Maatstaf. Jaargang 7(1959-1960)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] M. Mok [Gedichten] Dwaalster Soms, in de spiegel, ben ik niets dan een verlate dwaalster van constellaties, jaren her verpulverd. Mijn ogen zien zich aan, bevreemd wijl zij nog vol staan van een licht dat in de anderen tot stof is uitgebrand. Schaduwen leggen handen op de naakte lijnen die mijn mond verlengen tot een stomme kreet van eenzaamheid. Ik volg de nachtwind, ik besta tegen herinneringen in. Verloren loop ik door mijn slaap van kim tot lege kim. [pagina 74] [p. 74] Melkweg Er kwam een kind naar boven uit de nacht. De stilte sprak niet; plotseling stond daar het teken van zijn hoofd boven de donkere waterspiegel. Het keek mij aan met ogen zwaar en zwart van de volstrekte koude waarin het zich verloren had, twee sterren vol verduisterd licht, begeerte die de tijd ternauwernood had ingeademd of een rukwind sloeg haar jonge warmte uit elkaar. En achter deze blindgeworden pijn opende zich de hemel; kinderhoofd na hoofd, een uitgebluste melkweg, hing daar stil te overnachten in het universum. Onder mijn voeten viel de aarde weg, er bleef geen houvast over dan mijn armen die ver boven mijn leven uit zich naar de toppen van de ruimte rekten en hielden in de koude stand totdat hun kracht was opgebrand. [pagina 75] [p. 75] In het licht Het huis leunt met zijn schouders aan de grens van de waarneembaarheid. Ik sta met ingehouden adem voor de atmosfeer. De glazen oogopslag der vensters is volgelopen met een witte brand die mijn gezicht verschroeit. Ik wend mijn voeten om. Van overal grijpt mij het witte naar de keel. Ik roep met dode stem naar mensen die in de morgenschemer van dit lichtjaar voorbij mijn leven zijn gegaan. Mijn lijf vol vlokken vuur, buk ik naar schaduwen die vluchten als ik een hand beweeg. [pagina 76] [p. 76] Het laatste uur Weer voor de nacht, alleen met het ontwaken van die ogen, wijd open in de muur. Ik voel mijn naar hun holte weggezogen; het water op hun grond wordt vuur. Een vogelbek slaat bloed uit steen; ik moet zijn hakken in mijn oren doven. Dit wordt het laatste uur; de cijfers zijn met as geschreven, de wijzers zetten koers buiten het leven. Vorige Volgende