Maatstaf. Jaargang 4(1956-1957)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 820] [p. 820] J.W. Schulte Nordholt [Gedichten] Lente Lente is een luchtig geloof, regen lacht door zijn tranen heen, loopt met witte voeten over het gras, het regent zilver in de rivier. Ursula en haar duizend maagden weten niet wat hun te wachten staat. Adem van licht hangt in de bomen, de ernstige bomen, Abraham Lincoln loopt door de wildernis van het Westen. Lente is een pionier van de vrijheid. Maar het rood aan de einder is avondrood. Lopen de paarden, de blauwe paarden van de luidruchtige wind van verre aan op de wereld, wast levend water in de verlangende harten, hoe donker is eenmaal water, one more river there's one more river to cross. [pagina 821] [p. 821] Das grosse Welttheater Zoals in de verbeelding van Van Scorel, die op zijn uitgebreide schilderijen steden vertoont met monstrueuze torens tegen staketsels aan van bergpartijen, en op een voorplan in een scherper licht zijn hulpeloze mensen rond laat waren protagonisten uit een heldendicht met teveel stem en nadruk van gebaren, zo, als op een toneel vooruitgeschoven gevangen in het voetlicht spelen wij een rol waarin wij zelf niet meer geloven een spel van poppen, terwijl zo vlakbij warme woorden wachten integendeel, in ons hart, in onze kloppende keel. [pagina 822] [p. 822] Het rad van het bestaan Misschien had ik vleugels in de sferen als ik uit het lichaam weer vandaan dwaalde door het licht. Maar hoeveel keren net als ik ze uit zou willen slaan trok mij weer een eeuwenoud begeren naar de aarde, ben ik ingegaan, tot het duister. Duizendmalen koos ik voor eeuwig leven aardse troost. Wat, wat is het rad van het bestaan? Het is leven ijl als ongeschapen het is wakker worden en gaan slapen en weer wakker worden eindeloos. [pagina 823] [p. 823] Reïncarnatie Zeg dat je weerkomt. Misschien als het regent in grijze sferen achter het berouw kom je in de ruimte weer de aarde tegen en wordt geboren uit een zwarte vrouw. Zo blijf je toch de oude aarde trouw. Zij zingt je litanieën uit 't verleden, maar die je toch wel niet herkennen zult. Bestaan is enkel leven in het heden en het verleden uitgestelde schuld. Dus zul je uit 't duister weer tevoorschijn treden, al is het uit een plant of uit een dier, en schuldig worden in het nu en hier. Voor S. Barug [pagina 824] [p. 824] Herfst schilderij van Francesco Cossa Zij staat uit alle verten saamgevloeid, een violette vrouw, een leven waar de dood mee is gemoeid, een sterven waar de hemel in ontbloeit verheven, hemelsblauw. De rode ranken heeft zij weggesnoeid, zij draagt het laatste lover. De wijnpers is getreden en de tijd vervuld tot eeuwigheid. Zo staat zij met een voet naar voren over de lijst des levens, meer dan levensgroot, een voorjaar van de dood. [pagina 825] [p. 825] Family of Man Wij mensen gras en bloemen lente en levend groen en zomer en de zeis het regent in de herfst. Wij mensen blaadren takken waarin de vogel zingt van ons gezamenlijke eender ontroerde hart. Wij mensen wij de mensen met goden op de handen met liefde in de ogen met pijn van hart tot hart. En gij de zoon des mensen fliuitertje begeleidt de kus van dood en leven met uw gelukkig lied. Vorige Volgende