Maatstaf. Jaargang 8
(1960-1961)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 315]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Hulsker
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 316]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zijn vrienden Van Rappard en Bernard, vormen een stuk levensbeschrijving dat niet alleen volstrekt onmisbaar is voor het wetenschappelijk onderzoek omtrent de figuur Van Gogh, maar dat bovendien door zijn authenticiteit een emotionele waarde bezit, waarmee geen enkele latere herschepping zich kan meten. Het spreekt vanzelf dat er kwalitatief een ontzaglijk onderscheid is tussen allerlei geromantiseerde biografieën die het met de waarheid niet zo nauw nemen, en een aantal verantwoorde wetenschappelijke studies. Toch is zelfs naast de best gedocumenteerde beschouwingen [die dus de correspondentie tot uitgangspunt hebben] de lectuur van de brieven zelf bijzonder verhelderend. Bij de meer populaire geschriften is voorzichtigheid zeker geboden. Bij weinig kunstenaars is nu eenmaal de legendevorming zo sterk geweest als bij Van Gogh, terwijl er merkwaardig genoeg toch juist niet veel kunstenaars zijn van wie wij zoveel levensbijzonderheden kennen. Sommige romantische en schilderachtige details vindt men in vrijwel alle boeken over Van Gogh, doordat ze eenvoudig sinds vele jaren door iedere schrijver van de vorige zijn overgenomen, terwijl ze toch piet voldoende grond in de brieven en andere authentieke bronnen vinden. Ik noem één voorbeeld: In september 1888 schilderde Van Gogh bij avond het tafereel, bekend als ‘De Sterrennacht’: een sterrenhemel boven de rivier, waarin zich de lichtjes van de stad weerspiegelen. Welnu, in vrijwel alle boeken, ook in de wetenschappelijke, vindt men het verhaal dat Van Gogh bij zulke gelegenheden buiten zat te werken met een krans van brandende kaarsjes op zijn hoedrand bevestigd, en sommige schrijvers verzuimen niet erbij te zeggen dat de inwoners van Arles hieruit wel de indruk moesten krijgen met een gek te doen te hebben. Zoekt men echter bij Van Gogh zelf op hoe hij zegt dit doek geschilderd te hebben, dan vindt men eenvoudig [in br. 543, die van een volmaakte rust en luciditeit getuigt] : ‘le ciel étoilé peint la nuit même sous un bec de gaz’... Gezien de betekenis van de briefwisseling voor de kennis van leven en werk van Vincent van Gogh is een zorgvuldige bestudering van dit materiaal noodzakelijk. In het volgende | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 317]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wil ik een bijdrage geven tot dit bronnenonderzoek wat de Arles-periode betreft, zoals ik dat in twee voorafgaande artikelen in Maatstaf, ‘Van Gogh's dramatische jaren in Den Haag’ en ‘Van Gogh's opstandige jaren in Nuenen’Ga naar voetnoot* gedaan heb omtrent twee andere belangrijke tijdperken uit Van Gogh's leven. Konden die artikelen bijna uitsluitend op aandachtige lectuur van de gepubliceerde teksten, dus op ‘internal evidence’, berusten, ook bij de brieven uit Arles is mij gebleken dat de niet altijd even duidelijke formuleringen nog heel wat van hun geheimen kunnen prijsgeven, mits ze met filologische nieuwsgierigheid en toewijding gelezen en herlezen worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IOver de Arles-periode zijn we betrekkelijk goed ingelicht, doordat niet alleen talrijke brieven van Vincent aan Theo bewaard zijn gebleven, maar bovendien vrij veel aan zijn schildervriend Bernard en aan zijn zuster Willemien. Ook dateren uit deze maanden de eerste brieven van Theo aan Vincent die niet verloren gegaan zijn en, al zijn dit er uit 1888 maar drie, ze zijn van onschatbare waarde, omdat juist deze brieven ons zulk een duidelijk beeld geven van de warme liefde die Theo zijn broeder toedroeg. Was de trouwe financiële steun die hij nu al sinds jaren Vincent verschafte, op zichzelf al niet een bewijs van die liefde, het zou moeilijk zijn er nog aan te twijfelen, als men eenmaal kennis genomen heeft van de even nobele als hartelijke gezindheid die uit deze toevallig tot ons gekomen woorden spreekt. ‘J'apprends avec peine que tu ne te trouves pas bien’, begint br. T 2. ‘Tu dois avoir trop travaillé et oublié par là de soigner ton corps comme il le faut’. Erger nog dan de gedachte aan een lichamelijke indispositie drukt Theo echter het besef dat Vincent zich zorgen maakt over het geld. Vernemend dat Gauguin te Arles is aangekomen, stuurt Theo om te beginnen onmiddellijk een postwissel van 50 francs, aangezien het geld dat hij naar Bretagne had gestuurd, Gauguin misschien niet meer bereikt had, en hij doet de volgende nadrukkelijke uit- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 318]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
