Maatstaf. Jaargang 3(1955-1956)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 693] [p. 693] Kees ten Haken [Gedichten] Soms vrees ik soms vrees ik dat zwart-wit generaties eenmaal de wereld beheersen en grenzen anachronistisch zullen blijven voortbestaan en het meervoud god der godendiensten in zichzelf zal twisten om het gezag over het zoogdier Mens dat tot de tanden gewapend passief tegen de ondergang aanleunt en dat duizendvoudige Babylons achter hangende tuinen tussen de lichtjaren verschijnen en men geen oog meer hebben zal voor het zachte wuiven van de grassen en dat een wandelaar die in een woud met kevers zich vermaakt een zonderling zal zijn [pagina 694] [p. 694] Perspectief luisterend naar de hoogmoed van een wereld die langs doorbroken barrières tunnels in de oneindigheid aanlegt zal ik straks de voorkeur geven aan een stil ravijn en glimlachend tegen de steilten van de vervlogen jaren opzien zoekend naar een moedig vogelnest of rustend bij het bloeiend bekermos gelijk een kind dat op een wonder wacht dan zal ik net als altijd nog verstaan waarom de wezel voor luchtverscheurende motoren geen angst bezit maar vlucht op het geritsel van mijn komst omdat ik deze onrust met haar deel en pas de vrede zal herkennen als de wanden boven mij zijn ingestort [pagina 695] [p. 695] Een taak als ik God was zou ik afstand doen van oude vormen en gedachten en voor de erfzonde wat anders zoeken maar hoe zou ik in 's hemelsnaam de Golgotha's kunnen ontlopen die er sindsdien bijgekomen zijn? Vorige Volgende