| |
| |
| |
Lucebert
De perfecte misdaad
klein radiostemmenspel
vrouwen mannen kinderen allen
het is bericht en 't wordt geleerd dat
de eerste mensen hier op aarde
hun heer en meester ongehoorzaam waren
waardoor van kwaad tot erger zij vervielen
ja dat waren wrede en barbaarse tijden
die ons leren ongehoorzaam zijn is onbeschaafd
maar sindsdien zijn mèt de tijden ook de mensen
erg veranderd, beschaafd nu zijn zij. de servielen
die hun heer en meester blindlings dienen
merkwaardig dan dat bij zo'n brave volgzaamheid
de mens nog steeds vervalt van kwaad tot erger
nijd roof doodslag het schijnen vruchten
te zijn van 't goeddoen en van 't booszijn beiden
hoe dat mogelijk is dat zullen nu stemmen
zo goed en kwaad als 't gaat u duidelijk maken
soms een stem zal vrolijk of vertrouwd u klinken
maar een ander somber gestemd u bevreemden misschien
misschien misschien misschien misschien misschien misschien
want het droevig klagen baat zo goed
hen die bij tijd en wijl graag tranen plengen
om ellende met wat edels aan te lengen
wat mooie wanhoop geeft de burger moed
het smartlijk schoon verheft en
leert berusting aan wie bloeden moet
| |
| |
[een passende treurmars die overgaat in een lachplaat]
hè, dat soldatengoed laat altijd op zich wachten, nou is Kees
er nog niet Marie en de aardappels zijn al bijna gaar en
Klaas en Koosje hadden al in bed moeten liggen...
Kees kan d'r niks aan doen moeder, U weet toch dat ie
geen geld heeft voor de trein en dat ie nou liften moet en dat
is nog verboden ook. Hij kan wel...
nou ik vind maar dat ze een massel hebben met dat liften
tegenwoordig, dat was er vroeger niet bij. Toen ik nog in de
hèhè, daar komt Kees. Marie, roep jij de jongens eens even
Klaasje, Koosje, binnenkomen, eten!
[Kees komt binnen met de 2 kleine jongens]
dag moeder, dag vader, [kust Marie] dag schat.
ha die Kees, ha die Kees. Mag ik je pet, Kees. Nee ik, Kees.
Pang, pang, pang, pang, jij bent dood Koos.
ja, laat Kees nou es effe met rust. Kees, moet je eerst nog
even een kopje thee voor we aan tafel gaan, ze is nog warm.
| |
| |
blijft U nou maar zitten, ik schenk wel in.
hè, hè, dat zit er weer op, 't was weer een hele ruk.
ja, 't valt niet mee, toen ik in de mobilisatie....
hier lieverd, hier is je thee. God zeg, wat ben jij opeens
Kees, Kees, zing jij nog es dat leuke liedje.
ajeweetwel van die dooje soldaat.
is het nou uit jongens, kunnen jullie Kees niet met rust laten,
ik stop jullie zo zonder eten in bed, hoor. Kees komt heus
niet helemaal hierheen om liedjes voor jelui te zingen, wat
nee daszo. maar als die jongens nou zo graag dat ene liedje
horen, ze moeten toch zo naar bed. Marie doe jij even mee
nou vooruit dan maar. maar daarna wil ik geen gezeur meer
horen, hebben jullie me goed verstaan?
| |
| |
[Kees zingt met pianobegeleiding op de wijs van ‘in een klein armoedig huisje’]
In een gewapend betonnen bunker
mag ik kijken en wat ik zie
bij het schietgat een arme stumper
Goed gevoed toch goed gekleed en
maar helaas het laatste beetje
heldenbloed vloeit uit zijn keel
‘Geef mijn wapens maar aan Klaasje
mijn medailles maar aan Koos
kom eens even bij mij knielen
'k sluit mijn oogjes voor altoos’
‘Nee mijn jongen alle wapens
maar medailles zijn te geef ze
Die de oorlog financieren
zijn niet zuinig als het moet
maar zo'n zaak zal beter draaien
als je 't efficienter doet
is de vrede straks getekend
verkopen wij die vriend de wapens
die nog niet zijn uitgediend’
heel aardig lied ja. Leren jullie dat tegenwoordig in dienst,
Kees? Is dat nou allemaal instructie tegenwoordig?
| |
| |
nou dan vind ik het eigenlijk ook geen stijl zulke liedjes, ik
zeg maar altijd zo, je moet wat over hebben voor je vaderland.