spraak: ‘Maintenant par ta lettre je vois que tu es malade et que tu te fais des quantités de soucis. Une fois pour tout il faut que je te dise une chose. Je considère comme si la chose d'argent et de vente de tableaux et tout le côté financier n'existe pas, ou plutôt que cela existe comme une maladie’. Hij zou willen dat Vincent in het geheel niet meer over de geldkwestie dacht: ‘Tu parles d'argent que tu me dois et que tu veux me rendre. Je ne connais pas cela. Là ou je voudrais que tu arrives cela serait, que tu n'aies jamais la préoccupation’. Laat Vincent hem dan echter ook altijd tijdig waarschuwen als de nood aan de man is: ‘Mais de grâce avertis moi à temps pour que je ne sens pas que tu aies été dans la misère et que tu aies été malade parce qu'il te manquait le morceau de pain pour vivre’ [T 3]. Dat de verhouding tussen Theo en Vincent niet altijd zo goed was geweest als in deze tijd, is bekend. In het artikel ‘Van Gogh's- opstandige jaren in Nuenen’ heb ik uitvoerig beschreven hoe heftig Vincent in die tijd soms tegen Theo in verzet kwam, omdat hij het gevoel had niet genoeg gewaardeerd te worden. Voor de geldelijke steun was hij dankbaar, maar hij wenste geen ‘protégé’ van Theo te zijn en eiste op vrij hoge toon dat Theo krachtiger pogingen zou doen zijn werk bekend te maken en te verkopen. Reeds aan het eind van de Nuenense tijd echter was Vincent al minder aggressief geworden en de twee jaren van samenwonen in Parijs - waarover we tamelijk slecht geïnformeerd zijn - zullen veel tot de verbetering van de atmosfeer hebben bijgedragen. Wel beklaagde Theo zich, vooral in de aanvang, tegenover familieleden over het moeilijke karakter van zijn broer [mevrouw Van Gogh-Bonger vertelt daarover interessante bijzonderheden in haar inleiding tot de uitgave der brieven], maar op den duur is zeker de wederzijdse waardering gegroeid. Vermoedelijk is Vincent zich in de vruchtbare Parijse jaren wel zozeer bewust geworden van zijn sterk toegenomen kunnen en heeft hij daarenboven zoveel erkenning gevonden bij zijn tijdgenoten-schilders - met wie hij in Parijs meer dan tevoren in aanraking kwam - dat er voor het gevoel onderschat te worden niet zoveel aanleiding meer was. In Arles tenminste bemerken we van enige wrok tegenover zijn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 319]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
broeder op grond van onvoldoende begrip voor de waarde van zijn werk niets meer. Integendeel. Terwijl het Vincent nooit ontbroken heeft aan bescheidenheid en ook uit de Arles-periode wel uitlatingen kunnen worden aangehaald die bepaald niet van zelfoverschatting getuigen [‘moi je suis en somme mécontent de tout cela que je fais’ - br. 505], hebben het verbazende gemak en de zekerheid waarmee hij in Arles bleek te kunnen realiseren wat hem voor de geest stond, hem op verscheidene momeaten toch zinnen in de pen gegeven, waaruit een gepast gevoel van eigenwaarde en zelfs een zekere trots spreken. Bijvoorbeeld na zijn uitstapje naar de kust: ‘Je ne suis ici que quelques mois, mais - dites-moi est ce qu'à Paris j'aurais dessiné en une heure le dessin des bateaux?’ [500]. En met een ontroerende ondertoon van verdriet en zelfbewustzijn tegelijkertijd: ‘Je n'y puis rien que mes tableaux ne se vendent pas. Le jour viendra cependant où l'on verra que cela vaut plus que le prix de la couleur et de ma vie en somme très maigre, que nous y mettons’ [557]. Het verwondert ons daarom niet al te zeer, wanneer we zien dat Vincent, die vroeger Theo wel verweet niet genoeg zijn best te doen voor de afzet van zijn werk, nu soms een zekere tegenzin tegen verkopen ten toon spreidt. Men leze br. 558, waarin het vasthouden van zijn schilderijen, mits ze goed zijn, financieel niet onvoordelig wordt genoemd: ‘car comme du vin qu'on aurait en cave cela caverait tranquillement’. Ook in 563 zegt hij: ‘Me demanderais-tu ce qui me ferait plaisir c'est tout simplement une seule chose: que tu gardes pour toi dans l'appartement ce que tu aimes dans ce que je fais, et que tu n'en vendes pas maintenant’. En niet onvermakelijk is in deze brief zijn trots tegenover de firma waar hij zelf vroeger, niet tot zijn genoegen, jaren lang gewerkt had en die nu Theo een broodwinning verschaft. Theo heeft hem geschreven een schilderijtje van hem te willen inlijsten, blijkbaar om het in de zaak op te nemen, een van zijn lente-stukjes, ‘une petite toile d'un pêcher rose’, maar daar wil Vincent niet van horen. Hij vindt het onverenigbaar met zijn vroegere gedrag hier terug te komen ‘avec une toile d'une telle innocence que ce petit pêcher’. Wat hij des- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 320]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
