M. Mok
Gérard de Nerval en de Duitse lyriek
In zijn boeiend artikel ‘Verkenning in het hermetische’ [oktober-nummer van Maatstaf] stelt F.C. Terborgh de vraag: ‘Heeft Nerval zich echter ook nog aan het einde van 1843 met Duitse lyriek beziggehouden? Het lijkt me niet nodig dit aan te nemen’.
Dat deze vraag echter wel degelijk bevestigend moet worden beantwoord, blijkt uit Nervals actieve bemoeienis met het werk van Heine. Men leest hieromtrent in de uitgave van Heines Gesammelte Werke door Gustav Karpeles [3e druk, Berlijn 1909, deel I, blz. XLVII]: ‘Darf man den Mitteilungen eines sonst zuverlässigen Freundes trauen, so hat Heine auch in jenen Jahren [bedoeld is omstreeks 1840] ein Lustspiel geschrieben, das Gérard de Nerval übersetzte und den Direktionen der Pariser Theater anbot’.
In hetzelfde deel vindt men op blz. 11-14 de Duitse vertaling van de voorrede, die Heine in 1855 voor de Franse uitgave van zijn gedichten heeft geschreven. Daarin leest men o.a.: ‘Ich konnte mir die wehmütige Freude nicht versagen, in diesem Buche auch die liebenswürdigen Bemerkungen mitzudrucken, welche mein verstorbener Freund Gérard de Nerval dem “Intermezzo” und der “Nordsee” voraufgeschickt hat. Ich kann nicht ohne tiefe Rührung jener Abende des Märzmonats von 1848 gedenken, wo der gute, sanfte Gérard alltäglich mich in meiner Einsamkeit an der Barrière de la Santé besuchte, um mit mir ruhig an der Übersetzung meiner friedlichen deutschen Traumereien zu arbeiten, während rings ums uns her alle politischen Leidenschaften tobten und die alte Welt zusammenbrach mit schrecklichem Getöse!’
Het staat dus vast, dat Nerval zich ook in zijn latere jaren intensief met Duitse poëzie heeft beziggehouden.