Maatstaf. Jaargang 2
(1954-1955)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 105]
| |
In de ruimte. De aarde is, steeds kleiner wordend, in de verte zichtbaar, tot ze als een der sterren verschijnt en niet meer te onderscheiden is van de andere. Het tafereel begint in het halfduister, dat allengs overgaat in aardedonker. De grijsaard Adam vliegt met Lucifer door de ruimte.
adam
Welke bestemming heeft deze dolle vlucht?
lucifer
Heb je niet verlangd, bevrijd van de sintels,
Naar hogere kreitsen, waarvandaan, begreep
Ik het wel, de taal van een verwante geest
Je tegenklonk?
adam
Het is waar, maar zo ijzig
Heb 'k mij de tocht naar hier niet voorgesteld.
Dit plein is zo verlaten en zo vreemd
Als waarde hier een heiligschenner rond.
Twee gevoelens strijden in mijn gemoed:
Zo duidelijk blijkt nu de kleinheid van de aarde
Nu zij heeft afgedaan voor mijn opstrevende geest.
Ik wil weg uit haar sfeer; maar ik verlang terug;
En het smart mij dat ik losgerukt ben.
Lucifer, zie op onze aarde terug,
Eerst verdween de bloem uit het gezicht,
Toen het trillende loof der bossen;
Mijn geboortestreek met de dierb're plekjes
Vervlakte tot karakterloos woestijn.
Al wat belangwekkend was, vervaagt. Zie,
Tot een nietige kluit krimpt de rots ineen,
Het leven: op aarde of in hoger kreitsen? | |
[pagina 106]
| |
De bliksemzwangere wolk, waarin het
Volk beneên een heilige taal vermoedt,
En ontstelt, verschraalt tot armtierige nevel.
Waar, waar is de eindeloosheid van de
Loeiende oceaan gebleven?
Als een grauwe vlek kleeft ze op de bol,
Die wentelend verdwijnt tussen een millioen
Gezellen, en dat was onze ganse wereld.
O Lucifer en dan nog zij, nog zij....
Moet ook zij nog achterblijven?
lucifer
Gezien van dit verheven standpunt, gaat
Het charmante het eerst verloren, helaas,
Dan grootheid en kracht, tot voor ons overblijft
De koele mathesis en anders niets.
adam
De sterren hebben we achter ons gelaten
En ik zie geen doel, voel geen belemmering.
Wat is zonder strijd en liefde het bestaan?
Lucifer, ik huiver van ijzige kou.
lucifer
Is de moed je in de schoenen gezonken?
Laat ons dan teruggaan en spelen in het stof.
adam
Wie zegt dat? Dus verder maar! Vooruit!
De pijn duurt immers slechts tot alle banden,
Die binden aan de aarde, zijn geslaakt.
Maar, o, wat nu, mijn adem gaat stokken,
Mijn krachten ontzinken, mijn brein is gestoord;
Zou Anthaeus meer dan een sproke zijn,
Die zolang slechts leefde tot hij de aarde
Nog raakte?
de stem van de geest der aarde
Inderdaad, meer dan een sproke.
Gij kent mij reeds: de Geest der aarde.
Maar wat is zonder strijd en liefde het bestaan? | |
[pagina 107]
| |
Ik alleen leef in u, dat kunt ge weten.
Hier is de slagboom, tot hier geldt mijn macht.
Keer om en gij leeft, overschrijd hem
En gij gaat te niet als een nietig insect
Dat slechts in zijn waterdruppel spartelt;
Die waterdruppel is voor u de aarde.
adam
Ik tart u met uw angstaanjagende taal;
Misschien behoort mijn lichaam u, mijn ziel
Is van mij. Denken en waarheid zijn oneindig,
Ze waren er voor uw wereld van stof.
de stem van de geest der aarde
IJdel mens! Beproef het en deerlijk zult
Gij falen. Gaat de geur boven de roos?
De vorm boven het lichaam, boven de zon
De straal? O, als gij uw verweesde ziel
In de eindeloze ruimte zaagt dwalen,
Terwijl zij begrip en uiting vergeefs
In een onbekend heelal verlangt
En niets gevoelt en niets meer begrijpt,
Zoudt ge ijzen. Want alle begrip en
Alle gevoel die zich thans in u spannen,
Zijn uitstralingen van deze stofgroep,
Die gij noemt: uw aarde en die anders
Niet bestaanbaar was, noch gij in haar.
Het mooi en het lelijk, heil en hel hebt ge
Aan mijn geest voor uzelf ontleend en dit
Doordringt de orde van uw aards bestel.
O, wat hier eeuwige waarheid is, blijkt
Onmogelijk in een andere kring misschien,
En het onbestaanbare hier daar natuurlijk.