noods wel zou willen, is er na een of twee jaar terug te komen met een tentoonstelling van een dertigtal grote werken van hem alleen [die dan, zoals hij zegt, nooit aangenomen zou worden!]. ‘Mais je ne veux pas que jamais Boussod ait possibilité de dire “cette petite toile n'est pas trop mal pour ce jeune commençant”’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IIMen zou zich kunnen afvragen of Vincents groeiende zelfbewustzijn hem gedurende de maanden in Arles, althans gedurende de maanden vóór de crisis van kerstmis 1888, ook meer vreugde zal hebben gebracht dan hem in vorige levensperioden beschoren was geweest. In het algemeen gesproken kan die vraag zeker bevestigend worden beantwoord. Toch heeft m.i. aan het geluk, waar de beroemde biografie van Meier-Graefe over spreekt [die immers deze periode beschrijft onder de titel ‘Das Glück in Arles’], te veel ontbroken om het werkelijk met die naam aan te duiden. Daarvan getuigen tal van uitspraken, waarvan hier natuurlijk slechts enkele in herinnering kunnen worden gebracht. In de eerste plaats zijn er telkens weer momenten waarin Vincents gezondheid te wensen overlaat en hem het werken onmogelijk dreigt te maken. ‘Je n'aurais peur de rien si n'était cette sacré santé’, klinkt het veelbetekenend in 480 en het is begrijpelijk dat juist in de dagen van ‘faiblesse physique’ een pessimistische stemming overheerst zoals in het begin van deze brief, ondanks de bewering van het tegendeel tot uiting komt: ‘Ce n'est pas en noir que je vois l'avenir, mais je le vois très hérissé de difficultés, et par moments je me demande si ces dernières ne seront pas plus fortes que moi’. Verder moet de eenzaamheid van zijn schildersbestaan in het zuiden hem soms bedroefd hebben, al spreekt hij er maar een enkele maal over. Hij was er zich vooral van bewust in de weken dat hij de komst van Gauguin afwachtte, immers, zou deze het in Arles wel uithouden? ‘Bien trop souvent je me décourage à fond, en songeant à ce que dira Gauguin du pays à la longue. L'isolement est bien sérieux ici, et toujours en payant il faut se tailler des degrés dans la glace, pour aller | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 321]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de la journée de travail au même lendemain’ [530]. Het is een navrant beeld, dat Vincent hier van zijn levensweg oproept en het is te vrezen dat het geen retoriek was... Tenslotte moet bovenal de vraag of hij zijn broer Theo niet te veel tot last was, hem telkens weer en in toenemende mate gekweld hebben, ondanks zijn vertrouwen in de kwaliteit van het oeuvre dat hij bezig was tot stand te brengen. Zo schrijft hij in oktober: ‘Lorsque de ces jours-ci j'y pense très souvent que toutes les dépenses de la peinture pèsent sur toi, alors tu ne saurais t'imaginer combien j'en ai une inquiétude’ [550]. En met nadruk herhaalt hij verderop in deze brief: ‘Si je n'étais pas tourmenté affreusement et toujoursGa naar voetnoot* par cette inquiétude-là, je dirais que cela marche, car le travail deviendra meilleur et la santé est bien mieux qu'à Paris’. Het is op dergelijke zinnen dat Theo gereageerd heeft met de boven aangehaalde brief van 27 oktober [T 3], wat Vincent dan nog eens de gelegenheid geeft tot een duidelijke samenvatting: ‘Pour malade je t'ai déjà dit que je ne pensais pas l'être, mais je le serais devenu si mes dépenses avaient dû continuer. Puisque j'étais dans une atroce inquiétude de te faire faire un effort au-dessus de tes forces’ [558]. Hoe ziek hij helaas nauwelijks acht weken later toch worden zou, is bekend, en dat de ‘atroce inquiétude’ waarover hij hier en elders spreekt, voor geen gering deel tot die ziekte en zelfs tot de uiteindelijke zelfmoord zal hebben bijgedragen, staat voor mij vast. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IIIDe maanden in Arles mogen dan al geen in diepste zin gelukkige tijd voor Van Gogh geweest zijn - de depressies waarvan de brieven nu en dan de invloed verraden, kunnen toch niet de hoofdindruk wegnemen dat hij het grootste deel van deze tijd heeft doorgebracht in een toestand van extatische verrukking. De stemming waarin hij verkeerde, toen hij na een tweejarig verblijf in Parijs de stad ontvluchtte, moet zijn geestdrift voor de natuur in het zuiden nog versterkt hebben. Hoe hij er in de laatste Parijse winter aan toe | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 322]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
was, kan men afleiden uit enkele terloopse opmerkingen van vele maanden later: ‘abruti justement au point d'être absolument incapable de faire quoi que ce soit, sauf un peu de peinture’ [489]; ‘fatigué et presqu'évanoui cérébralement’ [564]. In een brief van eind september aan Gauguin formuleerde hij het aldus: ‘Lorsque j'ai quitté Paris bien, bien navré, assez malade et presque alcoolique, à force de monter le cou alors que mes forces m'abandonnaient - alors je me suis renfermé en moi-même et sans encore oser espérer’ [553a]. Welnu, nauwelijks drie weken na zijn aankomst in Arles heeft hij al een meesterwerk van beheersing, evenwichtigheid en stralende kleurkracht als De Ophaalbrug [Museum Kröller-Müller nr. 208] tot stand gebracht, en weer enkele weken later, als hij de ene bloeiende boomgaard na de andere heeft geschilderd, heet het o.a.: ‘Je suis dans une rage de travail’ [473]. Vaak aangehaald zijn de woorden, waarmee zijn eerste briefje aan Bernard uit Arles begint: ‘Ayant promis de t'écrire, je veux commencer par te dire que le pays me paraît aussi beau que le Japon pour la limpidité de l'atmosphère et les effets de couleur gaie’ [B 2]. En die eerste indrukken worden door andere, niet minder kostelijke gevolgd. Zijn de boomgaarden uitgebloeid, dan volgen de zomerlandschappen met hun goudgele, zongeblakerde