aan te schaffen, en na drie jaar zonden zij haar gedurende lege ogenblikken naar een nabijgelegen inrichting voor voorbereidend onderwijs.
De brief noodzaakte hen niet alleen het probleem in zijn werkelijke vorm onder ogen te zien, doch bovendien, om er uitvoerig tegenover elkaar over te spreken.
‘Hoe moet dat nu met Hensje?’, vroeg Volcmar de Ommelandvaarder na zijn vrouw met zijn eigen woorden de inhoud van het schrijven te hebben naverteld. Men had er hem, als hoofd van het gezin, op gewezen, dat het nieuwe schooljaar geen aanvang zou kunnen nemen zonder Hensje de Ommelandvaarder, en dat haar aanwezigheid in de eerste klasse niet alleen een genoegen zou zijn voor de betrokken docent doch, gezien het besluit van een regering uit vroeger tijden, tevens een plicht betekende voor de ouders.
‘Hoe moet dat nu?’, klonk het nogmaals aarzelend.
‘Daar heb je het nou’, antwoordde mevrouw de Ommelandvaarder. ‘Waren we er maar nooit aan begonnen.’
De omstandigheid dat ze, door het gebruik van het meervoudig persoonlijk voornaamwoord, een deel van de verantwoordelijkheid voor zijn optreden aanvaardde, deed Volcmar de Ommelandvaarder goed.
‘We sturen haar gewoon niet’, zei hij weerbarstig. Maar zij meende, dat een dergelijke houding als laakbaar te boek stond, en mompelde onder het weglopen: ‘Het enige wat je kunt doen is Hensje weer laten schrappen.’
Ze had er terstond veel verdriet van, en in de keuken bij het aanrecht, sneed ze zich met een blikopener in de vinger, daarbij niet weinig schreiend.
Bij hem trad de reactie iets later in. Terwijl hij met de brief in de handen aan de ronde tafel zat, drong het langzaam tot hem door welk een verlies het schrappen van Hensje uit de registers van de Burgerlijke Stand voor zijn gevoelsleven zou beduiden. ‘Dat nooit’, murmelde hij eerst nog koppig, maar al spoedig werd ook hij overmand door de tranen, die nog talrijker gingen vloeien toen hij bedacht hoe heerlijk het zou kunnen zijn de kleine meid straks bij te staan wanneer ze thuis kwam met een taalles of het te kwaad zou krijgen met vermenigvuldigingen. Deze over-