hij zocht zijn portefeuille om te betalen.
De week daarop kwam hij terug. Hij kwam me loven! Hij zei me, dat 't een bèst bouk was en ik hoorde, hoe de hoogleraar, die het geschreven had, begon rond te tollen in zijn tombe. ‘Maor’, zei mijn koper slim, ‘ze staon d'r nàit allemaol in!’ En wat we nou hadden over hartzaiktn.
Hij is nòg enkele malen teruggeweest en hij was zelfs een keer vertrouwelijk over de kliniek van de onregelmatige hartslag en over het verschil van inzicht tussen de Leidse en de Groningse school voor verloskunde. Eén ding was wat moeilijk bij zijn visites. Hij had al dadelijk de betiteling ‘meneer’ resoluut van de hand gewezen; daar ik zijn naam niet wist, beëindigden we onze conversatie dus altijd met een krachtig: ‘gègroet!’, met de klemtoon op de eerste lettergreep, zoals 't hoort.
Ik heb nooit geweten, waar hij vandaan kwam of waar hij naar toe ging. Hij zal wel ‘boertje’ zijn met een drukke practijk in Jipsingboerenmussel, hetwelk bij Ter Apel ligt, of iets dergelijks. Van mij heeft hij nooit geweten, dat hij me midden in twee problemen liet rondspartelen.
Daar was dan in de eerste plaats het ethische probleem. De boekverkopers-ethiek. Zoals er een ethica aan het ziekbed bestaat, heeft ook de boekverkoper recht op zijn ethiek: Gaat dat nou zo maar? Màg dat nou zo maar? Wordt het niet hoog tijd, dat de regering ingrij....
Tweede probleem. Het boek waar alles in staat. Hij heeft nooit geweten, dat hij voor mij het ademend bewijs was van een theorie, de uitkomst van een sluwe strategie: het mensdom ervan te overtuigen, dat ‘het’ in de boeken te vinden is, dat alles te boek staat! Die sterke impuls, die mijn ‘boertje’ bewoog een weerzin van geslachten diep te overwinnen en de kruk van de deur van de boekwinkel ter hand te nemen, moet benut worden. Hij kwam om het boek, waar ‘alles’ in staat. Geheel in de lijn van dat subtiele plan, waarvan het einddoel is, dat de miljoenen dezer aarde boekwinkel-deurknoppen ter hand nemen en binnenstappen. We moeten er heen, dat alles in de boeken te vinden is.
We moeten deze aanval evenwel niet openen vanuit de litteraire vleugel. Er zijn nu eenmaal ongetelde scharen, die