Maatstaf. Jaargang 9(1961-1962)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 244] [p. 244] Elise Ruysch van Dugteren Hoe is zijn gezicht... Hoe is zijn gezicht? vroeg ik en zij antwoordden: Dat is gestorven Toen ook al toen wij de laden opentrokken de trotse voorwerpen plaatsend, oppassende byoux toen ook al was hij een verstild dier van zuring en keelgeluiden toen ook al wachtte hij wachtte tussen zijn vingers spon hij zich een gat naar de aarde een weervlinder is hij geworden op de golven van eindeloze conversatie totdat hij bladderend uiteenviel. taal noch teken heeft hij gehoord dat zachte eenmansgeluid dat was van de dood... Vorige Volgende