De Openbaring aan de wereld door ons.
Het Kerstgebeuren staat niet alleen. Kort erna volgt de Openbaring of Driekoningen. Kerstmis en Openbaring zijn twee mysteriën, welke door één verwante ritus verbonden zijn, zoals Paus Leo zeide in het Westen en zoals het Vastentriodion in het Oosten zingt. Ook is het Laatste Evangelie van kerstmis het gewone Evangelie van de Openbaring. De kerstkring is als het ware een ellips. Er zijn twee middelpunten, die beide aanwezig moeten zijn, of de figuur houdt op een ellips te zijn.
Wanneer Christus is vlees geworden in de gelovigen, worden zij besneden van hun zonden en roemen zij in de naam van Jezus. De feesten der besnijdenis, van de Zoete Naam gaan voorbij. De tijd, welke tussen Kerstmis en de Openbaring verloopt, wordt door de Kerk geplaveid met glorie. De Kerk, die op mystieke wijze Christus in haar leden heeft, bidt dat zij met Hem tot openbaring kome op het feest dier Openbaring.
Deze Openbaring is de uitbreiding van Christus' Lichaam over de wereld. Alle landen en volken en stammen worden in het officie van deze dag hiertoe geroepen. Op de Zondagen na de Openbaring wordt dit voortgezet, beklemtoond nog door de wonderdaden des Heren.
Ook wordt de zegening der natuur, op het kerstfeest met de Sint Janswijn begonnen, vervolgd door de grote waterzegening, die in het Westen langzamerhand uit de ritualiën verloren is gegaan.
Deze zegening is niet een zegen van het water, zoals die op de Stille Zaterdag plaats vindt. Op de Openbaring gaat men bij voorkeur naar stromend water, naar een rivier. Slechts wanneer dit ontbreekt en er ook geen in de buurt is, neemt men zijn toevlucht tot een schaal, die dan in het kerkportaal word gezet. De zegening van het water is de symbolisch-mystieke voorstelling van de Herschepping, welke thans begint. Christus is geopenbaard en de Heilige Drievuldigheid is aan de dag getreden. De waterzegening opent met het verhaal uit Genesis waar de Geest Gods zweefde op de wateren (Gen. 1:2), dus ten tijde van de Schepping, toen de Heilige Drievuldigheid haar scheppingsmacht oefende. Bij de doop des Heren, toen de herschepping begon, oefende de Heilige Geest deze zelfde macht en toonde Zij zich der mensheid als een duif. De eigenlijke formule der zegening is dan ook feitelijk niet anders dan een lofzang op de Openbaring: ‘Toen Gij, o Heer gedoopt werdt in de Jordaan, is de aanbidding der Drievuldigheid geopenbaard, want de stem des Vaders getuigde van U door U zijn geliefde Zoon te noemen, en de Geest in de gedaante van een duif bevestigde de zekerheid des Woords. Aan U, die verschenen zijt, Christus God, en die de wereld verlicht hebt, glorie zij U.’