Maatstaf. Jaargang 5(1957-1958)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 230] [p. 230] Charles Baudelaire Franciscae meae laudes Novis te cantabo chordis, O novelletum quod ludis In solitudine cordis. Esto sertis implicata, O femina delicata, Per quam solvuntur peccata! Sicut beneficum Lethe, Hauriam oscula de te, Quae imbuta es magnet. Quum vitiorum tempestas Turbabat omnes semitas, Apparuisti, Deitas, Velut stella salutaris In naufragiis amaris... Suspendam cor tuis aris! Piscina plena virtutis, Fons aeternae juventutis, Labris vocem redde mutis! Quod erat spurcum, cremasti; Quod rudius, exaequasti Quod debile, confirmasti! In fame mea taberna, In nocte mea lucerna, Recte me semper guberna. [pagina 231] [p. 231] Franciscae meae laudes O nieuw klein lied, in eenzaamheid des harten spelend, klink nu wijd door nieuwe snaren begeleid. Wees door mijn kransen dicht omvlijd, omkneld, o vrouw, o heerlijkheid, die van de zonden mij bevrijdt. Als uit Lethe's weldadig nat drink ik mij aan jouw kussen zat gedrenkt in jouw magnetisch bad. Toen stormen van het vuig verderf wegvaagden 't pad waarlangs ik zwerf verscheen jij, Godheid, aan het zwerk zoals een ster die redding bracht in bitterheid van schipbreuknacht... Op jouw altaar wijd ik mijn kracht! Visvijver vol van mannendeugd, eeuwige bron van nieuwe jeugd, hergeef mijn mond, verstomd, zijn vreugd! Wat rot was heb jij weggebrand, wat ruw was maakte glad jouw hand, wat zwak was is door jou vermand. Mijn herberg als ik honger lijd, mijn helle lamp in donkerheid, bestuur mijn koers dan recht, altijd. [pagina 232] [p. 232] [Frans] Adde nunc vires viribus, Dulce balneum suavibus Unguentatum odoribus! Meos circa lumbos mica, O castitatis lorica, Aqua tincta seraphica; Patera gemmis corusca, Panis salsus, mollis esca, Divinum vinum, Francisca! [pagina 233] [p. 233] [Nederlands] Voeg toe aan kracht nu nieuwe kracht, o bad zo zoet, waarnaar ik smacht, gekruid, gezalfd met geuren zacht. Ril, flonker om mijn lenden, gij kuras van kuisheid, dat met wij- water gedoopt geheiligd zij. Plengschaal die vonkt van kornalijn, gezouten brood, spijs mals en fijn, Francisca! godgewijde wijn! Vorige Volgende