korenvelden en hun oogsten; als de zomer ten einde loopt, zijn het weer nieuwe kleurengamma's die Vincent verrukken, die van de zonnebloemen, de groene parken en tuinen, de wijngaarden, de bladertooi van de herfst. In september schrijft hij de later beroemd geworden zin, reeds door mevrouw Van Gogh-Bonger in haar inleiding tot de Brieven aangehaald: ‘J'ai une lucidité terrible par moments, lorsque la nature est si belle de ces jours-ci et alors je ne me sens plus et le tableau me vient comme dans un rêve’ [543]. Geen wonder dat dit extatische ondergaan van het leven in Arles hem bracht tot een ongehoorde produktiviteit. Het aantal werken dat gedurende dit ene jaar in Arles ontstond, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 323]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
is verbijsterend groot, vooral gezien de kwaliteit ervan: 190 schilderijen en 108 gecatalogiseerde tekeningen,Ga naar voetnoot* d.w.z. gemiddeld 4 schilderijen en 2 tekeningen per week! Men bedenke overigens dat Van Gogh zelf het aantal der schilderijen aanmerkelijk veel lager zou hebben gesteld, immers voor hem waren de meeste geschilderde werken niet meer dan studies: ‘études peintes’; slechts enkele werkelijk schilderijen: ‘tableaux’. Dit onderscheid, dat voor ons vrijwel alle betekenis heeft verloren, komt bijvoorbeeld goed uit in de zin: ‘venant dans une nature toute nouvelle pour moi, j'ai commencé à faire des études à droite à gauche, dont je t'ai fait deux envois, mais que si tableaux il y a là-dedans, ce ne sont tout au plus que 2 ou 3’ [548]. Elders beroept hij zich voor zijn strenge opvatting op het voorbeeld van de bewonderde Monticelli: ‘Il faut étudier une dizaine d'années et alors produire quelques figures. Voilà ce que Monticelli a pourtant fait, comptez par des centaines de ses tableaux que comme des études’Ga naar voetnoot* [542], hetgeen ongeveer bedoelt te zeggen: beschouw honderden van zijn schilderijen slechts als studies. Het hoge tempo van werken leverde hem veel kritiek op, maar dat deerde Van Gogh niet [‘heureusement pour moi je sais assez ce que je veux, et suis d'une extrême indifférence pour la critique de travailler à la hâte au fond’ - 563]. Wel bracht het hem dikwijls in moeilijkheden dat zijn voorraad verf en linnen ontijdig geslonken was en niet snel genoeg kon worden aangevuld. Overgaan tot tekenen was dan vaak voor korte tijd de enige oplossing. Zo in september, toen het mooie weer hem tot [zelfs voor zijn doen] ongewoon grote activiteit prikkelde [‘parce que jamais j'ai eu une telle chance, ici la nature est extraordinairement belle’ - 539] en hij opeens bemerkte dat niet alleen zijn beurs uitgeput was, maar hij ook gebrek had aan verf en linnen. Hij illustreerde dit niet zonder humor met het verhaal dat hij bij het schilde- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 324]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren van het park tegenover zijn huis geen groen meer had en hij zich voor deze onmisbare kleur moest behelpen door het mengen van blauw en geel: ‘Le dernier tableau, fait avec les derniers tubes sur la dernière toile, un jardin naturellement vert, est peint sans vert proprement dit, rien qu'avec du bleu de Prusse et du jaune de chrôme’Ga naar voetnoot* [539]. Natuurlijk hoopt hij dat Theo spoedig te hulp zal komen, en: ‘en attendant je ferai du dessin...’ Dat de snelheid van schilderen vaak ernstiger gevolgen had dan een tekort aan verf of linnen, wordt goed geïllustreerd door Vincents beschrijving van het ontstaan van een meesterlijk schilderij als De Oogst [Stedelijk Museum Amsterdam nr. 149] in brief 507. Van de landschappen vindt hij de zeer snel gemaakte nog het best; al moet hij soms achteraf aan het geheel nog wat retoucheren, hij verandert er zo min mogelijk meer aan en hij kan zeggen: ‘dans une seule longue séance tout le travail essentiel a été fait’. Dat de geestesspanning dan natuurlijk ongehoord groot geweest is, blijkt uit het vervolg van het verhaal: ‘Mais lorsque je reviens d'une séance comme ça, je t'assure que j'ai le cerveau si fatigué, que si ce travail-là se renouvelle souvent, comme cela a été lors de cette moisson, je deviens absolument abstrait et incapable d'un tas de choses ordinaires’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IVBij het tempo waaronder Vincent gedurende de hooggespannen scheppingsperiode in Arles werkte, is het voor een goed inzicht in zijn ontwikkeling als tekenaar en schilder van groot belang hem a.h.w. op de voet te volgen. In de extatische maanden in het zuiden doorgebracht zijn bij Van Gogh dagen gelijk te stellen met weken of maanden bij een andere kunstenaar. Dit is een van de redenen waarom ik een nader onderzoek heb willen instellen naar de dateringen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 325]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Vincents brieven, die van deze periode een bijna van dag tot dag bijgehouden verslag vormen. Dat dit onderzoek tegelijk een beter inzicht heeft kunnen verschaffen in de steun die Theo zijn broer in deze tijd heeft verleend, zal aanstonds