Maatstaf. Jaargang 8(1960-1961)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 569] [p. 569] Pierre Kemp [Gedichten] Mensengeel Ik vergelijk een hedendaags geel op straat met dat van gele bloemen en kan de mensenvinding niet zo heel bijzonder noemen. Ik weet wel, zij kunnen de zon er niet onder vermalen, want zelfs als dat ooit kon, blijft licht nog ademhalen. Toch is dat geel daar op straat niet dood, het lijdt alleen aan adem-nood. [pagina 570] [p. 570] Speelgoed Van speelgoed ben ik voortgekomen. En hoe keer ik weer? Ik had mijn uur van groots dromen en soms was ik een heer. Het geeft bij mijn gaan geen dringen van rouwend publiek. Wie herinnert zich nog mijn zingen, mijn miniaturen en mijn muziek? Waarom zouden zij ook draven om die dode P.K.? Hij wordt toch maar begraven als speelgoed, dat niets laat na. [pagina 571] [p. 571] Het Mijn arme benen liggen nog in bed en de zon staat al boven de bomen. Er is Iets, waar ik niet zo op let en dat is nu gekomen. Had ik dan op de kim moeten staan en Het daar houden onder? Maar moét ik Het wel tegengaan, die quintessens van mijn Wonder!? Vorige Volgende