Maatstaf. Jaargang 8
(1960-1961)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 639]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Hulsker
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 640]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weergegeven, zodat, wie een gedetailleerde beschrijving wenst, naar vroegere litteratuur verwezen kan worden.Ga naar voetnoot* Ook van deze periode echter geldt, dat geen enkele biografie tot dusver geschreven zich ook maar in de verte kan meten met de aangrijpende levensbeschrijving, die Van Gogh zelf ons heeft nagelaten in zijn correspondentie, en het is opnieuw voor deze correspondentie, dat ik in dit artikel de aandacht vraag. Evenals in mijn vorige beschouwingen hieroverGa naar voetnoot** heb ik mij afgevraagd, of een hernieuwde aandachtige bestudering van deze, voor biografisch en kunsthistorisch onderzoek zo belangrijke teksten nog nieuwe gegevens en nieuwe inzichten zou kunnen opleveren. Het volgende is van dit onderzoek het resultaat. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IHet probleem van de datering en de rangschikking van de brieven, waarmee ik mij ook bij de voorafgaande perioden heb beziggehouden, lijkt op het eerste gezicht na 1 januari 1889 minder moeilijkheden op te leveren dan tevoren. Veel meer brieven dan voorheen blijken te zijn gedateerd, weliswaar niet door Vincent zelf, maar door de eerste uitgeefster van de correspondentie, mevrouw Van Gogh-Bonger. Dit geldt vooral voor de brieven uit de eerste vier maanden van 1889, toen Van Gogh nog in Arles verbleef. 20 van deze 31 brieven zijn voorzien van nauwkeurige data als 28 januari, 3 februari, 29 maart, enz., alle tussen haakjes, om aan te duiden, dat ze toevoegsels van de uitgeefster zijn. Haar zekerheid hier is des te verrassender, daar zij, zoals men | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 641]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weet, in de andere perioden slechts zelden een datering heeft toegevoegd, en dan nog meestal in een vaag aanduidende vorm als ‘begin Augustus’, ‘September’, enz. Ik heb mij afgevraagd hoe mevrouw Van Gogh-Bonger gekomen is aan deze gegevens, waarvoor in de meeste gevallen geen nadere aanwijzingen in de tekst te vinden zijn, en heb geen andere verklaring kunnen bedenken dan dat zij de data heeft kunnen afleiden uit de wél gedateerde brieven, die zij in deze maanden ontvangen had van Theo van Gogh, met wie zij begin januari 1889 was verloofd en met wie zij op 17 april trouwde. Argumenten voor deze veronderstelling put ik uit haar eigen aantekeningen bij sommige brieven, zoals die bij 576: ‘9 Februari schrijft Theo mij dat er slechte berichten zijn uit Arles en Vincent weer in het ziekenhuis is opgenomen’, of die bij 579: ‘27 Februari schrijft Theo mij dat Vincent opnieuw in het hospitaal is opgenomen’. Vóór deze gedachte pleit ook het feit, dat ná het huwelijk op 17 april, toen er voor correspondentie tussen Theo en zijn vrouw slechts aanleiding was in de zeldzame gevallen dat de eerste zich op reis bevond, de door mevrouw Van Gogh aangebrachte data weer schaars worden. Hoe dit ook zij, ik heb in de achter dit artikel geplaatste lijst van data voor deze periode de aanduidingen van mevrouw Van Gogh, waarvan de juistheid wel mag worden verondersteld, overgenomen.Ga naar voetnoot* De door mij toegevoegde data berusten op interne evidentie of zijn afgeleid uit de brieven van Theo. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 642]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overziet men nu deze, chronologisch nauwkeurig bekende levensperiode van Vincent in verband met de innerlijke bedreiging waarover ik in het begin van dit artikel gesproken heb, dan blijkt, dat deze maanden van diep-tragische en doorslaggevende betekenis zijn geweest. In de allereerste dagen liet zich de dreiging niet zo ernstig aanzien en kon Vincent zich er met de ‘blague’, waarover hij bij alle zorgen vaak beschikte, luchthartig overheen zetten. Op 2 januari 1889, nauwelijks een week na het bloedige drama van kerstmis, was Vincent reeds in staat de geruststellende mededeling aan zijn broer te doen: ‘Je resterai encore quelques jours ici à l'hôpital, puis j'ose compter retourner à la maison très tranquillement’. Waaraan de behandelende geneesheer, dr. Rey, met meer gezag toevoegt: ‘Je suis heureux de vous annoncer que mes prédictions se sont réalisées et que cette surexcitation n'a été que passagère. Je crois fort qu'il sera remis dans quelques jours’. Inderdaad keert hij reeds de 7e januari terug naar het gele huisje, begeleid door zijn goede vriend, de postbode Roulin, die de hele dag bij hem blijft en aan wie hij uit dankbaarheid voor zijn trouwe hulp zijn laatste francs besteedt: ‘le premier jour j'ai été dîner avec Roulin au restaurant joyeusement, tout à fait rassuré et ne redoutant pas une nouvelle angoisse’, verklaart hij bij het opmaken van de rekening aan Theo [571]. De ziekte had immers niet veel te betekenen? ‘Je regrette que tu te sois dérangé pour si peu de chose’, heet het in 568, en in 569: ‘J'espère que je n'ai eu qu'une simple toquade d'artiste’. Als men leest dat hij, ondanks een paar zorgelijke weken van gebrek aan het meest elementaire [door een niet opgehelderd misverstand is een geldzending van Theo uitgeblevenGa naar voetnoot*] op 17 januari o.a. reeds het meesterlijk beheerste portret van dr. Rey had voltooid, terwijl ook de twee bekende zelfportretten met verbonden oor uit deze tijd moeten zijn, dan kan men begrijpen dat Vincent, hoewel hij zich fysiek nog ‘très faible’ voelde [572], zich over de ziekte van zijn geest nog niet zo veel zorgen maakte. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 643]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ten onrechte, helaas, en nog voor er een nieuwe crisis kwam, moet Vincents optimisme al aanmerkelijk verminderd zijn. Eind januari klinkt het thema van de zenuwziekte reeds herhaaldelijk in de brieven op; zouden de bewoners van Arles er hem misschien vaker dan goed voor hem was, aan herinnerd hebben? ‘Ecoutez, laissez-moi tranquillement continuer mon travail, si c'est celui d'un fou ma foi tant pis’. ‘S'il n'est pas absolument nécessaire de m'enfermer dans un cabanon, alors je suis encore bon pour payer au moins en marchandises ce que je puis être censé de devoir’ [574]. Op 3 februari blijkt de arts hem al een keer wegens oververmoeidheid elke geestelijke arbeid verboden te hebben [576] en Vincent geeft toe dat hij nu wel, in tegenstelling met het moment waarop hij het hospitaal verliet, zich van zijn ziek-zijn bewust was. ‘Que veux-tu, j'ai des moments où je suis tordu par l'enthousiasme ou la folie ou la profétie comme un oracle grec sur son trépied’ [576]. Enkele dagen later al laat het gevaar, dat hem bedreigde, zich gelden: Vincent moet opnieuw in het hospitaal worden opgenomen en als hij na een dag of veertien weer thuis is en voor het eerst aan Theo schrijft, heeft hij al weer genoeg levensmoed verzameld om te hopen, dat het zich nu misschien niet meer zal herhalen. Toch blijkt hij ook ernstig rekening te houden met de mogelijkheid van opneming in een krankzinnigengesticht, waarbij hij dan denkt aan dat te Aix-en-Provence: ‘Mais voici ce que je dis une fois pour toutes à toi et à M. Rey. Si tôt ou tard il serait désirable que j'aille à Aix, comme il en a déjà été question, d'avance j'y consens et m'y soumettrai’ [577]. Vincents vrees zou eerder in vervulling gaan dan hij kon verwachten, al werd het St. Rémy in plaats van Aix. De bedreiging van zijn vrijheid en zijn leven bediende zich nu van de buitenwereld: eind februari ondertekent een flink aantal inwoners van Arles een petitie, die een nieuwe internering ten gevolge heeft. Geen wonder dat dit drama, volgens de Inleiding van mevrouw Van Gogh-Bonger, weer een crisis veroorzaakt. Hoe lang deze duurde, weten we niet, maar op 19 maart was hij in elk geval in staat de volkomen heldere brief 579 te schrijven, die in een ontroerende men- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 644]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geling van berusting en verzet [‘l'humilité me convient après l'expérience d'attaques répétées’] tegenover Theo de balans opmaakt. Een trieste balans, waarin het feit, dat hij drie maanden niet had kunnen werken - want zo voelde hij het - niet het geringste verliespunt uitmaakte. Daarom: ‘Je ne te cache pas que j'aurais préféré crever que de causer et de subir tant d'embarras’. En met huiveringwekkende gelatenheid schrijft hij de verzuchting neer: ‘Que veux-tu, souffrir sans se plaindre est l'unique leçon qu'il s'agit d'apprendre dans cette vie’. Hoe hij zich langzamerhand tracht te schikken in de verschrikkelijke, hem door anderen toegedachte rol, blijkt uit de enkele dagen later neergeschreven verklaring: ‘J'y songe d'accepter carrément mon métier de fou ainsi que Degas a pris la forme d'un notaire’ [581], maar grote bestellingen verf in deze en volgende brieven wijzen weer op sterk toegenomen werklust. En dan volgt op 22 april de wat onverwachte mededeling, waaruit blijkt dat moedeloosheid en angst de overhand hebben gekregen: Vincent wil zich doen opnemen in het krankzinnigengesticht van St. Rémy. Hij vraagt over dit besluit niet te behoeven uitweiden; ‘suffira j'espère, que je dise que je me sens décidément incapable de recommencer à reprendre un nouvel atelier et d'y rester seul, ici à Arles ou ailleurs’ [585]. Het noodlot dat Vincent bedreigde, had de eerste slag gewonnen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IIOver Vincents verblijf in St. Rémy, dat precies een jaar duurde, handelen de brieven 591-634a. Van deze 53 brieven zijn er twaalf van data voorzien, nog elf andere van weinigzeggende en meestal overbodige aanduidingen als Februari, Mei, enz. De dateringen zijn niet altijd geheel betrouwbaar. Zo kan men met zekerheid stellen, dat het antwoord van Vincent [599] op de 5 juli 1889 gedateerde brief van Jo, waarin zij haar zwangerschap aankondigt [T11], niet van dezelfde dag kan zijn, ook al ware de brief niet 's morgens | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 645]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aangekomen [‘la lettre de Jo m'apprend ce matin une bien grosse nouvelle’].Ga naar voetnoot* Een ander voorbeeld is Vincents allereerste brief uit St. Rémy [591], die op 9 mei is geplaatst, d.w.z. als hij er nauwelijks een etmaal aanwezig is. Wanneer men bedenkt dat hij in deze brief al spreekt over twee schilderijen die hij onderhanden heeft [‘des fleurs d'iris violets et un buisson de lilas, deux motifs pris dans le jardin’], terwijl hij na twee weken vier schilderijen had [‘ce mois-ci j'ai 4 toiles de 30 et deux ou trois dessins’ - 592], en bovendien de beschrijvingen van het dagelijkse leven in St. Rémy duidelijk niet op een eerste indruk berusten [‘l'idée du devoir de travailler me revient beaucoup’, ‘jamais j'ai été si tranquille qu'ici’], dan kan men zich niet onttrekken aan de indruk, dat de opgegeven datum op een te gemakkelijk getrokken conclusie berust: ‘brieven van Theo en Jo [T7 en T8] van 8 mei; antwoord van Vincent dus 9 mei’. De aanwezige dateringen aan een zorgvuldige controle onderwerpend heb ik de volledige lijst van data opgesteld, die men achter dit artikel vindt. Er blijkt uit dat de volgorde van de brieven, zoals voorkomend in de jubileumuitgave van 1952-54, voor deze periode, waarin de talrijke brieven van Theo en Jo de nodige steunpunten vormden, nauwelijks wijziging behoeft. Twee gevallen vereisen enige toelichting. Brief 603, die in de uitgave tussen de brieven van eind augustus of september 1889 is terechtgekomen, d.w.z. ná de zomercrisis, is in werkelijkheid geschreven op dezelfde dag als 599, nl. op 6 juli. Ziehier enkele argumenten. In T 