Maatstaf. Jaargang 2(1954-1955)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 148] [p. 148] Paul la Cour Nu ga ik Nu ga ik de rotswand binnen, straks ben ik berg en koude, kan ik mijn diepte niet openen, dan word ik zelf het slot. Eens moeten de bergen splijten, eens moeten de sloten springen, de dromende steen het oog opslaan, en wonderlijk breken in zang. Kan ik door de rots heendringen, mijn onrust vergeten in 't donker, op het eind van mijn steenleven wachten, dan springt mijn slot eens open, dan keer ik eenmaal veranderd naakt in het gras terug. Dan zal ik naamloos komen, dan werd mijn hand een vleugel, dan ben ik woorden die stom zijn, zwevende stilte, onschuld, stromen van onbewustheid, dan gaat mijn rivierleven in. Nederlands van Martha A. Muusses Vorige Volgende