Maatstaf. Jaargang 9
(1961-1962)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 890]
| |
[pagina 891]
| |
Perpetuum mobileIn welke boomgaard slaapt de beweging:
de zwerver in de vogel, de veroveraar
in het dier, de wind in het water?
De wolken zal ik nog altijd dragen,
van wolken loopt deze mond over:
de paarden die regen en spraak wekken.
En daar springt in hun dampkring
soms het vliegtuig als een kangoeroe
op de stille maan toe.
Hier in deze avond moet ik de liefde
en de liefste terugvinden,
maar in geen wolk blijft ooit Euredike staan:
Welke mantel zal zij dragen,
hoe zal haar oog staan?
En soms zie ik mijn vader, de reuzewolk,
hoe hij zijn water en zijn haar verliest
en hoe de hemel bijna met hem rijden gaat.
In welk oud en oud gebaar ruist de boomgaard,
stroomt de wind in de ledematen van het water
en hoor hoe heel ver de stem van de mens verstuift.
|
|