Lux. Jaargang 4
(1946)– [tijdschrift] Lux– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdManumissiebrievenIn de tijd voor de afschaffing der slavernij, horen we veel van manumissiebrieven, d.w.z. brieven van vrijdom en ontslag uit alle slaafse dienst. Ten gerieve onzer lezers geven we hier enkele voorbeelden van dergelijke brieven:
De Gouverneur van Curaçao en onderhoorigheden. Allen die deze zullen zien of hooren lezen, salut! Nadermaal het Bestuur dezer kolonie aan de landsslavin genaamd Sebel oud 47 jaren, dochter van Flora Janga op het des- In de oude geschiedenis van Curaçao, wege door den Gezaghebber van Bonaire gedaan verzoek, bij dispositie dd. 14 October 1858 No. 504 vrijdom en ontslag uit alle slaafsche dienst verleend heeft; In aanmerking nemende, dat zich ter Koloniale Secretary, na aankondiging in de openbare dagbladen, geene oppositie tegen deze manumissie heeft opgedaan; Zoo is het, dat wij aan genoemde slavin Sebel de tegenwoordige brieven van manumissie verleenen, tot al zulke einden als bij het Reglement op de manumissie der Slaven in de Nederlandsche West-Indische Bezittingen zijn uitgedrukt, gevende wij aan haar den voornaam van Sebel en den familie naam Valeron met stelligen last om voortaan dien naam en geene anderen te voeren. Verzoekende derhalve allen en een'iegelijken, zoo hooge als lage autoriteiten, waar ter plaatse ook gevestigd, om de voornoemde Sebel Valeron op vertooning dezes, voor een vrijen persoon te erkennen en haar het effect van dien landsche autoriteiten in dergelijke gevallen, wederkeerig zullen trachten te verschuldigen en naar behooren te erkennen. Gegeven onder onze Handteekening en bekrachtigd met het Gouverments Zegel op Curaçao den 14en October 1858.
De Gouverneur voormeld, Van LansbergeGa naar voetnoot(1). De Koloniale Secretaris, J.W. Beaujon. | |
[pagina 42]
| |
In de linker bovenhoek staat:
Opgenomen in het Burger-Register onder No. 127. Bonaire 15 December 1859. De waarn: Gezaghebber belast met den burgelijken stand H.F.G. Wagner.Ga naar voetnoot(2)
Rechts boven staat:
Geregistreerd ter Koloniale Secretary, den 16en December 1858 onder No. 95. De Commis, Voor denzelve J.H. Dam klerk 2e rang.
Links onder:
Gezien ten Kantore van den Administrateur der Financiën op Curaçao den 16 December 18586 Gorsira Gezien ten kantore van den Procureur des Konings op Curaçao den 16 December 1858 de RouvilleGa naar voetnoot(3) No. 401.
Bewys van inschryving in voldoening aan art. 16 van de wet van Augustus 1862 (Staats-blad No. 165), houdende opheffing der Slaverny in deze kolonie afgegeven aan: Martina Gregoria (zoon)Ga naar voetnoot*), dochter van - toebehoord hebbende aan wylen M.J. Niewindt, geboren (den) in 1825 (naar gissing oud...... jaren), door wie(n) de geslachtsnaam is aangenomen van Holly
Curaçao; Pannekoek den 30 Juny 1863 De districtcommissaris in 't 5de district, J.H. Dam. No. 402.
Bewys van inschryving in voldoening aan art. 16 van de wet van 8 Augustus 1862 (Staats-blad No. 165, houdende opheffing der Slaverny in deze kolonie afgegeven aan: Maria Magdalena (zoon), dochter van - toebehoord hebbende aan wyleen M.J. Niewindt, geboren (den) in 1850, (naar gissing oud...... jaren), door wie(n) de geslachtsnaam is aangenomen van Holly. Curaçao; Pannekoek den 30 Juny 1863 De districtcommissaris in het 5de district, |
|