14 van 14 augustus staat de zin: ‘In je laatste brief schreef je dat wij om meer dan een reden broers zijn’. Dit slaat op de passage uit 603, waarin Vincent zegt dat ‘les circon- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 646]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stances de vivre dans des états de choses si éloignés de nos conceptions de jeunesse de la vie d'artiste, nous rendraient frères quand même, comme étant à maint égard compagnons de sort’. Dit bewijst dat de brief van vóór 14 augustus is, maar hij is zelfs van vóór 16 juli: In 603 vraagt Vincent of Theo de hem gezonden tekeningen al ontvangen had; op 16 juli fin T 12] heeft Theo hiervoor bedankt. Heeft men eenmaal in gedachten 603 achter 599 geplaatst, dan blijkt de aansluiting volkomen logisch. Na de hartelijke brief aan broer en schoonzuster, waarin de eerste spontane reactie op het goede nieuws uit de brief van Jo was neergelegd, laat Vincent nogeens een uitvoerige bespiegeling volgen, tot Theo gericht: ‘Et toi mon brave - comment ça va, et écris-moi donc quelques mots de ces jours-ci - car je m'imagine que les émotions qui doivent remuer le prochain père de famille...’ enz. Terwijl hij in 599 van zijn bezorgdheid voor Theo's gezondheid sprekende, o.a. zegt: ‘tout en partageant de tout mon coeur toutes les inquiétudes qu'on voudra sur la santé de Theo, chez moi l'espoir prédomine que...’ enz., herhaalt hij in 603 nog eens letterlijk: ‘Ainsi tout en partageant les soucis de ta femme sur ta santé, je ne vais pas jusqu'à croire...’ enz. En een laatste detail: nadat hij in 599 een alinea gewijd had aan de sprinkhanen die buiten hun oeroude wijzen tsjirpten, voegde hij bij 603, later op de dag, een schetsje van diezelfde sprinkhanen, die hem zo ontroerd hadden. Het behoeft nauwelijks gezegd, dat de verplaatsing, behalve biografisch, ook kunsthistorisch van belang is: de in 603 genoemde schilderijen - het maanlandschap met korenschoven, een nieuwe ‘sousbois’ met klimop, een boomgaard - zijn daarmee twee maanden vroeger gedateerd. In dit verband wil ik er terloops op wijzen, dat ook de dateringen van de boeiende en documentair zo gewichtige brieven van Vincent aan ánderen dan Theo [zoals Bernard en Vincents zuster Wil], die in de jubileum-uitgave in het vierde deel zijn verzameld, met voorzichtigheid gehanteerd moeten worden. Om één voorbeeld te noemen: de tot Wil gerichte brief W 12, die in de uitgave gedateerd is ‘Arles, begin Mei 1889’, is, naar mij gebleken is, van half juni | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 647]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[nauwkeurige datering is mogelijk, nl. op 16 juni]. Voor de drie landschapsstudies, die hierin beschreven worden, betekent dit, dat ze niet tot de Arles-periode, maar tot de St. Rémy-periode gerekend moeten worden. Het tweede bovenbedoelde geval van verplaatsing geldt de brief aan de schilder-criticus Isaäcson, die onder nummer 614a is opgenomen, en daarmee omstreeks november 1889 gedateerd zou zijn. Hoewel aan het slot van 614 inderdaad naar een brief van Isaäcson wordt verwezen, wekken reeds de eerste woorden [‘de retour à Paris j'ai lu...’] argwaan. Nauwkeurig tekstonderzoek heeft mij geleerd dat deze brief eerst een maand of zeven later geschreven is, en wel in Auvers, tussen 3 en 8 juni. In de eerste plaats worden twee, gedurende de laatste dagen van het verblijf in St. Rémy geschilderde doeken [de roze rozen op groen fond en de irissen op geel fond] in 614a genoemd, zodat de brief van na 14 mei is. Hij kan bovendien worden vergeleken met de ná 638 verstuurde brief aan Wil, W 22, waarin over Puvis de Chavannes enkele zozeer gelijkluidende zinnen voorkomen, dat de twee brieven wel van nagenoeg dezelfde dag moeten zijn. Een voorbeeld: In W 22: ‘on croirait assister à une renaissance, totale mais bienveillante, de toutes choses auxquelles on aurait cru, qu'on aurait désiré, une rencontre étrange et heureuse des antiquités fort lointaines avec la crue modernité’. In 614a: ‘une rencontre étrange et providentielle des antiquités fort lointaines et la crue modernité’, en ‘on se sent ému comme assistant à une continuation de toutes choses, une renaissance fatale mais bienveillante’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IIIMet de aan de correspondentie ontleende gegevens is het mogelijk een vrij nauwkeurig inzicht te verkrijgen in het verloop van Vincents tragische verblijf in St. Rémy. Tragisch, omdat hij er de gehoopte rust niet gevonden heeft en hij er integendeel in steeds heviger mate geconfronteerd werd met de innerlijke vijand die zijn werkkracht en zijn gezondheid bedreigde. Ik breng alleen de hoofdmomenten in herinnering. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 648]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vincent kwam 8 mei te St. Rémy aan [niet op 3 mei, zoals verschillende recente boeken, ook het genoemde van Elgar, opgeven] en wist zich vrij snel te gewennen aan het lugubere gezelschap om hem heen. Begin juni laat men hem voor het eerst ook buiten de ommuurde tuin van het klooster werken en 7 juli mag hij zelfs, vergezeld door een surveillant, een dag naar Arles gaan om enige daar achtergelaten schilderijen te halen. In de onmiddellijk daarop volgende dagen stuurt hij deze doeken, tezamen met enkele werken uit St. Rémy, nog naar Theo en dan overvalt hem plotseling, terwijl hij bezig is een steengroeve te schilderen, een nieuwe crisis. Pas in de tweede helft van augustus kan hij weer schrijven, en triest klinkt het dan: ‘Tu conçois que j'en suis affligé très profondément de ce que les attaques sont revenues, alors que je commençais déjà à espérer que cela ne reviendrait pas’ [601]. Erger is dat de crises nu, zoals blijkt uit de berichten van zijn arts, dr. Peyron, gepaard gaan met pogingen tot zelfmoord door het inslikken van verf of het drinken van terpentijn. Hoewel zijn gezondheid