Toen ik in de mobilisatie....
Maar dat is 't um nou juist vader....
Kom mensen, geen politiek hoor vanavond, de tafel is gedekt
en straks gaan we gezellig luisteren naar de bonte radioavond.
[geluid van eetgerei op borden en bonte radioklanken]
en de avonden werden bonter en bonter
en de borden met beter en beter eten gevuld
maar de feesten? waarom bleven de feesten uit?
waarom stonden gezichten bedrukt bij
zoveel vermaak en gezelligheid?
achter gouden deuren hangen gewapende wolken
daarom knieën dragen knikkend een legkaart op wankele wegen
en een loopbaan is een loopbrug over de afgrond
achter gouden deuren hangen gewapende wolken
daarom oogsten is uit willekeur verwarring zaaien
en bidden om brood brood stoten uit andermans mond
achter gouden deuren hangen gewapende wolken
| |
| |
daarom wordt in dikke walm het magere mes gestoken
en over vette tafels rolt uit weelde een stenen steen
[aanzwellend kanongedonder. krijgsrumoer aan het front]
..en hier mijne heren, hebben wij een sterk bruggehoofd
gevormd. De operatie met de codenaam, zet maar in uw
krant, ‘Oostland’ is begonnen, voor europa, voor democratie,
zet maar in uw krant, voor vrijheid ook. natuurlijk, kijk
rechts, rechts, daarginds onder die zwavelgele wolk trekt zo-
juist een van onze puikste stoottroepen de rivier over. stoottroep
‘Standarte Hands Up’ een troep met een glorierijk ver-
leden, mijne heren, kent het terrein als de vossen, wat zeg ik,
als de wolven. Als u goed luistert kunt u nog net hun regi-
[flarden van het Horst-Wessellied]
maar dat is het strijdlied van het misdadige fascisme!
pardon, mijne heren, de kerels zijn gebleven, de liederen zijn
gebleven, de doeleinden ook misschien, maar de namen zijn
veranderd, als er nog sprake mocht zijn van fascisme dan is
dat eh is dat eh.... dan is het een democratisch fascisme
maar het fascisme is toch een onmenselijke misdadige ideo-
nuts. wat hebben wij veteranen met idealen en ideologieën te
maken, allemaal vage dingen, goed voor recruten om de
moed er wat in te houden, theorieën? goed, maar laten het
dan krijgstheorieën zijn. maar het voornaamste is en blijft
uitstekend materiaal, een progressieve luchtmacht, progres-
| |
| |
sief pantser, progressief geschut enz. enz. en gezond en sterk
mensenmateriaal ook natuurlijk en dan, dit vooral niet te
vergeten mijne heren, een gezamenlijke vijand.
vanzelfsprekend, mijne heren, en de vijand is hij die de na-
tuurlijke tegenstellingen wil opheffen, zet maar in uw krant.
