Maatstaf. Jaargang 7(1959-1960)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 572] [p. 572] Pierre Kemp Gedichten Afwezig Mijnheer is niet thuis en hij heeft ook geen tijd! Hij speelt met de pruik van de zon. Hij heeft zijn geest aan het licht gewijd, toen het licht met hem begon. En als u nu alles weten wilt, er is ook een tijd geweest, dat zijn geest door een soort melk werd gestild, waarvan men nooit geneest. Inspiratie Ze hebben weer dwaasheid in een vlees gedaan en ergens begin ik te zingen. Maar, Zon, Lucht en Water, gaan ze mij nog aan, die liefste levensdingen?! Mijn wijsheid weet, als het vlees oranje wordt en de plooien van de rokjes blauw, word ik beleefder en neem ik het bord van mijn hoed af voor die theemuts: de moderne vrouw. Eigenlijk gaat dit ook al boven mijn vermogen en moest ik liever doen dit grijzers: letten op de kleine wijzers der instrumenten van de urologen. Wereldbevolking Om de driehoek van mijn neus en mijn oren [pagina 573] [p. 573] meen ik een ver-gezongen koor te horen. De reuk der straten staat mij er van tegen. Had dat koor toch gezwegen! Neen, met een intensiteit nooit eer gehoord, zingen die stemmen maar: Wij planten voort! Vraag het de dauw! Buiten schold een welriekende bloem naar een stinkende: ruik aan je reuk! Heeft die stinkende van woede geschreid, of schold zij terug: krab aan je jeuk van je eeuwigheid? Vraag het de dauw! Hij is neutraal en zijgt over stanken en geuren even gevoelig en even egaal, als over de kelken en kleuren. Vraag het de dauw, eer de sterren zijn blauw! Eer de zon is rood! Eer de maan kleurt lood! Vraag het de dauw!! Vraag het de dauw!!! Verschijning Op vijftien februari verscheen voor mij in de kant van een gordijn het portret van een vernuftig heer, gekleed in grijs van duiven, met ogen van witte druiven, niet vader, niet zoon, al zag ik hem meer. Soms op de couvertjes van Gillette- [pagina 574] [p. 574] mesjes, waar ik mij mee scheer?! Wetenschap Ze hebben de zonbloem iets ingegeven en toen beschenen met de maan. Mensen kennen immers beter het leven en zo zijn ze gegaan. Ik dacht al, vanwaar zijn die gekomen met dat lantaarntje als een firmament? Is er ergens een bedevaart naar dromen en wordt die door de zon erkend? Oude regenboog Vanuit mijn ogen stond ik op het land, liever dan op de stad. Het meest nog uit mijn linkeroog, daar was ik het meeste regenboog. Dit heb ik jong en oud gedaan, zo heeft de lucht het van mij verstaan. Binnenkort word ik legende. Dan zeggen oude bekenden: ‘die Oude Regenboog, met al zijn rood, is nu ook dood.’ Vorige Volgende