in de komende maanden niet zo heel veel te wensen overlaat en hij in hard werk een ‘bliksemafleider’ van zijn ziekte zoekt, is aan zijn veerkracht wel een ernstige slag toegebracht. Eerst komt hij maandenlang niet buiten [het is de tijd van de bekende copieën naar Millet en Delacroix] en als hij in het najaar weer zijn bewegingsvrijheid heeft, is er toch al zo'n afkeer van het ‘vegeteren’ in het klooster Saint-Paul in hem ontstaan, dat het thema van een teruggaan naar het noorden telkens weer in zijn brieven opklinkt. Het is in deze tijd [oktober], dat Theo hem wijst op de mogelijkheid van een verblijf bij dr. Gachet in Auvers-sur-Oise. Vlak voor kerstmis [‘juste vers Noël - 622a] heeft de nieuwe crisis plaats die Vincent reeds lang voorvoeld en gevreesd had. Het duurt ditmaal maar enkele dagen, en ook een derde aanval [in het laatst van januari] maakt hem het werken en schrijven niet veel meer dan een week onmogelijk, maar... de crises volgen elkaar nu wel angstig snel op. Nauwelijks een paar weken later slaat de ziekte dan ook weer toe, en nu misschien heviger dan ooit tevoren. Ziehier de samenvatting die mevrouw Van Gogh-Bonger ervan gaf | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 649]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in een noot bij 628: ‘24 Februari schrijft dr. Peyron aan Theo dat Vincent weder overvallen is door een crisis, terwijl hij twee dagen te Arles doorbracht. Men had hem met een rijtuig naar St. Rémy moeten terugbrengen, en wist niet waar hij den nacht had doorgebracht’. Pas half april hervat Vincent met brief 628 de correspondentie, maar dat hij in de afgelopen twee maanden niet onafgebroken zijn bezinning kwijt is geweest, kan worden afgeleid uit het feit, dat hij vóór 19 maart ten minste één brief aan Theo heeft geschreven [dit blijkt uit T 29], een brief die echter niet bewaard is gebleven, zoals ook Theo's brief van 13 of 14 februari verloren moet zijn gegaan. Vincent toont zich ditmaal zeer terneergeslagen, en hoe begrijpelijk! ‘Le travail allait bien, la dernière toile, des branches en fleurGa naar voetnoot* - tu verras, c'était peut-être ce que j'avais fait le plus patiemment et le mieux, peint avec calme et une sûreté de touche plus grande. Et le lendemain fichu comme une brute. Difficile de comprendre des choses comme cela, mais hélas, c'est comme cela’ [628]. In de volgende brieven weerklinkt steeds sterker de wens uit St. Rémy weg te gaan, met een climax in de wanhoopskreet van 4 mei: ‘L'entourage ici commence à me peser plus que je ne saurais l'exprimer - ma foi, j'ai patienté plus d'un an - il me faut de l'air, je me sens abîmé d'ennui et de chagrin’ [631]. Na deze aangrijpende en onweerstaanbare bede is het nog slechts een kwestie van dagen, dagen van overleg tussen Theo en dr. Peyron en tussen Theo en Vincent om de wijze van reizen en het moment van de afreis vast te stellen, en dan vertrekt Vincent vrijdag 16 mei met de nachttrein naar het noorden, om op 20 mei, na een oponthoud in Parijs van drie dagen, in Auvers-sur-Oise aan te komen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IVHet is hier misschien de plaats om mijn beschouwing, die | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 650]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uitsluitend ten doel heeft feitelijke gegevens bijeen te brengen, ontleend aan een filologische benadering van het onderwerp, een ogenblik te onderbreken voor een uitweiding op het gebied der veronderstellingen. Het raadsel van Vincents ziekte en zelfmoord heeft aanleiding gegeven tot een zo omvangrijke litteratuur [meer dan 100 artikelen en monografieën], dat er niet aan gedacht kan worden in dit kader zelfs maar kort op de verschillende theorieën in te gaan. Voor één hypothese echter wil ik een uitzondering maken, omdat hierdoor het belang van een grondige analyse van de correspondentie nog eens duidelijk gedemonstreerd kan worden. De schrijver Pierre Marois heeft in zijn boek ‘Le Secret de Van Gogh’ [Librairie Stock, Parijs 1957] de theorie geïntroduceerd dat de geestesziekte van Vincent samenhing met gebeurtenissen in het leven van Theo: zijn verloving, zijn huwelijk, de zwangerschap van zijn vrouw, de geboorte van de kleine Vincent. ‘Les crises de Vincent sont un écho de la vie familiale de Théo, de cette ‘vraie vie’ à laquelle il avait toujours rêvé sans jamais pouvoir l'atteindre’ [p. 13]. Van de ernstigste, langdurigste crises valt volgens Marois de eerste samen met de verloving van Theo, de tweede met de aankondiging van Jo's zwangerschap en de derde met de geboorte van het kind [p. 151]. Deze theorie lijkt niet onaannemelijk, al zou het alleen maar zijn om het simpele uitgangspunt, dat sterke emoties, zoals de genoemde gebeurtenissen voor Vincent toch wel zullen hebben betekend, een schokkende invloed op zijn uiterst impressionabele gestel kunnen hebben gehad. Een overzicht van de feiten en data is intussen voldoende om het geforceerde van de stelling duidelijk te maken. De zenuwcrises van Vincent hadden plaats op de volgende momenten:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 651]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De belangrijkste gebeurtenissen in verband met Theo's huwelijk waren: aankondiging van zijn ‘goede relaties’ met de Bongers in de brief die Vincent op 24 december 1888 of iets later ontving;Ga naar voetnoot* Bij vergelijking van de twee lijstjes blijkt nu o.m.:
Blijft alleen over het feit dat op de aankondiging ran de zwangerschap op 5 juli wél spoedig een crisis volgde. Hierbij valt allereerst op te merken, dat in tegenstelling tot de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 652]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verloving of het huwelijk, het feit van de blijde verwachting nu niet zo'n héél onverwacht feit voor Vincent kan zijn geweest, en voorts, dat de buitengewoon hartelijke brieven 599 en 603 bepaald niet wijzen op een, hoe goed ook verborgen gehouden, pijnlijk geschokt zijn. Bedenkt men tenslotte dat de crisis onmiddellijk volgde op een van die tochtjes naar Arles, die ook op andere momenten fataal waren gebleken, dan is men geneigd bij het zoeken naar een uiterlijke aanleiding voor de zenuwinstorting [voor zover men een uiterlijke aanleiding wil aannemen] eerder in déze richting te denken. Van Marois' theorie blijft m.i. niet veel over, maar hoe zou het ook, waar hij de bronnen zo onzorgvuldig gebruikt als ik thans met een voorbeeld zal aantonen. Ik verontschuldig mij bij voorbaat voor de lange aanhaling, maar men zal uit het vervolg begrijpen, dat ík zeker niet het verwijt zou willen riskeren onjuist of onvolledig te citeren. Op blz. 172, tegen het eind van zijn boek, komt Marois met de volgende onthulling van een ‘fait nouveau’, dat zich in het leven van Vincent zou hebben voorgedaan. ‘Dans une lettre de juin 1889, il avait fait à Théo un étrange aveu. Parlant d'un personnage de Maupassant qui se trouvait impuissant au moment de son mariage, Vincent déclarait qu'il commençait à lui ressembler. Peu avant Noël, il écrivait à sa mère: ‘Mes camarades peintres se plaignent souvent, eux aussi, que le métier les rende impuissants, ou que ce soit des impuissants qui l'exercent’. On retrouve la même inquiétude dans une lettre adressée à Théo à la fin de la crise, dans le courant d'avril 1890: ‘Je dois te dire qu'il y en a, pour autant que je puisse en juger, d'autres qui ont cela comme moi, qui ayant travaillé durant une période de leur vie, sont pourtant réduits à l'impuissance’. Avait-il pris en dégoût les prostituées dont il s'était longtemps contenté? Le travail épuisant et le métier de fou qu'il s'imposait avaient-ils affecté ses forces nerveuses? Nous l'ignorons, mais il est difficile de ne pas voir un rapport entre ces aveux d'impuissance et les visites qu'il fit à Arles. Il est possible qu'il ait oublié, à son dernier voyage, l'endroit où il avait passé la nuit, plus probable encore qu'il ait voulu | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 653]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
le taire. Les allusions, parfois grossières, qu'il faisait auparavant à ses plaisirs, cessèrent dans ses lettres. Le mariage et la paternité de Théo avaient étouffé en lui tout désir’.Ga naar voetnoot* Voorwaar een merkwaardige ontdekking... áls zij stand zou houden voor de analyse. Men zie. Van de laatste door Marois gebruikte tekst [hij komt voor in 628] stond het voor mij aanstonds vast, dat hij niets te maken had met ‘désir’, maar sloeg op het vermogen om te werken, dat Vincent vreesde zich te zien ontgaan; het ‘ayant travaillé’ tegenover ‘l'impuissance’ gesteld is hier niet mis te verstaan. Bij de tweede passage leek het mij interessant te zien wat er in de oorspronkelijk Nederlandse tekst eigenlijk stond, aangezien het door Marois bedoelde onderwerp in een brief van Vincent aan zijn moeder nogal onverwacht zou aandoen. Welnu in deze brief, waarin hij klaagt ‘zoo ongeschikt [te zijn] om veel dingen te doen, die eigenlijk [zijn] plicht waren’, heet het ‘dat het vak zoo machteloos maakt, of dat het machteloozen zijn die het uitoefenen’. En de eerste tekst? Om te beginnen moet worden opgemerkt, dat men de gehele, door Vincent in grove termen weergegeven anecdote moet lezen om enigszins aan te voelen in hoever hij die met zichzelf in relatie kon brengen en wat hij daar precies mee bedoelde, maar, wat in ons verband van meer belang is, de passage stáát niet in een brief van juni 1889, zij dateert zelfs in het geheel niet uit 1889! Als men het zoeken ervoor over heeft, kan men haar vinden in brief 506 uit... juli 1888, zodat de ‘étrange aveu’ - voor zover daarvan gesproken mag worden - lang aan het huwelijk en het vaderschap van Theo, die zo'n fatale invloed zouden hebben gehad, en zelfs aan zijn verloving, vooraf is gegaan... | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VUit Auvers schreef Van Gogh de brieven 635 tot 652, be- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 654]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nevens 614a; 23 brieven, waarvan 8 [door de uitgeefster] gedateerd zijn.Ga naar voetnoot* Ze omvatten de periode van ruim twee maanden tussen zijn aankomst in Auvers en zijn dood op 29 juli 1890. Die aankomst stel ik op dinsdag 20 mei, niet op 21 mei, zoals mevrouw Van Gogh-Bonger doet. Vincent kwam op zaterdagmorgen 17 mei in Parijs aan; was hij tot woensdag gebleven, dan zou zij onmogelijk hebben kunnen zeggen dat hij drie dagen bij Theo en haar gelogeerd had, iets wat overigens door Vincent zelf bevestigd wordt [‘je ne suis resté à Paris que trois jours’ - 643]. Al dadelijk nu op deze dagen in Parijs, maar ook op de dramatische ontwikkeling van het verblijf in Auvers, wordt een nieuw licht geworpen door het feit, dat mij bij bestudering van de correspondence gebleken is, dat een van de voornaamste brieven uit deze periode moet worden verplaatst. Ik bedoel de brief 648, die vanouds in de uitgaven opgenomen is ná een brief van 30 juni [646], en die dus in juli 1890 geschreven zou moeten zijn. De opmerkingen, in deze brief gemaakt, zijn dan ook begrijpelijkerwijs door alle commentatoren in verband gebracht met Van Gogh's tweede korte bezoek aan Parijs, dat in het begin van juli plaats vond. In werkelijkheid nu is deze brief geschreven in mei, op een van de eerste dagen van zijn verblijf in Auvers en moet hij worden geplaatst tussen 636 en 637. Ter adstructie van deze stelling [waaraan, zoals men zal zien, geen twijfel mogelijk is] enkele argumenten in korte samenvatting: In 648 schrijft Vincent, dat hij nog niets van Theo gehoord heeft - in juli had Theo al herhaaldelijk geschreven; Vincent heeft pas 4 schilderijen en 2 tekeningen gemaakt - in begin juli had hij minstens het tienvoudige;Ga naar voetnoot** | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 655]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
