Maatstaf. Jaargang 4
(1956-1957)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 640]
| |
Nocturne IIHet rijdt door de laan
met kinkelende bellen
uit de verlichte remise
der kerstnacht vandaan.
laatgangers vallen schellen
voor ogen - zij gaan
over éen ijsnacht wanneer
zij passeren - ruim baan
voor de speelgoedhonden
die bij nacht voor arme
kinderen bedelen gaan!
| |
[pagina 641]
| |
NineveOp de sterrenwacht
vergaderen de kraaien,
of er ook iets afvallen zou;
dezer dagen is er 's nachts
ook kindermarkt en waaien
vlugschriften uit elk raam.
binnen éen hiervan - turend
naar de plek waar telkenjare
een plezierboot op de gracht vergaat -
zitten nog twee meisjes gestileerd,
maar zonder geld om mee te varen.
wellicht blijven zij gespaard.
| |
VluchtWij zijn voortvluchtig
door een achterland van pluimen
en colonnades,
mijn lieve vreemdelinge en ik.
paarden met een moe kunstkennersoog
dragen ons, slapende bijouterieën,
nog maar stapvoets verder.
de roepnaam van het rococo-koetsiertje
wil ons niet meer te binnen:
Jean-Jacques, Rémy?
we naderen alweer een stad
zonder auberge,
een donkere karos
waarin het stilaan dag geworden is.
| |
[pagina 642]
| |
Dies iraeMaak voor vandaag uw lievelingen
op de eerste rij niet wijzer, juf,
zie toe op de verwarring bij
het twee aan twee naar buiten gaan.
ge moogt hen vuriger dan anders
tegenkussen, maar bid dat hun
tenminste blijft bespaard u aan te zien
in de zelen van een bokkewagen,
met het schaamhaar meer dan zichtbaar
even voor ge als een bezem brandt,
want het stapelt in de hemel
kandelaar op kandelaar
en de winden, valbijlen in hun nest,
hangen nog maar met een lint bijeen.
| |
Carthago 's ochtendsDolfijnen doken nog naar de zon.
de nacht die aquaducten
over beide heenspon,
haven en voorstad, laat los.
de krijtallee bij dageraad
is zo verstild en rose,
als wist ze dat verbanning staat
op 't strooien van geruchten.
men kleppert het elkaar,
halfslapend nog, vanonder
ebbenhouten muiltjes toe:
Aeneas op een vlonder
teruggekeerd, het zwerven moe!
|
|