en daarom kunnen wij nu zingen
| |
Het lied van de tegennatuurlijke overeenkomst
Gij hebt het geld en daarbij de manieren
die u verheffen tot het hoog niveau
waarop het leven wel is te versieren
met wat cultuur, wat luxe, kunst en zo
velen uwer gaan ook graag ter kerke
waar schapen huivren in hun schapenvacht
gij goede herder laat de schapen werken
alvorens gij de schapen scheert en slacht
nee grote heren gij zijt lang niet kwaad
Met goed fatsoen het gaat u naar den vleze
gij laat weten dat ge leeft en leven doet
al staat uw ster ook hemelhoog gerezen
gij blijft gewoon, de jongen met de poet
niet dat ge 't houdt met misdaad dekadente dingen
in sport in spel vindt gij uw knechten weer
en dat men meer bereikt met lijmen dan met dwingen
| |
| |
dat hebben u uw knechten wel geleerd
nee grote heren gij zijt lang niet kwaad
Gij grote heren wordt zo vaak bespogen
er is geen eerbied meer voor rijkdom en gezag
maar al wordt de wereld graag bedrogen
gij zijt onschuldig aan elk wangedrag
bij de neergang van de gouden overvloed
als alles naar de waanzin drijft
kunt gij het helpen dat die tegenspoed
steeds weer uw eigen voorspoed blijkt?
nee grote heren gij zijt lang niet kwaad
nee, het zijn moordenaars niet die het bloed zien
het zijn beulen niet die 't gekerm om erbarmen horen
het zijn brandstichters niet die door brandende landen gaan
wie wie is dan hard en bang in oorlogstijd in de doodsnacht
in de lange nacht nacht met te korte oogleden aan en nacht
met ogen te kort maar vol van de blaffende kinnebak
van de gekrukte kaak en nacht nacht onder het jukbeen gebukt
of nacht met de neusrug uren en uren tegen de muur
nacht met de zandvolle oorschelp met oorlellen als
gierstkorrels gestrooid over de zweetdoek zweepsbloed
in de nek op de fontanel nacht met de dorre koon
en met lippen als korsten brood in de goot gegooid
| |
| |
vervuilde nacht waterdichte vuurvaste nacht doodsnacht
wie wie draagt dat hard en bang masker van die doodsnacht?
dat dragen zij die in vrede werken
zij die bekwaam en vol ijver
het loon verdienen dat hen eens
in moordend lood en vuur wordt uitbetaald
dat zij die de akkers en tuinen voedzaam maakten
opdat er, goed doorvoed, beter gemoord wordt
dat zij thans maskers van vrees en wreedheid dragen?
dat zij die metaal bewerkten tot in de perfectie
opdat er, goed gemechaniseerd, beter gemoord wordt
dat zij thans maskers van vrees en wreedheid dragen?
dat zij die met zorg sterke stoffen weefden
opdat er, warm gekleed, beter gemoord wordt
dat zij thans maskers van vrees en wreedheid dragen?
dat zij die met overgave musiceerden en acteerden
| |
| |
opdat er, ontspannen en vrolijk, beter gemoord wordt
dat ook zij thans maskers van vrees en wreedheid dragen?
wie betaalt voor vreedzame arbeid
het loon van de wreedheid uit
wie zijn de moordenaars de beulen de brandstichters?
dan vraagt ge te laat, dan ware het beter te vragen
de moordenaars blijven ver van de slachtbank
de beulen blijven ver van het beulswerk
en de brandstichters bewonen de veilige plaatsen
waar waar zijn zij dan nu nu het te laat is?
ja, de meesterlijke moordenaars zijn steeds ver van de plek
waarop zij hun misdaden bedrijven, het schijnt
uitgevonden hebben zij de perfecte misdaad
terwijl zij de moorden beramen
spreken zij van onmenslijkheid
terwijl zij het onrecht doen
zitten zij op de stoel van de rechter
o, nooit eerder was het kwaad zo gruwelijk openbaar
en nog nimmer was zijn oorzaak zo listig verborgen
en daarom kunnen wij nu zingen
| |
Het slaapliedje der reactie
wees steeds geduldig en tevree
vraag niet naar dingen die bestaan
| |
| |
vraag om genade of de maan
want die naar kwade zaken zoekt
is gevaarlijk en vervloekt
en wie kwade namen weet en noemt
is gevaarlijk en verdoemd
|
|