ik ben hem genegen ik ken hem niet had ik een hoed op ik nam die nu af ik koester eerbied voor gewoon een mens. [pagina 675] [p. 675] Winkelier Ik ben slecht gezelschap ik ben een echtgenoot van de vlakte een bedgenoot van de diepte daar wil je schommelen om niet de vruchten te tellen die al maanden geen zon meer zijn - sta ik te praten je kijkt de woorden uit mijn mond je weet niet waar ik op kauw of wat mij ontschiet het is gepatenteerde melange - de cliëntèle legt braaf het geld neer of tracht ons te neppen het maakt geen verschil voor het venster etaleer ik je net niet gelijkend portret op de toonbank leg ik een surrogaat van je malsheid - haat je me heb je me lief in het donker zit ik als david te zingen in de spelonk stuur ik als noach de ark over het woelige water kan dat nu kloppen met één schoon wit jasje per dag - ik ben slecht gezelschap ik vraag je pardon je wilt ermee leven ik moet ermee leven ik ben [pagina 676] [p. 676] die ik ben ik zal zijn die ik zijn zal je weet aan geen ander beeld heb ik trekken ontleend - ik kan je geen gram garanderen je schommelt de schaal schommelt mee ik kijk soms verbaasd naar de wijzer ik wijs je erop ik zeg kauwend ik voor mij geloof dat het klopt. [pagina 677] [p. 677] Hoge Veluwe Misschien is dit de laan des doods het mos lijkt wel wat eeuwig tussen flitsende plekken zonlicht die met de buien geboren worden en sterven - de dennen half jong half dor je rode bloesje van C & A gefigureerd als een oude boerenzakdoek flitst mee ik wil nu nog niet vertrekken - de auto staat vrij roestig achter ons op de weg hij doet zijn best om te blinken we zijn echt niet veel zonder de techniek - misschien is dit de laan des levens hier zou je me ter aarde moeten bestellen alleen jij uitstappen een luchtje scheppen me nog even nakijken door de laan des doods de laan des levens met dezelfde blik van nu. Vorige Volgende