Maatstaf. Jaargang 2(1954-1955)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 612] [p. 612] J.C. Bloem Grafschrift Een naamlooze in den drom der nameloozen, Aan de gelijken schijnbaar zeer gelijk, Door geen vervoering stralend uitverkozen Tot heerschen in een onaantastbaar rijk - Wie van die hem vergaten of verdroegen Ontwaarden uit hun veilige bestek De schaduw van twee vleugels, die hem joegen, Den fellen klauw in zijn gebogen nek? En nu, na het begeerde, het ontbeerde, Na de onrust en het levenslang geduld: Een steen, door 't groen gebarsten, en verweerde Letters en cijfers, die de regen vult. 1931 [pagina 613] [p. 613] J.C. Bloem Epitaph Nameless among the nameless that are legion, To general sameness seemingly subdued; To no high seat o'er some unthreatened region Exalted - to no radiant altitude - The safely sheltered ever and anon Bore with him, or forgot him, but none saw The shadow of two wings that drove him on, And in his bent neck the relentless claw. And now, after desire, tired and outworn, And lifelong patience under restless strain, A tombstone, cracked by weeds, and weatherworn Letters and figures filled by the slow rain. 1954 Vorige Volgende