Seba was en hoe Nederland gebalkaniseerd raakt op auteursrechtelijk gebied. De heren van Justitie zijn erin geslaagd, jaren achtereen de ministers van daden af te houden. [Sinds 1959 moet hun dat gemakkelijk gevallen zijn]. Men verwachte evenwel geen massale pressie van letterkundigen. De tijd is voor meetings voor werkelijk belangrijke zaken weinig gunstig. Zolang alle Nederlanders op tijd naar hun werk gaan, als er in Nieuw-Guinea gesneuveld wordt, valle men de schrijvers niet lastig, omdat zij niet betogen tegen de Auteurswet 1912.
S.
Een gruwelijk verhaal hoorde H.A. Gomperts van een kennis [wie zou dàt toch wel wezen?] die nu en dan de nederlandse intellectuelen uitnodigt voor medewerking aan televisieprogramma's. Velen zijn verontwaardigd, willen niet te kijk staan voor het vulgus. Er zijn dichters, die een verschijning voor de televisie als een bezoedeling beschouwen. Gomperts zou respect voor hen hebben, als het allemaal van de bescheidenheid kwam. Maar die mensen houden wel lezingen, laten zich fotograferen en schilderen, zeggen hun gedichten op grammofoonplaten. Als ze bezwaar hebben tegen de jacht op publiciteit, waarom dan wel andere vormen van openbaarmaking? Zou het hooghartigheid, verwaandheid zijn, vraagt Gomperts verder? Zouden zij bang zij iets te verliezen, waarvan alleen zijzelf menen het te hebben? Of zouden zij denken, dat hun ‘nummer’ tegen de camera's en de belichtingsapparatuur niet bestand is?
Gomperts zal zelf niet denken, dat met een paar nogal boosaardige vragen en een parabolisch antwoord deze zaak is afgedaan. Alleen al jegens de TV-weigeraars zou dat onbillijk zijn. Hier alvast twee puntjes ter aanvulling en verzachting van Gomperts' haastige sarcasme:
1. | Men kan het ook de minst ijdele auteur niet kwalijk nemen, dat hij in de televisie, nóch in de radio een serieus middel van culturele communicatie ziet. Zij zouden dat kunnen zijn, maar behandelen de cultuur en in het bijzonder de letterkunde [de radio!] als een quantité négligeable. Gomperts kent blijkens zijn polemiek met Broeksz, de instelling van de omroep op dit punt. Incidentele goede pogingen, o.m. van Gomperts zelf, zijn onvoldoende om de sinds decennia terecht gevestigde meningen plotseling te veranderen. |
2. | Mede door het falen van radio en televisie als instrumenten van cultuurpolitiek blijven veel mensen, vooral
|