Drs. Ant. de Witte.
De Russische Roman onder het Sovjet-Regiem
Reeds bekend door studie over Gogol, Tolstoy, Nietsche en Ibsen schreef JANKO LAVRIN An introduction to the russian novel, waarvan de derde druk in '45 het licht zag bij Methuen en Co Ltd. Londen.
Lavrin, die blijkbaar docent is aan een engelsche universiteit of op een college en een kenner der russische literatuur als weinigen, bedoelt met ‘novel’ roman in tegenstelling met story als een kort verhaal.
In verschillende hoofdstukken bespreekt hij de hoofdfiguren en stroomingen vanaf het begin 'der russische fictie, den realist Gogol, Turgenev, Goncharov, Dostoevsky, Tolstoy, de Chekhov periode, Maxim Gorki, tot de schrijvers onder het communistisch regiem. Wij bepalen nu onze aandacht tot de romans onder het sovjetregiem, waarvan we weinig of niets weten.
LEONOV schreef in 1928 De Dief, waarin hij de geschiedenis beschrijft van een oude oproerling, die zich het beste thuis voelt in de revolutie en niet goed kan wennen aan de nieuwe plichten, nu de revolutie is gelukt en de reconstructie wacht, - maar hij maakt op het eind van het boek toch het ernstige en vaste voornemen als een braaf man van het nieuwe Rusland te gaan leven.
Sot handelt over het transformeeren van een wildernis bij het Ladogameer tot een centrum van papierindustrie. Skutarevski beschrijft de enorme electrificatie, zooals die door Lenin als taak is opgelegd. In De Weg naar de Oceaan is een heftige communist de held.
PILNYAK, die reeds eerder schreef over de revolutieperiode, bevestigde zijn reputatie in '31 door De Volga mondt uit in de Kaspische Zee: drie ingenieurs moeten de loop van een rivier verleggen. Hij reisde naar Amerika, maar keerde lang niet enthousiast terug en uitte dat in O.K. Tenslotte kwam in '38 De rijpende vruchten: hij de oude revolutionnair begon zich te verzoenen met de industrialisatie van Stalin.
In Het Cement van GLADKOV wordt de sociale en economische reconstructie van Rusland na den burgeroorlog beschreven. Dasha de heldin doet haar liefde geweld aan om vrij te staan voor haar sociale ideaal en taak. Dit is één der uitingen van een nieuwe moraal. Macht van '33 gaat over het Vijf-Jaren-Plan.
LYDIA SEIFULLINA, OLYOSOV, MAKARENKO en OGNYOV bemoeien zich met het probleem van de verweesde en verwaarloosde kinderen, waardoor Rusland vele jaren lang is geplaagd.
Groot succes oogste SERGEY SEMYONOV met zijn Natalia Tarpova in '27-'29, beschrijvend de hevige ijver van sovjetwerklieden in een groote fabriek. De heldin Natalia vindt evenals Dasha een oplossing voor haar erotische moeilijkheden in het licht van haar sociaal geweten.
Zoodra in 1928 het eerste Vijf-Jaren-Plan op stapel was gezet werd er een litterair dictatoriaal bewind ingesteld onder leiding van den criticus AVERBAKH. Derderangs-schrijvers met een soort gestandarizeerde Vijf-Jaren-Plan-roman speelden toen de groote meneer. De communistische werklieden zijn de helden, de bourgeois-saboteurs