Maatstaf. Jaargang 8
(1960-1961)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 512]
| |
[pagina 513]
| |
Geen gedichtdit is een brief
geen gedicht
het is alles om de leugen begonnen
het is alles om de mensen begonnen
een mens leeft zijn leugen
een mens liegt zijn gelijk
het is alles
om deze waarheid
dat is:
alles om de onwaarheid
het is alles om de onwaarheid van een mens
dat hij schrijft
een mens
hij droomt
hij droomt van een droom
in een droom in een droom
dat wil zeggen:
hij leeft
hij leeft
bij de gratie van het geloof in zichzelf
en
het kan nog immer niet genoeg gezegd:
het is om de leugen begonnen
het is om de mensen begonnen
het is om het geloof van de mens in zichzelf dat hij schrijft
| |
[pagina 514]
| |
dit is geen gedicht
dit is een bittere aanklacht
dit is een brief
geen gedicht
voor schrijven is geen droog brood te koop
geen grond om te leven
geen steen om te staan
aarde is aarde
en het gras groen
dit is geen gedicht
dit is een ongelovige brief
een verwijt aan het woord
[kwalijke vijand
beest ondier]
aan het woord dat geen vlees wordt
licht wordt
zelfs geen stem
dit is geen gedicht
er zal nimmer meer
een gedicht worden geschreven
| |
[pagina 515]
| |
God van de polderde god van de polder
kijkt wat misnoegd
naar het vocht in zijn aerdenhouten kruik
vreemd? als er geen kip meer gebraden
geen gevilde haas geen koestuk
hem voor de mond valt
als geen boer vrouw kind hem een knieval maakt
het geloof is tanende
denkt de oude. zint op wraak
hij blaast zich een vlam in een hooischelf
| |
[pagina 516]
| |
Drie fragmenten1met de dood voor ogen
valt het woord op papier
het is zijn laatste wapen
zijn laatste wapen
zichzelf
koud witheet ongekleed gaat het woord
het is nimmer pacifistisch
het woord is altijd een vuist
| |
2in elke letter verliefd
doch vergeefs is het woord
in elke letter lam
blind
een venerische ziekte
het woord heeft met zichzelf te doen
| |
3zo zal het blijven
een stem op de aarde
een teken in het zand
daarachter gaat verborgen de mens
met de dood voor ogen
nimmer pacifistisch, vuisten makend
vuisten
als van gesmolten marmer
|
|