[Citaten]
Hoort gij de klokken niet luiden, met bange tonen, door den nacht van het einde der eeuw? Ziet toe, wij zijn er, overal in 't rond, wij komen óp van onder den grond, wij komen aan van allen kant. Wij zijn de zwarte mannen, met bleeke gezichten en roode vlaggen in de sidderende handen. Daar splijten de vlammen den nacht van-een, en ook daar, en ook ginds. Dat zijn uw steden, die branden over de geheele waereld der kunst. Dat is de wraak van ons, kunstenaars, tegen uw middelmatigheid en uw dommen slaap. Bij het ontstoken vuur van onzen toorn en van ons verachten, maken wij de bouwstof voor ónze monumenten. Hoort gij dien knal niet, daar heel van ver; 't is een uwer keizers, die daar wordt vermoord; en dien anderen, nog luider, dat is uw geliefde koning, die valt.
Wij zijn de Revolutie in de Literatuur.
Lodewijk van Deyssel: Over Literatuur
1886
Tachtig. Een letterkundige beweging in Nederland, in het leven geroepen door den bekenden staatsman Mr. J.R. Thorbecke, met de Wet op het M.O. van 1864. Deze voorzag in het onderwijs der moderne talen, met name het Engelsch (het Fransch werd door de beschaafden ook te voren geleerd), welk onderwijs gaandeweg tot bloei kwam, en spoedig ook op de gymnasia werd aanvaard. De zoogenaamde generatie van Tachtig was de eerste, die op school genoeg Engelsch had geleerd, om Keats en Shelley te kunnen lezen.
J. Huizinga: Brief aan Martinus Nijhoff
15 Januari 1928