blijken. De nauwkeurige bestudering van de briefteksten kon ook zekerheid verschaffen omtrent de vraag of ook hier niet, evenals bij de Haagse en de Nuenense perioden, vergissingen bij de rangschikking waren begaan, hetgeen een juiste interpretatie van de inhoud natuurlijk in de weg zou staan. Ik heb mij bij dit onderzoek beperkt tot de periode van Vincents aankomst te Arles in februari 1888 tot het eind van het jaar, dus tot het drama met Gauguin en het tragische moment van de zelfverwonding. Van de 109 brieven van Vincent aan Theo uit deze 10 maanden zijn er 18 door de eerste uitgeef ster van de correspondentie, mevrouw Van Gogh-Bonger, van een datum voorzien, een datum die zij dan tussen haakjes plaatste om aan te geven dat de aanduiding niet van Vincent zelf afkomstig was. Hoe mevrouw Van Gogh-Bonger aan de data gekomen is, kan niet meer worden nagegaan. Waarschijnlijk waren de enveloppen al weggegooid, toen zij de brieven ging ordenen, anders had zij uit de datumstempels wel meer data kunnen aflezen. In sommige gevallen is zij kennelijk afgegaan op een toevallig in de tekst voorkomende aanwijzing; zo bijvoorbeeld in br. 468, gedateerd [10 Maart], waar in de tekst gewag wordt gemaakt van het overlijden van Keizer Wilhelm, die inderdaad op 9 maart is gestorven. In andere gevallen kan ik zelfs niet gissen naar haar motieven. Ik ben in het algemeen in eerste instantie van de juistheid van de aldus gegeven data uitgegaan, hoewel mevrouw Van Gogh-Bonger zich een enkele maal vergist blijkt te hebben en zekerheid omtrent de tussen haakjes geplaatste data dus ontbreekt.Ga naar voetnoot* Door op dezelfde wijze, uitgaande van kleine, min | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 326]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
of meer verborgen aanwijzingen in de teksten, verder te zoeken, bleken mij om te beginnen heel wat meer brieven te dateren dan in de uitgave was geschied. Hoe echter zouden de data van de vele nog overblijvende brieven gevonden kunnen worden? Zoekend naar een formule om tot de interne structuur van deze briefwisseling door te dringen heb ik mij afgevraagd of deze niet te vinden zou zijn in de frequentie waarmee Theo aan Vincent schreef en de regelmaat waarmee hij hem geld stuurde. Hoewel Theo in tegenstelling tot Vincent zijn brieven wél dateerde, kon ik aan de bewaard gebleven brieven zelf niet veel steun ontlenen, doordat het er voor de hier behandelde periode maar drie zijn, zoals reeds opgemerkt; alle drie uit de tweede helft van oktober. In de spiegel van Vincents antwoorden evenwel bleken de verloren gegane brieven van Theo inderdaad een leidraad te verschaffen. Daar Vincent in zijn antwoord op een brief van Theo met ingesloten bankbiljet of van een postwissel steeds het bedrag vermeldde [bijv. in deze vorm: ‘Je viens de recevoir ta lettre contenant 100 fr.’], hebben wij een vrij nauwkeurig overzicht van de bedragen die Vincent ontving en van de talrijkheid van de zendingen. Op het eerste gezicht nu is daarin niet veel systeem te ontdekken. Theo zond meestal 50 frs, maar herhaaldelijk ook 100 frs; soms drie of vier maal achter elkaar 50 frs vóór hij weer een keer 100 frs zond, soms echter ook enkele malen 100 frs achter elkaar. Vincent meldt nu eens in verschillende op elkaar volgende brieven telkens een geldzending, dan weer schrijft hij enige brieven achter elkaar zonder van een geldontvangst melding te maken. De eerste indruk is dan ook dat er noch in de bedragen, noch in de frequentie van de zendingen enige regelmaat te bespeuren valt. Uit een nader onderzoek komt echter een ander beeld te voorschijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VGaat men de bedragen na die Vincent van Theo heeft ontvangen tussen zijn aankomst in Arles [in de tweede helft van februari] en het ogenblik dat Gauguin zich bij hem voegt [omstreeks 24 oktober], dan blijkt hij 10 maal 100 frs | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 327]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en 26 maal 50 frs te hebben gekregen, ofwel 2300 frs in ongeveer 8 maanden. Ik heb daarbij aangenomen dat in twee gevallen waar geen bedrag genoemd wordt [br. 493 en 546] 50 frs was ontvangen, en buiten beschouwing gelaten het extraatje van 300 frs inééns dat Theo hem in verband met een door hem ontvangen legaat in september stuurde [br. 533]. Hieruit zou men kunnen concluderen dat Theo hem als geregelde maandelijkse bijdrage - zoals men weet werd deze door Vincent als betaling voor de levering van schilderijen en tekeningen beschouwd - 300 frs beschikbaar stelde. Nu trekt het allereerst de aandacht dat dit bedrag aanmerkelijk hoger is dan de steun die Theo vroeger, vóór de periode van het samenwonen in Parijs aan Vincent gaf; in de tweede helft van de Haagse tijd en in Nuenen was Theo's ‘maandgeld’ namelijk 150 frs. Voorts zijn er echter ook vele andere aanwijzingen in de brieven die doen vermoeden dat de ‘normale’ ondersteuning geen 300 frs per maand was, al kwam het in totaal ontvangen bedrag dan ook daarop neer. Terloops wil ik opmerken dat men voor de beoordeling van