geheven, beweerden wij natuurlijk, dat we het altijd wel gedacht hadden ...
En daar kwam toen de uitnodiging uit de lucht gevallen, om met mijn vriendin Lienfried van Beuningen een week-end te gaan logeren bij haar oom en tante v.B. in Kerk-Avezaath bij Tiel, wier gastvrij huis openstond voor vele kunstenaars, die er korter of langer tijd logeerden en er soms, zoals de toen door ons bewonderde Alice Nahon, complete rust- of herstelkuren deden. Ik was meegevraagd, ‘omdat Annie Salomons een lezing voor de V.U. in Tiel zou houden en omdat ik zo van verzen hield’. Dat week-end werd op een bepaalde manier beslissend voor mij.
Stefan Zweig geloofde, dat voor de meeste mensen een Sternstunde komt, die bewust of onbewust de koers aangeeft voor hun verder leven. Ik kan je verzekeren, dat voor mij die ontmoeting met jou destijds een kleine Sternstunde is geweest.
De enige schrijfster, die ik ooit in levenden lijve had ontmoet, was Top Naeff, die in Rotterdam, waar wij toen woonden, bij mijn ouders logeerde na een opvoering van Goethe's ‘Faust’ onder de regie van Willem Royaards. De ochtend na die logeerpartij bracht Top mij bras-dessus-dessous naar school. Het deed mij aanmerkelijk stijgen in de achting der klas-vriendinnen, want de schrijfster van ‘Schoolidyllen’ was ons onbetwist idool.
Maar nu zou ik een dichteres zien ... Jij zat op eenzelfde soort troon als Boutens en Jany Roland Holst en ik logeerde met je in hetzelfde huis. Je at een ei aan het ontbijt als een gewoon sterveling, niet te geloven! [Het waren wel bijzondere eieren, want onze gastheer had een enorme kippenfokkerij met pracht-exemplaren van allerlei kleur en ras].
Je hield je lezing in Tiel en ik voelde me ‘ingewijde’ op de eerste rij. Waar je over sprak, weet ik niet meer; ik zal ook zeker niet alles begrepen hebben, maar er ging een venster-naar-begrip open en daarom is de vreugde van die avond me bijgebleven.
Ik herinner me de terugrit door het nachtelijke land; ik had het gevoel ‘intoxicated’ te zijn en flapte er de dwaaste dingen uit van pure opwinding. Jij zweeg, maar