Na de paradijsvloek is Adams bestaan dubieus geworden. Hij had de intuïtie geofferd voor het redelijke inzicht, dat door Lucifer was beloofd. Maar is er redelijk inzicht zonder de kennis van de toekomst? ‘L'homme c'est l'avenir’, zegt Sartre. Adam meent voor zijn zondeval deze blik op de toekomst van Lucifer te mogen eisen. En in een droombeeld voert Lucifer hem door zijn geschiedenis. Adam ziet zich achtereenvolgens in de incarnatie van Pharao, die geen geluk vindt in de tyrannie, als Miltiades, die het slachtoffer wordt van de democratie, als Sergiolus, die van het zingenot walgt en het Christendom omhelst, als Tancred, die in het Christendom teleurgesteld wordt, als Kepler, die om den brode zijn wetenschap prostitueert, terwijl zijn vrouw zich aan een ander vergooit, als Danton, wiens idealen op het schavot eindigen. Wanneer Adams ontgoochelde ik dan nog gezien heeft, dat het materialisme in zijn kapitalistische vorm in het Londen zijner dagen en in de communistische vorm in het phalanster van de toekomst het geluk ook niet waarborgen, walgt hij van de materie en hoort de lokstem van de kosmos. Dan slaat Lucifer toe en rukt hem los van de aarde.
Sedert Gerrit Achterberg in een veelvormige ‘eentonigheid’ de poging tot eenwording met de geliefde in het hiernamaals bezingt, is de kenner der Nederlandse dichtkunst vertrouwd met het probleem van de doorbraak der zijnsgrens. Nieuw is dit diep-menselijk verlangen allerminst. De mythe van Laodameia, waarin de nietzijnsgrens door haar gemaal Protesilaos wordt doorbroken, is gevolgd door visioenen van vele dichter-zieners. In zoverre is het dertiende tafereel van de Tragedie van de mens, waarin Lucifer Adam naar de ruimte wil voeren, niet nieuw. Het originele van Madách's vondst is, dat Adam zijns ondanks in de ruimte wordt gevoerd, terwijl het slechts zijn verlangen was geweest ‘bevrijd van de sintels in hogere sferen’ te geraken, een geestelijk verlangen dus, opgewekt door de teleurstelling in de materie. Madách bezigt een verrassende terminologie, die overeenkomt met die, welke gebruikelijk was bij de eerste pogingen om de geluidsgrens te doorbreken. De angst voor het beproeven-en-falen wordt beklemmender naarmate men de zijnsbarrière nadert.