de werkelijke betekenis van Theo's onschatbare zorg voor zijn broeder dient te weten dat hij voor Vincent ook nog het grootste deel van zijn verf en linnen betaalde, namelijk alles wat Vincent via Theo bij Tanguy en Tasset en dergelijke handelaren in Parijs bestelde; dit feit wordt eerst bij aandachtige lezing van de brieven duidelijk. Hoewel nergens in de vele brieven uit Arles een duidelijke afspraak - die er ongetwijfeld wel is geweest - wordt geformuleerd, ben ik, door allerlei uitlatingen te combineren, tot de overtuiging gekomen dat Theo aan Vincent niet nu en dan een bedrag toezond, dat hem convenieerde of dat Vincent toevallig nodig had, maar een vast weekgeld van 50 frs.Ga naar voetnoot* Hoewel vele zinsneden min of meer direct tot deze conclusie voeren, zijn er in al deze honderden bladzijden tekst maar twee plaatsen, waar het bedrag van 50 frs als geregelde | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 328]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bijdrage concreet genoemd wordt, beide toevallig in dezelfde brief 537: ‘il faudra que tu m'envoies encore une fois 100 francs au lieu de 50’, en ‘j'y ai encore mis en bien grande partie les 50 francs de la semaine’. In dit verband kan nog een vermelding van de 50 frs genoemd worden, die echter zo verborgen is in een nogal duistere zin dat men er gemakkelijk overheen leest. In br. 510 schrijft Vincent dat hij hartelijk dankt voor de ontvangst van een biljet van 100 frs, maar 50 frs terugstuurt. Hij komt tóch wel uit, deze maand, want, schrijft hij: ‘Je n'avais pas compté ce mois-ci sur un billet de 100 dans ceux de 50’. In het Nederlands zou men dit ongeveer moeten vertalen met: ‘Ik had er deze maand niet op gerekend tussen de [gebruikelijke] biljetten van 50 er een van 100 te ontvangen’. De vertalers van de Amerikaans-Engelse editie van 1958 hebben de lastige passage goed begrepen en m.i. uitstekend vertaald met: ‘I did not count on a 100 note this month after having received 50's’. Een bevestiging van mijn theorie dat Vincent dit jaar kon rekenen op een vaste bijdrage [die dan neerkomt op 50 frs per week] kan men vinden in brief 558, geschreven na de aankomst van Gauguin. Vincent had steeds beweerd dat met hun tweeën het leven goedkoper zou worden dan voor elk apart; wel moet er nu natuurlijk méér geld komen dan eerst voor Vincent alleen, maar de uitgaven zullen niet meer bedragen dan 250 frs, schat hij nu [Theo zal inderdaad in de komende maanden steeds 100 frs sturen inplaats van 50] en hij schrijft: ‘De mon côté je voudrais seulement te dire également que je ne demande qu'à continuer à un prix par mois tout ordinaire de 150 [et le même pour Gauguin]. Ce qui dans tout les cas réduit ma dépense personnelle’. Een vermindering inderdaad, waar hij tot dusver 50 frs per week kreeg en vaak wat meer. De formulering van de aangehaalde passage is ook daarom belangrijk dat zij duidelijk Vincents opvatting in het licht stelt niet een gift te ontvangen, maar tegen een bepaalde prijs te werken. Eenmaal vastgesteld zijnde dat Vincent een vast weekgeld van 50 frs ontving, rest nog te verklaren waarom er verscheidene malen sprake is van een zending van 100 frs. Gaat | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 329]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
men de verschillende gevallen zorgvuldig na, dan blijkt bijna altijd dat de toezending van het dubbele bedrag niet toevallig was, maar bedoeld als een tegemoetkomen aan bijzondere moeilijkheden van Vincent of zelfs als een gehoorgeven aan een duidelijk uitgesproken verzoek. Ik noem slechts enkele voorbeelden, waarbij ik buiten beschouwing laat de vijf maal 100 frs, gestuurd na de komst van Gauguin en die dus met diens aanwezigheid samenhangen. Zo meldt Vincent de ontvangst van 100 frs in br. 474; in de voorafgaande had hij om iets extra's gevraagd, daar hij ditmaal zelf [in Arles] verf en linnen had moeten kopen: ‘J'ai dû dépenser, aussitôt la lettre reçu, presque tout pour des couleurs et des toiles, et je voudrais bien qu'il te fusse possible de m'envoyer encore quelque chose de ces jours-ci’. 488: in voorafgaande brieven had Vincent verschillende malen op bijzondere financiële moeilijkheden gewezen; in 487: ‘il ne me reste pas grand'chose’; in 486 en 485 [de een naar Parijs, de ander naar Brussel geschreven om Theo, die op reis was, toch vooral spoedig te bereiken]: ‘il ne me reste presque rien’, ‘j'ai encore justement 15 francs’ e.d. 492: ook aan deze brief waren zorgelijke uitingen voorafgegaan; in 491: ‘écris-moi aussitôt, je n'ai plus d'argent du tout’ en in 490: ‘il ne me reste d'argent que pour demain, dimanche’. 