Maatstaf. Jaargang 10(1962-1963)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 470] [p. 470] A. Marja [Gedichten] Strandleven Eerst maar wat drijven dus zon op het water happen in schuimvlokken ademen neuriën regelmatig de schoolslag een lichaamsoefening - het hoekpunt naderen willens en wetens het peillood hanteren - plonzen in de branding crawlen kantelen oerzout snuiven in de wieren zuigt zich het zeedier zat - waaien verpulveren zon op het water samen drijven dus ankeren stollen huid hout en zand - sop kiezen willens en wetens tussen voor- en nageslacht. [pagina 471] [p. 471] Engagement Liefje als ik lig als ik met je lig en het lachen aan de beurt is het losgevrijde lachen als we de pyjama's weer aandoen en bepraten of we wat drinken of eten zullen of enkel wat roken als we het laken droogwrijven en weten dat we post coitum ver van triest zijn - waarom voel ik dan dat er lijken onder ons liggen waarom ruik ik de schroeilucht het gas waarom wil ik loemoemba zien opstaan en lachen en dansen waarom worgt mij het lynchen het lunsdom het lood - liefje waarom als ik lig als ik met je lig en kan lachen ook over het eigen liggen in de kilte van het voorgoed? [pagina 472] [p. 472] Psalm Ik weet dat het vreselijk is te vallen in handen van de levende god - dat hij bestaat is een leugen dat hij regeert is een sprookje dat hij leeft kan iedereen proeven die niet boordevol vooroordeel zit - Ik weet dat het lieflijk is te wonen in de warmte die vrijkomt waar hij worden wil wie hij is - dat hij zorgt is een wens dat hij kiest is een beeld dat hij mens wordt is een gebed dat wij altijd weer kunnen bidden - Als ik zeg wat ik weet ben ik al verloren - Als ik weet wat ik zeg zwijg ik zijn lof. [pagina 473] [p. 473] Geloof Bergen verzetten is er niet bij - dat mosterdzaadje gekiemd op een levende tong vers voorgelegd aan vissers en volksvrouwen droger dan gort door de retoriek der redenaars waarmee ik niet eens zeggen wil dat die het helpen kunnen - bergen verzetten begin er maar aan - ook als we volwassen zijn en aangepast er is niemand die bij voorbeeld luns de nek omdraait wat toch een gode welgevallig werk moet zijn en niet zo moeilijk - ik praat niet van zo'n tsjombe of andere verre judassen ik blijf dichtbij als het burgertje dat ik ben met weinig verbeelding een berustertje evengoed een bakprodukt [pagina 474] [p. 474] van de specerijengod der zeven provinciën met wie zelfs progressieven het weer goed kunnen vinden - bergen verzetten de muisjes maar baren en niemand die de vieze boel opruimt dus laat staan die bergen - nee in het zaadje herkauwd zit het hem niet. [pagina 475] [p. 475] De profeet Voor ieder woord is betaald met kostbare adem en onvervangbaar bloed hoor het tsjilpmussen fluitkanaries margarineministers en gij allen die enzovoort - ik sta niet op mijn stuk ik bons niet op mijn borst als ik zeg hoor wil ook ik kruipen en luisteren als ik bries vliegt het schuim om mijn eigen oren het eerst - laf was ik zelf vaak uit liefde die geen liefde kan zijn ik neem dus de zweep en het mes in mijn mond niet uit lust niet als clown niet als boetrenegaat die wil tonen dat hij dag en nacht in het vuur pist waarmee hij zelf gespeeld heeft dat nu hem roosteren komt - ik heb weinig tijd de wereld heeft weinig tijd god [pagina 476] [p. 476] heeft tijd zat maar hij zei mij dat is mijn zaak jij moet het zeggen nog eens en nog eens dat de eeuwigheid nu of nooit is het einde nabij het begin in het suizen der zachte stilte maar je weet het kost vlees - ik kan het niet tsjilpen ik kan het niet fluiten ik kan het niet verkwanselen ik wil het desnoods loeien ik wil gekker dan gek zijn maar luister ik leer niets ik donder uit liefde - voor ieder woord is betaald - krijg ik het ook? Vorige Volgende