Maatstaf. Jaargang 8(1960-1961)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 637] [p. 637] M. Mok [Gedichten] Hemels Stiller dan de hemel is er niets. Hemelser is er niets dan de stilte. Ik ben een luisterend orgaan lichtjaren boven elke hoorbaarheid, een wolkje aan het voorhoofd van de nacht die achter de gesternten staat gespannen. Geen korrel stof kruist ooit mijn luisterveld, geen speldeknop gaat blinken aan het zwart van de gewelven waartegen ik hang. Louter onhoorbaar- en onzichtbaarheid houden mijn hunkerend leven omvat. Er is niets dodelijker dan de stilte. Er is niets stiller dan de dood. [pagina 638] [p. 638] Vreemd daglicht Vreemd daglicht. 's Morgens heeft mijn hoofd geen aanspraak aan de tijd. Ik sta verloren in dit zuidelijk blauwwaterbassin. De bergen spitsen zich toe en wijzen voorbij de boomgrens van mijn denken. Misschien lopen er wezens eeuwenhoog boven mijn ogen. 's Avonds speelt de maan voor minnares. Er is hier te veel fluwelen hoofsheid. Ik snak naar de klauwen van de zuidwester in mijn aangezicht. Vorige Volgende