Maatstaf. Jaargang 7(1959-1960)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] A. Roland Holst Na de bijslaap Schoonheid is tyranniek gezind en zelf gerecht en voert bewind naar eigen wil en welbehagen! Leopold Langzaam uit de bedwelming bijgekomen waarin de welige nog naast hem lag, heeft hij haar arm omzichtig weggenomen van zijn geslacht, en eenzaam zich en helder uitgestrekt. De stem, door de welluidende violen van de bespeelde lichamen gewekt, zong, toen het spelen stilte was bevolen, ijl en verrukt van weer alleen te zijn, boven hem door. Haar slapend vlees - wat was het hem geworden? een glooiende oever, waar hij ongestoord alleen kon blijven en waar geen wanorde van driftig woord en tergend wederwoord meer toe doordrong. Zij ademde zo zacht als het gras ademt, het oevergras, en eeuwenoud en jong lag hij waar, als de dood zo stil, het water des levens blonk, en lag alleen, onder de stem alleen. [pagina 100] [p. 100] Vervuld door de vergetene, vergeven door die bedwelmde - zegening in leen voor niets dan voor wat zaad, uitgestort leven naar nergens heen, en toch daarbovenuit die stem, die stem. Alleen het onverdiende loon verzaligt - en hij lag maar te luisteren, en hem - onwetend, en gewetenloos inhalig - daagde de kim, die geen berouwvol vrome ooit, waar ook, daagt. Einder, waarbinnen laat en zienderogen de baar weer wieg wordt en de ritselvlaag der blaren weer door bloesem wordt bevlogen - De laatste vraag ziet af van antwoord waar die einder daagt. Vorige Volgende