er zouden nog schilderijen in St. Rémy zijn - in 644 van 24 juni wordt bericht dat ze in Auvers zijn aangekomen; Vincent is nog zeer pessimistisch ten opzichte van dr. Gachet - reeds in 637 spreekt hij zijn vertrouwen in hem uit. Het beeld, dat men nu na de verplaatsing van 648 krijgt, is als volgt. Vermoedelijk reeds op de dag van aankomst in Auvers, dus 20 mei, schrijft Vincent aan Theo en Jo een eerste kort verslag van zijn ervaringen [635]: Auvers is heel mooi; hij heeft dr. Gachet opgezocht, die hem nogal excentriek lijkt; hij heeft een goedkoop onderdak gevonden, enz. En dan het hartelijke slotwoordje: ‘Que je suis content d'avoir vu Jo et le petit et ton appartement, qui certes est mieux que l'autre’. Waarschijnlijk de volgende dag, woensdag, schrijft hij het vervolg [636], allereerst om zijn adres mee te delen, wat hij in 635 vergeten had, maar verder om nadere indrukken te geven van Auvers, waar hij nu al geschilderd heeft [‘une étude de vieux toits de chaume’]. De picturale mogelijkheden hier doen hem 10 meter linnen, of tenminste [want het is het eind van de maand!] wat tekenpapier vragen, en dan: ‘Si vers la fin de la semaine tu pouvais m'envoyer de l'argent, ce que j'ai me tiendra jusqu'alors, mais je n'en ai pas pour plus longtemps’. Vincent wacht nu nog een paar dagen - ik neem aan tot vrijdag 23 mei - en schrijft dan de bovengenoemde brief 648, een brief waarin allerlei opgekropte gevoelens zich onverwachts een uitweg banen. Enigszins bitter klinkt al dadelijk het begin: ‘De ces jours-ci, certes j'aurais dans des conditions ordinaires espéré un petit mot de vous déjà’. Hij geeft zelf het antwoord, een antwoord waarin hij tevens verraadt dat er bij het bezoek aan Parijs een gejaagde stemming moet hebben geheerst: ‘Mais considérant les choses comme des faits accomplis - ma foi - je trouve que Theo, Jo et le petit sont un peu sur les dents et éreintésGa naar voetnoot* - d'ailleurs moi aussi suis loin d'être arrivé à quelque tranquillité’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 656]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bij de gedachte aan het kind krijgen een ogenblik weer warmere gevoelens de overhand. Dringend raadt hij Jo aan te zorgen dat, als er meer kinderen zouden komen, deze niet in de stad, maar op het land geboren worden, en verder nu niet te denken over een vermoeiende vakantiereis naar Nederland, maar in plaats daarvan een maand rust te nemen ‘op het platteland’ [hij denkt aan Auvers, zoals uit 640 en 646 blijkt). Nu het eind van de week genaderd is en hij nog geen geld ontvangen heeft, kan hij in zijn ongerustheid het verwijt niet onderdrukken, dat er in Parijs geen duidelijke afspraken gemaakt zijn: ‘D'un autre côté, moi aussi, je crains beaucoup d'être ahuri et trouve étrange que je ne sache aucunement sous quelles conditions je suis parti - si c'est comme dans le temps à 150 par mois en trois fois. Theo n'a rien fixé et donc pour commencer je suis parti dans l'ahurissement. Y aurait-il moyen de se revoir encore plus calme - je l'espère, mais le voyage en Hollande je redoute que ce sera un comble pour nous tous’. En na bittere woorden over dr. Gachet, die hij na een eerste ontmoeting niet meer aangetroffen heeft en in wie hij ieder vertrouwen mist, volgen er eveneens bittere woorden over de wijze waarop hij in Parijs zijn eigen schilderijen en die van de gemeenschappelijke verzameling heeft aangetroffen, voor een deel door Theo opgeslagen in een ‘luizenhok’ bij Tanguy. Vincent kan een huisje met drie kamers en misschien nog wel wat beters huren, en zoiets ‘en tout cas est préférable au trou à punaises chez Tanguy et d'ailleurs j'y trouverais un abri moi-même et pourrais retoucher les toiles, qui en ont besoin. De telle façon les tableaux s'abîmeraient moins et en les tenant en ordre la chance d'en tirer quelque profit augmenterait. Car - je ne parle pas des miennes - mais les toiles Bernard, Prévot, Russell, Guillaumin, Jeannin, qui étaient égarées là, c'est pas leur place. Or des toiles comme celles-là - encore une fois des miennes je ne parle pas - c'est de la marchandise, qui a et gardera une certaine valeur et la négliger c'est une des causes de notre gêne mutuelle’. Vooral de laatste woorden geven te denken, evenals de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 657]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wrange zin die volgt: ‘Mais je ferai encore mon possible de trouver que tout va bien’. Vincents plotselinge depressie was ditmaal dan ook niet gering: ‘Je me sens - raté. - Voilà pour mon compte - je sens que c'est là le sort que j'accepte et qui ne changera plus. [...] Et la perspective s'assombrit, je ne vois pas l'avenir heureux du tout’. En aan het slot herhaalt Vincent met een toespeling op de onbevredigende Parijse dagen: ‘j'espérerais qu'il y eût une possibilité de se revoir bientôt à têtes plus reposées’. Theo heeft ditmaal onmiddellijk teruggeschreven en 50 frs gestuurd; misschien had zijn brief de laatstgenoemde zelfs wel gekruist - we weten het niet, daar deze brief van Theo niet bekend is. Reeds zondag [25 mei] bevestigt Vincent de ontvangst in 637, en met deze brief van Theo was de plotselinge inzinking opeens weer overwonnen. Voorlopig bemerken we van verbittering niets meer. Vincent werkt hard, en de verhouding tot dr. Gachet, van wie hij de eerste dagen van juni een meesterlijk portret schildert, ontwikkelt zich goed. Het gehoopte weerzien ‘à têtes plus reposées’ vindt plaats op zondag 8 juni, als dr. Gachet Theo met vrouw en kind tezamen met Vincent voor het dejeuner heeft uitgenodigd. Alle sombere wolken waren blijkbaar opgetrokken. ‘La journée de dimanche m'a laissé un souvenir bien agréable’, constateert Vincent in 640, ‘ainsi on sent bien qu'on est moins loin les uns des autres’, en ook