Maatstaf. Jaargang 1
(1953-1954)– [tijdschrift] Maatstaf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 39]
| |
Gerrit Achterberg
| |
[pagina 40]
| |
AjalonGa naar voetnoot*De steendeuk zit nog in de vloer.
Sedert is het hier maan geweest
als in het dal van Ajalon.
Een kever kruipt zijn vlugge toer
van hoek tot hoek. - Haar witte geest
staat in een lange nachtjapon
met blote voeten op het zeil
en wolken liggen in het raam
gebeeldhouwd voor een hard azuur.
Er hangt een omgekeerde teil
van zink op het zinken balkon.
Als ik er tegen tikken kon,
weerklonk het zingen van een vrouw
en waren wij opnieuw tesaam
in volle zon, van uur tot uur.
Maar nu is alles donkerblauw.
Ik heb geen toverstaf zo gauw.
| |
[pagina 41]
| |
NecrologieDe tranen over Gerard Temme zijn.
Hij was de joviaalste uit ons midden.
Bracht beelden samen op een stadsterrein.
Schilderde schoenen. Liet figuren bidden
in glas in lood. Nu is hij dood en klein.
En zonder ons. Wij hebben Gerard minder
die op vergaderingen groot kon zijn:
leider, promotor, zoeker, samenbinder.
God werd van hem gemakkelijk de vinder.
En dat gezelschap zal voor eeuwig zijn.
| |
[pagina 42]
| |
IchthyologieEr is in zee een coelacanth gevonden,
de missing link tussen twee vissen in.
De vinder weende van verwondering.
Onder zijn ogen lag voor 't eerst verbonden
de eeuwen onderbroken schakeling.
En allen die om deze vis heenstonden
voelden zich op dat ogenblik verslonden
door de millioenen jaren achter hen.
Rangorde tussen mens en hagedis
en van de hagedis diep in de stof,
verder dan onze instrumenten reiken.
Bij dit besef mogen wij doen alsof
de reeks naar boven toe hetzelfde is
en kunnen zo bij God op tafel kijken.
| |
[pagina 43]
| |
ResearchDe wereld houdt met u bemoeienissen.
Het bodemonderzoek wordt voortgezet.
De hemel krijgt langzamerhand een net
van luchtvaartlijnen om u niet te missen.
En de historie zal zich niet vergissen.
Met elke vinger blijft er op gelet
tijdens het lezen en een streep gezet:
renvooi en fout, die over u beslissen.
Als de gegevens bij elkander zijn
zullen geleerden zich daarover buigen
en u bewijzen uit het ongerijmde.
De lege plekken in het ondermijnde
materiaal komen op tafel en
een heer staat op om van u te getuigen.
| |
[pagina 44]
| |
SilhouetDe nachten doen u langzaam in elkaar,
zodat gij weer naar voren treden kan.
Ik zie u groeien op het maanbehang.
Gij komt weer met uw eigen lichaam klaar.
Het krijgt de oude omtrek. Kleed en haar
zijn nog dezelfde, even los en lang
als van de mode, voor uw dood in zwang.
Er is bij dit herleven geen gevaar.
De morgen kan geen vinger van u vinden,
al heeft de zon de kamer volgezet
met licht, dat u direct zou moeten binden
aan 't zelfde oog, volgens dezelfde wet.
Om u niet door de schijn te zien verslinden
hebt gij u tijdig in het niet gered.
|
|