Maatstaf. Jaargang 3
(1955-1956)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 504]
| |
Laatste brief van H. Marsman aan J.C. BloemP.S. hart. gelukwenschen voor den lOden Mei! St. Romain 2.5.'40 Beste Jacques, hartelijk dank voor je brief. Ik vond het gezellig weer eens iets van je te hooren, al was het dan ook niet onverdeeld gunstig: ik kan, nu beter dan vroeger, begrijpen, dat het leven op het departement je meters de keel uithangt. Ik zou geloof ik ook niet meer aan de advocatuur kunnen wennen, en dat is toch een nog vrij wat onafhankelijker beroep dan wat jij hebt. Het leven bevalt ons hier goed. De fransche plattelandsbevolking is haast overal heel geschikt: intelligent en goedgehumeurd, al brengt de oorlog natuurlijk een druk mee. Bovendien is de wijnoogst hier vrijwel mislukt, en de winter is zoo streng geweest, en zoo overdadig met sneeuw, dat ook van de jaren '40 en '41 weinig goeds te verwachten valt. Onthou dat, voor het geval wij later eens als grijsaards ‘bij het vuur’ zitten en we zouden het samenzijn willen vieren met Bourgogne! Ik drink trouwens, voor dagelijksch gebruik, nog wel zoo lief Beaujolais. Wij hadden verleden zomer in Bogève een uitstekenden wijn, voor géen geld. (een kwartje per flesch). Neen, men ondervindt hier weinig onaangenaams van den oorlog, tot nu toe. Ook de stemming is weinig geladen tegen de Duitschers in het algemeen, wel nogal tegen de nazi's; natuurlijk wordt die er door expedities als tegen de Noren niet beter op. Ik denk wel eens, dat die Maginot-linie ook zijn nadeelen heeft: door de oorlog te verplaatsen naar fronten, waar de duitschers eerder bij kunnen, bedoel ik; ik vrees dat het ook op den Balkan wel eens zoo kan gaan. Maar misschien grijpt Amerika weer in, als het mis dreigt te gaan. Alleen vraag je je af, hoe de wereld er dan zal gaan uitzien. | |
[pagina 505]
| |
Het blijft een rotzooi, hoe het ook loopt; maar een ‘duitsche vrede’ lijkt mij wel het ergste, (Ga naar voetnoot(*)). van een betrouwbaar ‘westeuropeesch’ bloc - waarop jij, meen ik, ook hoopte, destijds - zie ik nog niet veel komen. Bezwaren voor ons persoonlijk zijn tot nu toe alleen, dat men als vreemdeling voor iedere verplaatsing - niet voor een wandeling in den omtrek, natuurlijk, maar wèl voor een reisje naar Dijon b.v., in hetzelfde departement - een saufconduit noodig heeft, waarop je na aanvraag ongeveer 14 dagen moet wachten. Ten deele is dit te ondervangen door een circuit temporaire voor enkele nabijgelegen departementen. Dat hebben wij nu gevraagd. Benieuwd of het toegestaan wordt. Een sauf-conduit voor het zuiden, van den winter, en voor de Hte Savoie, werd toegestaan. Wij worden, geloof ik, op voet van gelijkheid met de franschen behandeld wat de distributie betreft. Die is er trouwens nog niet - of nog niet georganiseerd: met kaarten, althans; maar die komt binnenkort. Wel is er op bepaalde dagen geen of maar enkele soorten vleesch, en ook koffie is schaarsch. Als er van den winter geen kolennood komt, denken wij wel in F'rijk te blijven. Anders gaan wij misschien naar Portugal. Het leven in Holland trekt mij steeds minder aan, al zou ik sommige menschen wel weer eens willen zien, ook mijn ouders. Mijn vader gaat steeds achteruit, maar is taai, taaier dan ik dacht. Hij lijdt dunkt mij weinig, omdat hij zich van zoo weinig meer bewust is. In een helder oogenblik zegt hij wel eens, dat het naderend einde geen verschrikking voor hem heeft. - De streek is hier mooi, en wordt met den dag mooier. Ik zou hier wel een goed huis willen hebben, voor langen tijd. Die huizenkwestie is voor onze hollandsche begrippen op het platteland een lastig geval. Wat wij nu hebben is voor den zomer niet kwaad, maar ligt midden in het - overigens stille - dorp. In Bogève hadden wij het heerlijk: een ruim houten huis, 's winters restaurant-logement voor skieurs, hoog en vrij eenzaam gelegen. Maar men raadt ons af er nu weer heen te gaan, omdat men vreest dat Italië de duitsche | |
[pagina 506]
| |
zijde zal kiezen. Dan moet je daar misschien hals over kop vandaan, en in Sept. hebben wij 3 dagen gewacht op een taxi. Ja, de huizen zijn slecht; en de dorpen worden, niet overal natuurlijk, langzamerhand verlaten. Dat was ook zoo in de Tessin. Ik denk dat wij na den oorlog eerst een pied-à-terre zoeken in een iets gecultiveerder, maar dan helaas ook minder stille, omgeving; aan de Côte d'Azur, misschien in het nog weinig verpeste gedeelte tusschen Cannes en St. Raphaël, of bij Annecy. Daarna komen wij een tijdje naar Holland; tenminste - als dat er dan nog is. Rien wil ook eens naar Engeland, ik weer naar Praag en Italië. - Ik heb nu een klein deel van mijn - niet minder kleine - bibliotheek hierheen laten komen, en herlas onlangs met zeer veel genoegen Media Vita en De Nederlaag. Of schreef ik dat al? Ik dacht destijds dat ik Media Vita beter vond, maar nu lijkt mij het verschil niet meer te bestaan. Schrijf je nog wel eens gedichten? Ik zie van de holl. tijdschriften alleen die, waarin ik zelf een bijdrage heb. - Dat Tempel en Kruis als thema niets voor je is, dacht ik wel. Des te meer verheugt het mij dat je voor sommige der verzen afzonderlijk waardeering hebt. - Die snotneuzen van de generatie - Lehmann - v. Hattum (20 jaar verschil!) dichten tegen de klippen op, tegenwoordig. Ik krijg het meeste ervan voor de N.R.Ct. Ze schrijven te veel, maar ik vind de meeste ervan (zeer) begaafd. Wat een ouwe loel ‘voel’ ik mij, als ik denk dat die Lehmann nog in de wieg lag, toen ik staatsexamen deed! Ik maak het overigens niet slecht, behoudens kleine depressies, niet alleen van lichamelijken aard. Zoo gaat het Rien ook; alleen moet zij zich veel meer ontzien dan vroeger, en is ze eerder vermoeid. De ouwe dag! - Nu Jacques, het beste, en hart. gr. van huis tot huis steeds je H St. Romain par Meursault. Côte d'Or. |
|