worden; het is nl. een blijvende instelling, vooral bedoeld tot handhaving van den internationalen vrede.
Van den eersten bond waren de meeste staten van de wereld lid.
Als wij de 26 artikelen, waaruit het grondverdrag, het zoogenaamde Pact van den Volkenbond bestond, naar zijn voornaamste betekenis samenvatten, dan zien we dat het hoofddoel was; te komen tot vermindering der bewapening (art. 8) en, wat wel opvallend is, niet omdat de legeruitgaven zulk een ontzettend drukkende last op het economisch leven vormen, althans dit wordt niet uitdrukkelijk gezegd, maar om ‘le maintien du paix’ de handhaving van den vrede, m.a.w. omdat de zo hoog opgedreven militaire bewapening een voortdurend gevaar voor den vrede oplevert.
Dit was een eerlijke bekentenis, waarvan de treurige waarheid wel bewezen is in de huidige wereldoorlog.
In de plaats van wapengeweld bij voorkomende geschillen wilde de Volkenbond zijn bemiddeling aanbieden, en in bepaalde gevallen zouden de leden zich verplichten, die aan te nemen.
Daartoe was opgemaakt een - zeer gebrekkig - plan van arbitrage en rechtspraak (art. 12-15) om de oorlog te voorkomen en een - nog veel meer gebrekkige regeling van sancties, geschikt om de staat, die met verbreking zijner volkenbondsverplichtingen tot den oorlog zou overgaan, in bedwang te houden. (Art. 16.)
De overige artikelen handelden over de organisatie van den bond, over tractaten en mandaten, en de verdere ordening van het internationale vredesleven in velerlei opzicht.
Deze laatste zorg nam in de loop der jaren de Volkenbondsactie meer en meer in beslag, ruimer dan de oorspronkelijke opzet kon doen vermoeden.
Zeker is, dat deze werkzaamheden, vooral die op sociaal, hygienisch en charitatief gebied, er toe bijgedragen hebben om de volken der wereld nader tot elkander te brengen en om ze elkander beter te leren waarderen. Maar toch het eerste bestaansdoel van den Volkenbond was, een instituut te zijn ter voorkoming van den verschrikkelijken rampzaligen oorlog. Daarom waren in het Pact de kiemen neergelegd van arbitrage en sancties en was er een allereerste begin gemaakt tot vermindering der bewapening. Afhankelijk of onafhankelijk van het pauselijke program, dat weet ik niet, maar er was geheel volgens de aanwijzing van Benedictus XV bij gemeenschappelijk overleg een poging begonnen om te komen tot hetgeen Z.H. in zijn brief van 1 Aug. 1917 had voorgesteld.
Maar de oorlog zelf heeft de Volkenbond niet kunnen voorkomen.
Was er krachtens de bestaande constitutie van den Bond, oorlog tussen de leden algeheel uitgesloten?
In vele gevallen wel, maar lang niet altijd.
Bezat de Bond genoeg dwangmiddelen of sancties om zijn uitspraken te doen eerbiedigen?
Soms misschien wel, maar zeker niet voldoende voor elk geval.
Heeft de Bond vermindering van bewapening gebracht?
Helaas neen; maar het zou onrechtvaardig zijn te ontkennen, dat dit een der ernstigste, doch tevens ook delikaatste en moeilijkste van zijn programma - punten was.
De volkenbond was een zeer gebrekkig instituut; niet alleen in zijn opzet, en princiepen, waaover later, maar ook in zijn organisatie.
Dit bleek in 1924, toen de gedelegeerden, na eindeloze moeite het veel besproken en zoveel hoop gevende protocol van Geneve hadden opgesteld tot uitbouw van den Volkenbond, maar toen dit door de regeringen