Maatstaf. Jaargang 6(1958-1959)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 338] [p. 338] J. Meulenbelt Het liggen op het strand Het liggen op het strand is niemand aangeboren, men leert het met een pocket bij de hand: gesloten boek dat ons de zee doet horen als laatste blussing van een laatste brand, stuiptrekking van ons laatst begeren en van ons laatst verstand. Het liggen op het strand is overdoen, het nietsdoen overdoen dat wij als kinderen deden, het meedoen niet meer doen dat wij als kind al meden: het liggen op het strand is onderdoen. Is onderdoen voor al die vlugge vrouwen die voortgaan langs de rand van het vasteland, rechtop van lijf en ziel en mooi van vormen, die mooier zijn dan onze mooiste normen van zon en zand. Van zon en zand die wij nooit mooier wisten, van goed en kwaad die wij nooit beter gisten dan toen wij ledig lagen aan het lege strand en bij de eblijn onze kinderen misten en wij hen bij ons hadden naderhand. Vorige Volgende