Maatstaf. Jaargang 5(1957-1958)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 360] [p. 360] Lizzy Sara May [Gedichten] Roep hoorde ik je stem klein tussen zand en krabben in de schelp die zuchtend naar woorden zoekt of bleef ze verborgen tussen de gekortwiekte parasols van de tuinen die zich heupwiegend bewogen in de goudomrande ogen van de avond of ook niet daar maar tussen de losgewentelde grijze steden waar de dode ramen als urnen van een oertijd eeuwig staan te sterven was je daar waar de nacht wijdopen om hulp roept of was het alleen maar het geluid van water dat door de vingers gaat toen je je stem schreef in oude muren [pagina 361] [p. 361] Tijd Een stap vooruit en geen terug tijd handpalm opgericht tot ongeopend ogenblik tot immer schuivend vergezicht steeds afscheid nacht dag donker licht een horizon in vogelvlucht een dodenzon in diepe aarde tijd haan van vlammen een maan voor vrouwen water voor mannen schelpdier kind tijdrots fossiel van het begin en nooit begonnen tienduizend diepzee-eeuwen zand tienduizend landen opgedolven tienduizend wenken uitgevouwen tienduizend eeuwen vleugels tijd draaideur van de eeuwigheid [pagina 362] [p. 362] Blues van het barrevoetse gezicht wat doet de ruimte als zij leeg is als zij op een been wacht wat doet de spreker met de gezwollen ruimte als zijn stem valt op het hoofd der menigte wat doet de tuin als de vogels nestelen als de kooien openstaan wat doet de spreker als de vogels vergaan als de kooien zich sluiten met de slagboom van de morgen wat doet het huis als de kinderen bang zijn als de bomen waarschuwend ritselen wat doet de spreker als de kinderen zich openen als de bomen balanceren op de rand van het onweer wat doet de soldaat als hij niet richten kan als hij de rust plaatst [pagina 363] [p. 363] wat doet de spreker als de soldaat zich bergt als de rust gevangen is in het kadaver van zijn wil wat doet de ruimte met de soldaat de soldaat met het huis wat doet de tuin met het huis het huis met de ruimte en wat doet de spreker met het hoofd van de menigte met de slagboom van de morgen met de rand van het onweer met het kadaver van zijn wil Vorige Volgende