Maatstaf. Jaargang 1(1953-1954)– [tijdschrift] Maatstaf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 728] [p. 728] Gerrit Achterberg Sympathicus Soms wil het voortbestaan, een oud geluk, bij avond als het waait en ik alleen nog opgebleven ben. Een beeld van steen treedt met mijn lichaam overlangs uiteen en hij verlaat het huis nadrukkelijk. Ik heb geen inhoud een moment. Wind rukt om deze vrijplaats. Dan trekt het voorheen door de sympathicus in merg en been en merktekent het muur en meubelstuk. Mijn ogen vestigen zich op de kruk der kamerdeur, die te bewegen scheen. Laat het snel gaan. Zou het een wonder zijn wanneer je binnenkwam per ongeluk? Terwijl de warme gronden van weleer over de vloer schuiven, zie ik ons weer lopen in nieuwe kleren, vroom en strak. De winkel staat nog in mijn daagse pak. Ik trek het langzaam uit en ga naar bed, waarbij ik rustig op de voordeur let. Vorige Volgende