Maatstaf. Jaargang 5
(1957-1958)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 405]
| |
OuderdomBouwval, waar een vergeetne nog rondwaarde,
en huivrend in een lege spiegel staarde,
tot Lente opeens de vedel van den Dood
bespeelde, en heimwee hemel evenaarde.
| |
[pagina 406]
| |
De paradox‘Gefaald, en tot op uur en feit gekloofd’,
riep het uit Lucifer's omweerlicht hoofd -
‘Gij, die God naar uw beeld schiept, míj vervalt gij,
sinds gij het tegendeel niet meer gelooft’.
| |
OverwinnaarWat de gevallen Aartsengel misdeed,
het maakt zich dreunend op de wereld breed:
machtiger en wanhopiger dan ooit nog
omzwermen thans de schepslen de planeet.
| |
VergeldingDe luciferische gedachten strijken
uit het laag zwerk, waaronder wij bezwijken,
breedvlerkend neer. Hun trotse wanhoop vuurt
de val nog aan der oude wereldrijken.
| |
[pagina 407]
| |
VooruitgangI
De ziekte machteloos; de dood getemd;
hovaardig onrecht tot oud bloed gestremd;
de vrijheid onderdak; het hemelklagen
des Mensen door spreekkoren overstemd.
II
Als wij maar alles van deze aarde vergen,
kan niets meer een vergeten hemel tergen.
De mier schaft met haar knappe mierenhoop
de wanhoop af. De ziel moet zich maar bergen.
III
Demp af tot welstand al dat wel-en-wee;
dat toornig zwalpen, polder het gedwee
in tot ondiepten van brak binnenwater:
Vergeet de golven en vergeet de zee.
IV
Geen hemelvaart kan welvaarts leuzen aan -
Gaan zangstem kan die spreekkoren weerstaan
en nog maar weinige bezielden vragen
waarheen verdween de zalige sopraan.
|
|