498: uit de samenhang blijkt dat deze brief een antwoord is op Vincents brief 496. Welnu, in deze brief had hij medegedeeld uit geldgebrek zijn voorgenomen tochtje naar Saintes-Maries te hebben moeten uitstellen. Dit zal Theo ertoe hebben bewogen iets extra's te sturen. Toen het eenmaal voor mij vaststond dat Theo in deze maanden Vincent steunde met een wekelijkse bijdrage van 50 frs, heb ik nagegaan of er ook een regelmaat te bespeuren viel in het tijdstip waarop Theo zich van zijn zelfopgelegde taak kweet. Zond hij zijn brieven op een vaste dag in de week of op willekeurige tijdstippen? Door een aantal uitspraken van Vincent over de geldzendingen te combineren is mij gebleken dat die regelmaat er inderdaad was. Theo zond zijn wekelijkse brief, als er geen bijzondere aanleiding was om van die regel af te wijken, altijd aan het eind | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 330]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de week, meestal vrijdags, zodat Vincent erop rekende zaterdags de zending van zijn broer te ontvangen. Ziehier enkele van de zinsneden die mij tot deze conclusie gebracht hebben: 497: ‘tu me rendras très grand service de m'envoyer de l'argent quelques jours plus tôt’. 503: ‘j'espère bien recevoir ta lettre demain’. 519: ‘j'y compte d'avoir ta lettre samedi matin’ en ‘il ne me reste maintenant déjà, mercredi soir, que 5 francs juste’. 520: ‘Le courrier de samedi est nom de Dieu passé, et j'avais pas doute de recevoir ta lettre’. 520: ‘Fin semaine sera un peu raide, j'espère donc plutôt avoir la lettre un jour plus tôt qu'un jour plus tard’. 525: ‘j'espère bien avoir de tes nouvelles vendredi ou samedi’. 529: ‘à cause des modèles je redoute un peu ces derniers jours de la semaine’. 543: ‘Ta dernière lettre étant de vendredi, si j'avais les prochaines nouvelles aussi déjà vendredi, cela serait rudement bien’. Uit deze voorbeelden blijkt dat meermalen aan het eind van de week het geld op was en een nieuwe zending verwacht werd [519, 524 en 529]; voorts dat er vaak over de brief of je brief gesproken wordt en niet over een brief [503, 524, 543]; tenslotte dat de brieven in de regel vrijdag of zaterdag verwacht werden, waarbij vrijdag als vroeg gold [543: ‘déjà le vendredi’]. Aangezien het bedrag van 50 frs maar juist toereikend was, kwam het inderdaad op een of twee dagen vroeger of later aan. Vandaar bijvoorbeeld in 508: ‘Ecris-moi, si tu peux, un jour ou deux jours plus tôt, la fin semaine sera un peu raide’. Het ‘systeem’ wordt nog eens helder belicht in 518, waaruit ook blijkt dat verhogingen van het bedrag van 50 frs inderdaad alleen nodig waren in bijzondere omstandigheden: ‘Je dois maintenant te dire une chose désagréable encore pour l'argent, c'est que je n'arriverai pas cette semaine, car aujourd'hui même je paye 25 frs [nl. voor de huur]; j'aurai de l'argent pour cinq jours et pour sept non. Nous avons lundi, si samedi matin j'ai ta prochaine lettre, inutile | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 331]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d'augmenter alors le contenu’. En verderop in de brief herhaalt hij: ‘Je te prie donc d'envoyer la lettre [men lette op ‘la lettre’] de façon que je l'aie samedi matin’. Toen Vincent een keer op zondag naar Saintes Maries wilde vertrekken, waarschuwde hij zijn broer dan ook: ‘Si tu m'envoies la prochaine lettre dimanche matin, il est probable que je file ce jour-là à Stes Maries pour y passer la semaine’. Theo's brieven, die in het algemeen op zaterdag [-avond] konden worden verwacht, waren wel eens wat over tijd, vandaar de nadruk waarmee Vincent zegt: ‘als ik de brief zondagmorgen nog maar ontvang, kan ik die dag nog vertrekken’ [494]. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIAangezien nu Vincent de ontvangst van Theo's brieven vrijwel altijd onmiddellijk bevestigde [Theo zelf vermeldt dit in br. T 13: ‘Généralement tu écris de suite après réception’], stelde het gegeven dat Theo's brieven in de regel op zaterdag aankwamen, mij in staat een lijst op te stellen van de vermoedelijke data van de bijna 30 brieven waarin Vincent de ontvangst van een geldzending berichtte. De datum die door mevrouw Van Gogh-Bonger boven de eerste van Vincents brieven uit Arles [463] is geplaatst, is 21 februari 1888. Dit was een dinsdag. De eerste brief waarin een ontvangst werd bevestigd [464] zouden we volgens deze redenering kunnen dateren op ten naaste bij zaterdag 25 februari, de volgende [466] op ongeveer zaterdag 3 maart, de daaropvolgende [468] op ongeveer zaterdag 10 maart, en deze blijkt ook inderdaad de [door mevrouw Van Gogh-Bonger aangebrachte] datum van 10 maart te dragen. De theoretische lijst blijkt zelfs nog te kloppen bij br. 530, gedateerd 1 september, waarin de 28ste geldzending wordt aangekondigd. Door rekening te houden met allerlei min of meer verscholen in de tekst voorkomende aanwijzingen kon ik ook de tussenliggende brieven precies of bij benadering dateren. Slechts in de laatste twee maanden, als door de komst van Gauguin de correspondentie schaarser is geworden, is nauwkeurige datering onmogelijk. De volledige lijst van de data, zoals ik meen die te kunnen vaststellen, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 332]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vindt men in de Aantekening aan het slot van dit opstel. Een verantwoording van elk der data is uiteraard in het bestek van dit artikel niet mogelijk. Aangezien in bijna elke brief enige werken min of meer uitvoerig beschreven worden, stelt de lijst de gebruiker in staat niet alleen een beter inzicht te krijgen in de samenhang en chronologie van de gebeurtenissen waarmee de brieven zich bezighouden, maar ook het oeuvre veel nauwkeuriger te dateren dan tot dusver gedaan was. Met de dateringen was ook de volgorde van de brieven gegeven. In het algemeen is mij wederom gebleken dat het moeilijke werk van het rangschikken door mevrouw Van Gogh-Bonger op voortreffelijke wijze geschied is. Niettemin ben ik tot een aantal afwijkingen gekomen, waarvan ik tot slot een opsomming met een korte motivering van elk der verschuivingen laat volgen. 