mevrouw Van Gogh-Bonger herinnert zich in haar Inleiding: ‘de dag was zóó vreedzaam rustig, zóó gelukkig, dat niemand zou hebgen kunnen vermoeden op hoe tragische wijze ons geluk weinige weken later voor altijd verwoest zou worden’ [p. XLVIII]. Voor het zover kwam, heeft nog een derde ontmoeting plaats gevonden, ni. op zondag 6 juli, toen Vincent een dag in Parijs doorbracht, eveneens door mevrouw Van Gogh in haar Inleiding beschreven. Het is ietwat bevreemdend, dat Theo zijn broer voor dit bezoek eerst in een brief van de vorige dag, zaterdag 5 juli [T 40] heeft uitgenodigd: ‘Viens donc si tu veux dimanche avec le premier train’, en dat dit briefje Vincent dus nog dezelfde dag moet hebben bereikt; | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 658]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niettemin is mij uit de overige correspondentie met zekerheid gebleken, dat aan de daaropvolgende zondag, 13 juli, niet valt te denken. Helaas zijn de berichten over de laatste paar weken, waarin we zo graag een goed inzicht zouden hebben om Van Gogh's zelfmoord te kunnen verklaren, uiterst schaars. Als mevrouw Van Gogh-Bonger [twintig jaar na dato!] in haar Inleiding over het bezoek te Parijs zegt: ‘Wij waren oververmoeid door een ernstige ongesteldheid van het kind - Theo had het oude plan weer opgevat weg te gaan van Goupil om zelf een zaak te beginnen, Vincent was niet tevreden over de ruimte waar de schilderijen waren opgeborgen, zoodat er gesproken werd over onze verhuizing naar een grooter appartement, dus waren het dagen vol zorg en spanning’ - dan vermoed ik dat haar, wat de schilderijenkwestie betreft, de problemen van het eerste bezoek voor de geest hebben gestaan,Ga naar voetnoot* maar zeker is het inderdaad, dat Vincent ernstig verontrust is geweest - en niet het minst ook voor zijn broer en schoonzuster! - dat ‘het dagelijks brood’ gevaar liep. Als getuige is er allereerst het niet precies te dateren briefje 647, dat Vincent vermoedelijk onmiddellijk na zijn terugkeer in Auvers heeft geschreven: ‘Mon impression est qu'étant un peu ahuri tous et d'ailleurs tous un peu en travail, il importe relativement peu d'insister pour avoir des définitions bien nettes de la position dans laquelle on se trouve. Vous me surprenez un peu semblant vouloir forcer la situation. Y puis-je quoi que ce soit, enfin puis-je faire chose ou autre que vous désireriez?’ Op deze cri de coeur heeft Jo blijkbaar geantwoord met een heel geruststellende brief, die wij ongelukkigerwijs niet kennen, en daarop volgt dan het tweede getuigenis dat ons een inzicht geeft in Vincents bewogen gemoedsgesteldheid van deze dagen [649]: ‘La lettre de Jo a été pour moi réellement comme un evangile, une délivrance d'angoisse, que m'avaient causée les | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 659]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heures un peu difficiles et laborieuses pour nous tous, que j'ai partagées avec vous. C'est pas peu de chose lorsque tous ensemble nous sentons le pain quotidien en danger, pas peu de chose lorsque pour d'autres causes que celle-là aussi nous sentons notre existence fragile. Revenu ici, je me suis senti moi aussi encore bien attristé et avais continué à sentir peser sur moi aussi l'orage, qui vous menace’. Het motief van het schuldgevoel tegenover Theo en Jo, zo vaak in verband gebracht met Vincents zelfmoord, wordt in deze brief wel genoemd, maar bepaald niet met grote nadruk: ‘J'ai craint - pas tout-à-fait, mais un peu pourtant - que je vous étais redoutable étant à votre charge, mais la lettre de Jo me prouve clairement que vous sentez bien, que pour ma part je suis en travail et peine comme vous’. En de rest van de brief is gewijd aan het werk, dat Vincent weer met de moed der wanhoop ter hand heeft genomen. Ik herinner aan de beroemde, vaak aangehaalde zin over de grote landschappen die hij geschilderd heeft: ‘Ce sont d'immenses étendues de blés sous des ciels troublés et je ne me suis pas gêné pour chercher à exprimer de la tristesse, de la solitude extrême’. Verdriet en eenzaamheid... het moeten wel stemmingen zijn die Vincent beheerst hebben, toen hij na zijn terugkomst uit Parijs in snel tempo [‘le pinceau pourtant me tombant presque des mains’] deze landschappen op het doek wierp, maar nu was er de troostrijke brief van Jo, die ‘als een evangelie’ had geklonken en hem van zijn beklemming had bevrijd. Het verplaatsen van brief 648 heeft aangetoond, dat er op dit ogenblik ook met door een ander ernstig conflict spanningen tussen de beide broers bestonden, en zo blijken er uit de correspondentie geen motieven te putten, die een tragische ontwikkeling kunnen doen verwachten. Schrijft Vincent onmiddellijk hierna aan zijn moeder en zuster [650], dan zijn het heel hartelijke woorden over de vakantie, die Theo en Jo [zeker enigszins tot zijn teleurstelling!] nu toch in Nederland gingen doorbrengen en is uit | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 660]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de beschrijving van het werk het navrante dement geheel verdwenen: ‘Ik voor mij ben geheel geabsorbeerd in die onafzienbare vlakte met korenvelden tegen de heuvels, groot als een zee, fijn geel, fijn zacht groen, fijn paars van een omgewerkt en gewied stuk grond, regelmatig met het groen van bloeiende aardappelvelden gespikkeld, alles onder een lucht met fijn blauwe, witte, rose, violette tonen. Ik ben geheel in een stemming van haast al te groote kalmte, in een stemming om dat te schilderen’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIMet deze negatieve karakterisering, ‘een stemming van haast al te groote kalmte’, zijn we in de tijdsorde gekomen tot ongeveer 9 of 10 juli, de datum waarop naar mijn mening de brief aan moeder en zuster geschreven moet zijn. Wat heeft zich in de volgende paar weken afgespeeld? Er is geen enkel feitelijk