De zwaarte ontbreekt en het zijn beweegt niet.
Wat hier lucht is, kan daar gedachte zijn,
Wat hier het licht is, wie weet, is daar geluid,
En wat hier groeit, kristalliseert ginds misschien.
| |
[pagina 108]
| |
adam
Toch wankel ik niet, mijn geest streeft omhoog.
de stem van de geest der aarde
Adam, het laatste ogenblik nadert,
Keer weer, gij kunt groot worden op aarde,
Terwijl, als gij uw bestaan uit de ring
Van het heelal hebt gerukt, God niet duldt
Dat ge hem nadert - en u jammerlijk verderft.
adam
En voert mij de dood niet ten verderve?
de stem van de geest der aarde
Spreek dit ijdele woord niet van de oude
Leugen, spreek het niet uit in dit geestenrijk.
Huivering zou de natuur bevangen;
Dit gewijde zegel heeft de Heer zich
Voorbehouden. De appel der kennis zelfs
Kon het niet verbreken.
adam
Ik doe het.
| |
Ze vliegen verder. Een kreet slakend verstijft Adam.
Ik ben verloren.
lucifer, lachend
De aloude leugen heeft dus gezegevierd.
Adam van zich afstotend:
Deze ledepop-godheid kan nu netjes
Wegtollen in de ruimte als een planeet,
Nieuw in zijn soort, waarop voor mij
Misschien opnieuw het leven zal ontkiemen.
de stem van de geest der aarde
Uw leedvermaak, Lucifer, is te voorbarig!
Hij heeft de vreemde sfeer slechts geraakt;
Men breekt niet zo licht uit mijn rijk.
Een vertrouwde taal roept, mijn zoon, kom bij.
adam, bijkomend
Ik leef weer, ik voel het omdat ik lijd,
| |
[pagina 109]
| |
Maar ook mijn lijden is mij dierbaar,
O, zo gruwelijk was de vernietiging....
Lucifer, voer mij terug naar mijn aarde;
Waar ik vruchteloos zoveel heb gestreden,
Wil ik weer strijden en gelukkig zijn.
lucifer
En na die talrijke proefnemingen denk je
Nog steeds dat nieuwe strijd zal baten?
En dat je doel bereikt wordt? Dit niet versagend
Kindergemoed kan alleen van de mens zijn.
adam
Denk niet, dat een hersenschim mij lokt.
Het doel zal ik honderd keer niet
Halen. Het hindert niet. Wat is het doel?
Het doel is het einde van de roemvolle strijd;
Het doel is de dood, het leven is strijd,
De strijd zelf is 's mensen blijvende doelwit.
lucifer
Inderdaad, fraaie troost. Was de idee
Tenminste van die strijd waarlijk groots,
Maar morgen bespot je, waarvoor je nu vecht,
Kinderspel bleek steeds wat je bezielde.
Ben je niet doodgebloed bij Chaeronea,
Bij de vergeefse bescherming der vrijheid?
En heb je niet later met Constantijn
Om diens wereldheerschappij toch gevochten?
Stierf je als martelaar niet voor het geloof
En stond je nadien met het wapen der
Wetenschap er niet juist tegenover?
adam
Het is waar, maar het blijft gelijk, hoe nietig
Mijn denkbeeld ook was, het bezielde mij toen,
Het verhief me en aldus was het toch groot
En heilig. Het is onverschillig of het
Als kennis of kruis, vrijheid of eerzucht
Breng mij terug naar de aarde! | |
[pagina 110]
| |
Gelding gezocht heeft; het bracht de mensheid vooruit.
Terug dus voor nieuwe strijd naar de aarde.
lucifer
En heb je het woord van de geleerdeGa naar voetnoot*
Die voorgerekend heeft dat over vier duizend
Jaren jouw wereld bevriest en de strijd
Toch gestaakt wordt, alweer vergeten?
adam
Als de wetenschap het althans niet verhindert.
Maar dat zal ze. Ik voorvoel en ik weet het.
lucifer
En dan nog? Is er strijd, grootheid en kracht
In een kunstmatige wereld, die door het
Verstand uit theorie is geconstrueerd?
Die je pas zelf hebt kunnen aanschouwen?Ga naar voetnoot*
adam
Als het de wereld maar redt, gaat ook dat,
Zoals alles wat zijn roeping vervuld heeft,
Voorbij. En dan rijst weer op de idee,
Die daarin nieuw leven zal ademen.
Breng mij terug, ik brand van verlangen
Te weten welke leer de herwonnen
Aarde weder bezielt.
lucifer
Terug dan maar!
Nederlands van Antal Mar. Sivirsky |