Maatstaf. Jaargang 10(1962-1963)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 438] [p. 438] Charles D'Orléans Rondeau Pour ce que plaisance est morte Ce may, suis vestu de noir. C'est grand pitié de véoir Mon coeur qui s'en desconforte, Je m'abille de la sorte Que doy, pour faire devoir. Pour ce que plaisance est morte Ce may, suis vestu de noir. Le temps ces nouvelles porte Qui ne veut déduit avoir, Mais par force de plouvoir Fait des champs clore la porte, Pour ce que plaisance est morte. [pagina 439] [p. 439] Rondeel Nu de blijdschap ging verloren Deze mei, kleed ik mij zwart. Zo verdrietig werd mijn hart Dat ik moet zijn zuchten horen; Ik gedraag mij naar behoren Tonend het gewaad der smart. Nu de blijdschap ging verloren Deze mei, kleed ik mij zwart. Ach niets kan mij nog bekoren, 't Is de tijd die ons benart, Stage regen ons verstart En de dag blijft ongeboren, Nu de blijdschap ging verloren. nederlands van h.w.j.m. keuls Vorige Volgende