Maatstaf. Jaargang 10(1962-1963)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 417] [p. 417] Victor E. van Vriesland Bij nader inzien 1 Opdat ik u nog beleve, Ik die reeds veeg word u Die al vervluchtigt, Bid ik u, smeek ik u Vergeef dit leven Opdat ik u nog beleven. 2 Al schrieler wordt het bestaan. Schaduwen Schuiven over de Amstel. Het zijn de gedachtenissen aan de gestorvenen En hun gedachtenissen aan mij. 3 Nog steeds overkomt mij Het oude heimwee Naar een kindheid die er niet geweest is Vanuit een onwezenlijk heden Vluchtig maar tijdeloos. [pagina 418] [p. 418] 4 Klinkt er een bootshoom? De roep Is al voorbij; nog eer Gemeerd is, is men voorbijgevaren. 5 Boven de stad wordt het snel Donker. De lichten gaan op. Het jammeren van de twee duiven Wordt opgevolgd Door het ijle juichen van honderden spreeuwen. 6 Laat mij in eenvoud mij Bezinnen op het van ouds Bekende eind van het lied. Vorige Volgende