Maatstaf. Jaargang 9(1961-1962)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 423] [p. 423] Willem van Toorn [Gedichten] De doden De doden alleen zijn herkenbaar. Naast de nette kerk onder strak- geharkt grint liggen zij onaantastbaar, verrot op hun dode gemak. Rechtop en een handbreedte hoger gaan de levenden door met gebeuren in elkaars metende ogen. Zij moeten door alle deuren nog ingaan tot alle kamers: Slaapkamer. Bed. Korte dood gestorven op elkaars bloot- gegeven lieve lichamen. Huiskamer. Achter vitrage speelt zich of het weinige van levenden herkenbare: mondstanden en gebaren, theeschenken, eten samen, of doen alsof, om eindelijk in de laatste kamer alleen te worden en onaantastbaar, dichtgedaan, dode, herkenbaar elk aan zijn eigen stem. [pagina 424] [p. 424] Nieuwbouw Zwevend achter de ruit zijn wij in onze slaapkamer vissen in lamplichtwater, kleden ons schichtig uit. Betasten angstig het lichaam, buiken, ruggen, benen: nog niets gebeurd. Behoedzaam durven wij ons weer te kleden. Op een avond, vroeger of later, als we ons lichaam zien is het zover: vinnen, water- vingers. De eerste kieuw. Vorige Volgende