gegeven beschikbaar om hierop een antwoord te geven. Ja, één symptoom is er, dat verontrusting wekt. Het is het zeer ongewone verschijnsel dat Vincent [als er tenminste geen brieven van hem zijn weggeraakt] in ongeveer veertien dagen niet meer aan Theo of Jo geschreven heeft. Schreef Theo daarom op 20 juli aan Jo: ‘Als hij maar niet melancholiek is en er weer een crisis op handen is, het ging nu zoo goed’ [Inleiding p. XLVIII]? Theo en Jo waren, het is waar, op 15 juli naar Leiden vertrokken, maar Vincent was gewend naar Nederland te schrijven en dan, Theo was reeds na enkele dagen weer te Parijs terug. Er is hier veel wat zich aan onze waarneming onttrekt, ook al, doordat Theo's brief aan Vincent van 22 juli verloren Is gegaan. Mijn artikelen hebben niet de bedoeling nieuwe hypothesen omtrent Van Gogh op te werpen en ik zal mij dus niet In veronderstellingen begeven, maar wel kan ik zeggen dat, voor zover het bronnenonderzoek een conclusie toelaat, de storm die Vincent op 27 juli ontworteld heeft, uit vrijwel wolkeloze hemel is opgestoken.Ga naar voetnoot* Als dit juist is, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 661]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zou het in elk geval met het karakter van het noodlot, dat zijn leven sinds kerstmis 1888 voortdurend bedreigd had, niet in strijd zijn. Ten slotte nog een ertkel woord over het document, dat voor ons in dit verband van de grootste zakelijke, maar ook emotionele betekenis is: Vincents laatste brief aan Theo. Of moet ik zeggen: Vincents laatste brieven? De uitgaven kennen de brief 651, die 23 juli, dus vier dagen voor zijn zelfmoordpoging, gedateerd is, en de brief 652, die het bijschrift van Theo draagt: ‘Lettre qu'il portait sur lui le 29 juillet’. Het is deze onvoltooide brief 652, waarvan vooral de slotalinea [‘Eh bien, mon travail à moi, j'y risque ma vie et ma raison y a sombréGa naar voetnoot* à moitié’ enz.] honderden malen als ontroerende laatste uiting van Vincent geciteerd is. De moedeloze vraag ‘mais que veux-tu?’, waarop deze brief en daarmee de correspondence uitklinkt, leek symbolisch voor het tragische einde van dit kunstenaarsleven. Het spijt mij daarom enerzijds, dat de nuchtere tekstbestudering de gangbare opvatting met haar dichterlijk-dramatische karakter moet komen verstoren. Zie ik het goed [en ook hier is m.i. twijfel niet mogelijk], dan is niet 652, maar 651 Vincents laatste brief. 652 is namelijk slechts een eerste opzet, die hij halverwege, blijkbaar omdat het geschrevene hem niet beviel [was het hem te somber?], afbrak om opnieuw te beginnen. Men vergelijke het begin van beide brieven, dat vrijwel letterlijk gelijk is: 652: ‘Merci de ta bonne lettre et du billet de 50 fr. qu'elle contenait. Je voudrais bien t'écrire sur bien des choses mais j'en sens l'inutilité. J'espère que tu auras retrouvé ces messieursGa naar voetnoot** en de bonnes dispositions à ton égard’. 651: ‘Merci de ta lettre d'aujourd'hui et du billet de 50 fr. qu'elle contenait. Je voudrais peut-être t'écrire sur bien des choses, mais d'abord l'envie m'en a tellement passé, puis j'en sens l'inutilité. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 662]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J'espère que tu auras retrouvé ces messieurs dans de bonnes dispositions à ton égard’. Gelooft men werkelijk, dat Vincent, deze laatste regels op 23 juli geformuleerd en verzonden hebbende, dezelfde zinnen drie of vier dagen later nog eens uit het hoofd zou hebben opgeschreven met de bedoeling een nieuwe brief te beginnen? Moge dan nog eenmaal de nuchterheid haar geluid doen horen: het is mij gebleken dat Theo in de Auverstijd Vincent telkens na ongeveer een week 50 frs stuurde. Aangezien hij dit deze keer op 22 juli gedaan had, kan niet worden aangenomen, dat hij het enkele dagen later opnieuw deed, zodat het wel zeker is, dat in 652 en 651 over één en hetzelfde biljet wordt gesproken... Is het ongewoon, dat Vincent een brief niet afmaakte en toch bewaarde? Geenszins. De uitgave vermeldt bij de brief aan Gauguin nr. 643: ‘onvoltooide brief uit deze dagen onder zijn papieren gevonden’, en persoonlijk neem ik van de onvoltooide brief aan Wil, W 21, aan [hoewel de uitgave alleen vermeldt ‘de rest ontbreekt’] dat dit eveneens een niet verzonden concept is, nl. voor de vrijwel gelijk beginnende W 22. Een laatste vraag. Gaat er eigenlijk aan ‘litterair’ effect wel zoveel verloren, als in toekomstige uitgaven de wérkelijk laatstgeschreven brief 651 aan het slot zou worden geplaatst, na 652? Het resultaat zou zijn, dat Van Gogh's geschreven oeuvre niet uitluidt op het mineur-akkoord van het machteloos-gelaten ‘mais que veux-tu?’, maar op de rustige en heldere beschrijving, begeleid door een schetsje en met meer dan een dozijn kleuraanduidingen, van het schilderij Le Jardin de Daubigny, ‘une de mes toiles les plus voulues’: ‘Le jardin de Daubigny avant-plan d'herbe verte et rose. A gauche un buisson vert et lilas et une souche de plante à feuillages blanchâtres. Au milieu un parterre de roses, à droite une claie, un mur, et au dessus du mur un noisetier à feuillage violet. Puis une haie de lilas, une rangée de tilleuls arrondis jaune, la maison elle-même dans le fond, rose, à toit de tuiles bleuâtres. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 663]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Un banc et trois chaises, une figure noire à chapeau jaune et sur l'avant-plan un chat noir. Ciel vert pale’. Wat is meer symbolisch voor een schilder, die, ondanks de bedreigingen waaraan hij geestelijk en lichamelijk blootstond, zijn scheppingskracht tot in zijn laatste levensdagen heeft weten te behouden? Voor mij is de keuze niet moeilijk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aantekening
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 664]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|