474: hoort thuis nà 475. In 475 is Vincent ‘sans le sou pour le moment’, terwijl 474 juist de ontvangst van 100 frs bericht. Ik dateer 474 op maandag [d.i. 9 april], daar een stierengevecht op de vorige dag wordt vermeld; dit had altijd op zondag plaats [zie 498a]. 477a: na 479: ‘last Sunday’ moet 22 april zijn. 494a: is een conceptbrief aan Gauguin, meegestuurd met 493; vandaar de volgorde 493-494a-494. 498a: een afscheidsgroet aan Koning; wordt genoemd in 495 [‘Ci-inclus un petit mot pour prendre congé de Koning’] en behoort dus direct op 495 te volgen. 501a en 501b: een brief aan en een van Russell; de plaatsing bijeen wekt ten onrechte de indruk dat 501b een antwoord is op de andere. In werkelijkheid is het een antwoord op een latere, verlorengegane brief van Vincent. 501a: vóór 501 te plaatsen op grond van de inhoud, dus: 500-501a-501. 501b: gedateerd 22 juli, daarom liever na 511 te plaatsen; de ontvangst wordt in 514 bevestigd. 505 en 506: te plaatsen na 508. In 506 wordt namelijk gesproken over een brief van ‘jeudi dernier’, waarmee alleen 508 bedoeld kan zijn. 523: na 525 te plaatsen. 524 handelt over financiële moeilijk- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 333]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heden, terwijl volgens 523 juist 100 francs is ontvangen. 538a: deze brief, die geen aanhef draagt, beschouw ik als een naschrift, en wel van 536; derhalve op 536 laten volgen. 541a: komt alleen voor in de Amerikaanse editie van 1958; hoort echter te volgens op 542, die begint met de zin: ‘Le beau temps de ces derniers jours a disparu et est remplacé par de la boue et de la pluie’, terwijl in 541a, duidelijk hierop aansluitend, staat: ‘In my last letter I already told you that autumn had manifested itself in rain and bad weather’. 553b: Amerikaanse editie; geschreven na het schilderen van de Sterrennacht; duidelijk verband met 543 en volgende. 558a en 558b: alleen in de Amerikaanse editie; de volgorde dient te zijn 557-558b-558-558a. Men zie de brief van Theo, T 3. Hierop zijn 558b [bedankje voor de postwissel] en 558 [bedankje voor de brief] een antwoord; 558a echter moet van een wat latere datum zijn en bevestigt een nieuwe geldzending. Terloops kan nog worden opgemerkt dat de boven 558 door de uitgeefster geplaatste datum [22 oktober] in elk geval niet juist kan zijn, daar de brief een antwoord is op Theo's brief van 27 oktober. De datum zal 28 of 29 oktober moeten zijn. De laatstgenoemde brieven kunnen als een goede illustratie dienen van het nut dat een juiste plaatsing en ontleding van de brieven voor de bestudering van het werk kunnen hebben. In 558, 558a en 558b wordt gesproken over de studie van een zaaier waarmee Vincent bezig is. Gebruikt worden de termen le semeur, le nouveau semeur, another sower, a new study of a sower. Uit de samenhang, en bovendien uit de in de Amerikaanse editie opgenomen schetsjes, blijkt dat hier niet hetzelfde schilderij bedoeld wordt. 558b en 558 [van dezelfde dag] slaan op het landschap met het kleine figuurtje [F 474], 558a slaat op de zaaier in silhouet tegen een ondergaande zon [F 450]. Over a new study of a sower wordt in 558b gesproken, omdat Vincent reeds in juni een zaaier geschilderd had [F 422]; another sower heet het in 558a, dus: nóg een zaaier, omdat dit de derde werd. Scherjon en De Gruyter, die het schetsje uit de Amerikaanse editie niet konden kennen, hebben ten onrechte dit schilderij, dat van eind oktober dateert, als een variatie van F 422 uit juni 1888 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 334]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
beschouwd en het in hun voortreffelijke oeuvre-catalogus bij de werken uit juni opgenomen. Men ziet hoe behoedzaam men bij het hanteren van de verraderlijke briefteksten te werk dient te gaan. Ik hoop mij in de bovenstaande studie aan niet al te veel onvoorzichtigheid schuldig te hebben gemaakt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AantekeningDe hier volgende lijst omvat de data van alle brieven van Vincent aan Theo van Gogh en enkele anderen, uit Arles in 1888, zoals ik die op grond van de gepubliceerde teksten heb kunnen vaststellen. Het plus-minusteken wijst op enige onzekerheid, die echter - zoals reeds uit de opeenvolgende data blijkt - in de meeste gevallen slechts enkele dagen kan bedragen. De cursief gedrukte nummers zijn verplaatst.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 335]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|